Kont omhoog, schep naar beneden - Reisverslag uit Bandung, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu Kont omhoog, schep naar beneden - Reisverslag uit Bandung, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Kont omhoog, schep naar beneden

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

21 Juli 2016 | Indonesië, Bandung

Dinsdag 19 juli

Zoals ik reeds schreef, is het hotel niet al te best. Schoolvoorbeeld van hoe een hotel in rap tempo kan veranderen naar vergane glorie. Maar de matrassen zijn heerlijk en dat is nou net wat we nodig hadden… Want ook al trek je dan weer een wat korter nachtje, als je een goed bed hebt, ben je ’s ochtends toch goed uitgerust.

Ontbijt was dan weer 3x niks. Eigenlijk wilden we niets pakken van het karige aanbod, enkel een paar toastjes maken van het brood dat er lag. Maar gelukkig kwam er iemand nog aanbieden om een eitje voor ons te bakken, dus daar hebben we dankbaar gebruik van gemaakt. Maar er was verder nog geen koffie of thee, of wat dan ook. En wat er wel stond….. dat wou je niet.
Haha, dus dat wordt de ontbijtjes maar even buiten de deur scoren. Da’s geen straf hier natuurlijk.

Tijdens het eten hebben we plannen gemaakt en bij gesteld. Eigenlijk hadden we voor Bandung maar 1 nacht ingedachte vooraf, maar dat gaan er nu drie worden. Want vandaag willen we een rustdagje pakken, en lekker relaxed doen. Morgen willen we dan een auto met driver huren om een aantal dingen buiten de stad te gaan bezoeken en overmorgen willen we in alle vroegte de trein richting Yogyakarta pakken.
Dus dat betekende dat we allereerst zeker moesten zijn dat er plek was op de trein donderdag.

Het trein station ligt op nog geen twee minuten van ons hotel. Het boeken van je tickets voor de reis die wij willen maken, is geen optie, omdat die site enkel in het Indonesisch is. Probeer daar maar eens wijs uit te worden. Dus de gang naar het station was onvermijdelijk.
Mocht je ooit in de positie komen om in Bandung tickets te moeten bemachtigen voor een trein reis, hou dan rekening met enorme wachttijden. Het kleine station is vol met mensen en om aan de beurt te komen bij een van de twee loketten, dien je een nummertje te trekken. B218 was ons nummer, B138 was op dat moment aan de beurt…
Gelukkig hadden we niets dringends op het programma vandaag, want anders zou je er moedeloos van worden. Denk dus niet dat je een kaartje vlak voor vertrek kunt scoren en meteen met diezelfde trein kunt gaan… Dan kon je wel eens een treintje missen…

Ruim twee uur duurde het voor we aan de beurt waren. Maar toen was het wel weer redelijk snel gepiept. Voor 63 euro reis je met vier man, in de executive class, van Bandung naar Yogyakarta en da’s natuurlijk wel weer een hele scherpe prijs.
We hebben bewust voor de vroege reis gekozen (vertrek 07.20 uur), omdat het een spectaculaire trip moet gaan worden. De andere vertrekt namelijk om 16 uur ’s middags en dan is het na 2 uurtjes al donker. Zonde, dan mis je het hele landschap.
Totale reisduur zal zo’n 8 uur bedragen.

Toen we eindelijk de kaartjes hadden, waren we dringend toe aan koffie. Die was gek genoeg op het station niet te krijgen, althans geen lekkere.
We wilden naar de London Bakery, die in de Planet werd aanbevolen. Dat zou een kwartiertje lopen moeten zijn, maar door een kleine navigatie-fout (…) liepen we eerst 180 graden de verkeerde kant op. Uiteindelijk werd het dus een klein uurtje, maar het gaf ons wel weer meteen een leuk beeld van de stad en alle hectiek.

De Jalang Braga waar de London Bakery aan moest liggen, is duidelijk een straat waar je al meer in de scene komt. Hier zagen we in één wandeltje al drie keer zoveel toeristen als in de afgelopen 5 dagen bij elkaar. Kroegjes, clubs, eettentjes en hippe winkels en art gallery’s lagen naast elkaar en van alle kanten klonk vrolijke muziek. Het werd uiteindelijk een Indonesisch koffietentje waar we terecht kwamen, met uitstekende cappuccino's en lekkere “Roti” tosti’s. Zelfs hagelslag kwam voorbij, gesmolten in boter en iets van honing, dus duidelijk even wat anders dan de afgelopen dagen op het menu stond
De ochtend bui raasde ondertussen over de stad, dus dat was weer een 10 voor timing. De rest van de dag zouden we weer mooi weer hebben.

Bandung wordt gezien als de hoofdstad van West-Java, met een inwonertal van rond de 7 miljoen.
Vroeger had het de bijnaam “Parijs van Java”, maar dat is ondertussen zwaar achterhaald, nu het zo’n drukke, chaotische en vervuilde stad is geworden.
Het is gesticht ergens eind 19e eeuw, eerst als een koloniale garnizoensplaats, maar het kreeg al gauw status als een commercieel en educatief centrum. Doordat het zo’n 750 meter boven de zeespiegel ligt, heeft het een prettig klimaat en de nederlanders wilden het daardoor eigenlijk dé hoofdstad maken, zo vlak voor de 2e wereldoorlog.
Alhoewel je in de stad nog enkele duidelijke herinneringen vindt van de Nederlandse invloeden, is er verder niet heel veel te beleven in de stad zelf. Voor de gave attracties moet je buiten de stad zijn, bij de theeplantages, de heetwater-bronnen en de vulkanische meren. Die staan dan ook voor morgen op het programma.

Wij gingen vandaag, na de koffie, eerst nog even loeren bij een paar mooie gebouwen in de buurt, waaronder een oud handelsgebouw dat nog door de Nederlanders was neer gezet en hebben toen een taxi gepakt richting “Jeans Street”, een levendige wijk vol marktjes en shopping centers. Lekker slenteren en rond kijken.
Dat hebben we eigenlijk vol gehouden tot bijna 20.00 uur. Toen realiseerden we ons ineens dat we de auto voor morgen nog moesten bevestigen en hebben we een taxi naar het hotel gepakt. Daar zitten we nu in de lobby met ons viertjes de wifi op te zuigen die in de kamer net niet te ontvangen is. Even alle mail bij werken, proberen nog wat handel te doen, laatste foto’s plaatsen en het verslag bijwerken.

Laat zullen we het niet maken. We willen morgen al vroeg in de auto zitten om zoveel mogelijk te kunnen doen. Gaat weer een vol dagje worden.
Heb er zin an…. :-)



“Kont omhoog en schep naar beneden”

Woensdag 20 juli


Vandaag was weer een topdag! Weer een paar hele bijzondere plekjes kunnen ontdekken, deels gepland en deels bij verrassing. Prachtige indruk van de binnenlanden van Java gekregen.

De wekker ging bijtijds, om 07.00 uur. Dat gaf ons de tijd om nog even lekker een eitje te eten. En ze hadden zowaar allerlei lekker fruit op de tafels staan, dus dat was een prima start van de dag.
Klokslag 08.00 uur stond de driver op de stoep. We hadden voor de hele dag een auto met chauffeur gehuurd, omdat we het gebied ten zuiden van Bandung wilden verkennen en dat wel in eigen hand wilden houden.
Eerst even langs een ATM gereden om weer even een paar miljoen te scoren (haha, dat klinkt zo lekker…) en toen gingen we op pad.

Bandung heeft “slechts” de helft van het aantal inwoners van dat van Jakarta, maar dan heb je het nog altijd over ruim 10 miljoen. En dat verplaatst zich allemaal per auto of scooter. Wat een heerlijke chaos. Je hebt hier overigens in dit land meer scooters en motoren dan auto’s, heel bizar. In veel Aziatische steden rijden hordes scooters, maar zoals de verhoudingen hier in Indonesië liggen, zo heb ik dat nog nooit gezien.
En dan wordt er natuurlijk ook nog naar goed gebruik zo efficiënt mogelijk de ruimte benut, dus 4 man op een scooter is eerder regel dan uitzondering. En al ben je amper een jaar oud, dan word je al op de tweewielers vervoerd.

Bandung is een echte handelsstad en dat zie je. Het is duidelijk opgedeeld in wijken of gedeeltes die ergens in gespecialiseerd zijn. Zo heb je de wijk waar alle factory outlets zitten van de bekende merken, maar rij je richting het zuiden bijvoorbeeld ook door de area waar alle leer-bedrijven zitten, ook zo’n product waar Bandung bekend om is. En sluit textiel niet uit, daarin speelt Bandung ook een hele grote rol.

Het zuiden van Bandung, of beter gezegd het gebied ten zuiden van Bandung, is bergachtig en minder ontwikkeld dan noord van Bandung. Het is daardoor ook rustiger en dat alleen is voor ons al een reden om juist die kant op te gaan.
Richting zuid volg je de weg naar Ciwidey, een stadje dat vooral bekend is om de aardbeien. (!) Dat was een eye-opener voor ons. Aardbei, da’s nou net een vrucht die ik niet aan Indonesië had gekoppeld… Terwijl die dus kennelijk wel hier in de bergstreken worden geteeld. Ze zijn het hele jaar door verkrijgbaar en worden meestal langs de huizen te koop aangeboden.
Toch heeft dat plaatje een keerzijde. In de droge maanden wordt de aanplant begoten met kaliwater en soms wel met water uit min of meer vervuilde slokans. Dit water kan besmet zijn en het afspoelen van de vruchten is dan niet meer afdoende, waardoor het eten van de aardbeien gevaarlijk blijft en in bepaalde tijden, zeker als er bijv tyfus heerst, echt moet worden nagelaten.

Langs de route richting Cidiwey zagen we dan ook eindelijk onze eerste rijstvelden van deze vakantie. Op de sawa’s waren de harde werkers bezig om met de korte scheppen het gewas te bewerken, terwijl ze tot hun enkels in het water staan. Urenlang voorover gebukt, onder de brandende zon, met de o,zo kenmerkende ronde punthoeden als bescherming.
“Kont omhoog, schep naar beneden”. Respect voor dit harde, zware werk.

Het was twee uur rijden, maar het verveelde voor geen seconde. Het binnenland is zo gevarieerd, zowel qua bebouwing als qua natuur. Je komt ogen en oren tekort.
Als je Cidiwey binnen rijdt, rij je meteen ook de spitse heuvels in die door vulkanen zijn ontstaan. Vol begroeid, in duizenden kleuren groen en ontelbare verschillende soorten bomen en planten.

Kawai Putih ligt in die heuvels en is een vulkanische krater met een werkelijk schitterend turquoise meer, aan de voet van de Gunung Patuha. Het is een kleine krater, maar wel eentje van ongekende schoonheid.
Je komt er door vlak voor Rancabali af te slaan, de bergen in. Na ongeveer 8 km kom je bij de eerste gate. Daar betaal je de entree om het park in te komen. En je kunt kiezen of je de resterende 5 km met eigen vervoer doet of dat je met een busje van hun mee rijdt naar boven. Dat laatste is weliswaar veel goedkoper, maar ze rijden pas als het busje vol zit en ik had geen zin om daar op te wachten… Voor die paar euro reden we liever meteen door met onze eigen auto.
Een slingerende weg door de jungle brengt je richting de top. Dicht begroeide jungle aan weerszijden, met af en toe een weids uitzicht over de vallei er achter. De wolken leken steeds lager te komen, terwijl wij steeds hoger gingen en nog voordat we op de eindbestemming waren, reden we er dwars doorheen, hetgeen de setting nog mysterieuzer maakte.
Vanaf de plek waar we de auto moesten parkeren, was het dan nog een heel klein stukje lopen voor je de eerste blikken op het meer kon werpen. Een lange trap bracht je vervolgens tot aan de voet van het meertje.

Wat een waanzinnig plekje was dit! Een heel onwerkelijk plaatje. Het meer lag bij aankomst nog in de mist, de overkant was niet te zien. Maar wel zag je meteen al de bijzondere kleur van het water, nu bij gebrek aan zonlicht een lichtgroen-achtige kleur. Het zand er direct omheen, was een mix van geel en groen. Als je dicht bij het water kwam, werd dat een soort drijfzand waar je meteen met je voeten diep in weg zakte. Maar op een metertje afstand kon je alweer prima lopen.
Af en toe won de zon het van de wolken en trok de mist op. Je zag de kleur dan direct veranderen richting turquoise en aan de overkant doemden dan de groene spitse heuvels op die het meer omringen. De lucht was gevuld met de geur van zwavel, niet de meest plezante lucht, maar wel eentje die hoorde bij dit decor. Langs de oever kwam je trouwens nog langs een oude schacht van een zwavelmijn, waar ze tot diep in de heuvel door hadden gegraven.
We hebben er een tijdje rond gelopen en alles op ons in laten werken. Ook de kids waren oprecht onder de indruk van dit gebeuren.
Vlak voordat we, ruim een uur later, weer de auto in wilden gaan, brak het even helemaal open. Ik ben toen nog gauw terug gerend om het geheel onder deze condities te zien en inderdaad, je ziet de kleuren van het water dan meteen veranderen. Een prachtig gezicht. En als je dan de heuvels er in de volle 360 graden omheen ziet liggen, heb je meteen het gevoel van de krater er bij. Dat maakt het wel helemaal af.

In dit gebied heb je veel heet water bronnen. Op sommige plekken hebben ze daar dan zwembadjes gebouwd waar je in dat warme water kan poedelen. Daar zijn dan huisjes en eettentjes omheen gebouwd, en vaak maken ze dan onderdeel uit van een groter resort. Daar krijgen de Veldjes natuurlijk acuut jeuk van. Het scheelde trouwens weinig of dat was wel waar we vandaag terecht waren gekomen, omdat de Lonely Planet ons daar behoorlijk in de steek liet en het geheel rooskleuriger voorspiegelde dan het in werkelijkheid bleek te zijn, maar gelukkig was daar onze driver die het gebied goed kent en een plek wist die nog onbekend is, maar wel bloedmooi.
“Kawai Rengganis” heet het, en het ligt hemelsbreed niet ver van Kawah Putih af. De entree ligt zelfs behoorlijk toegankelijk langs de doorgaande weg, maar je moet het wel weten, anders rij je er zo voorbij. Vier parkeerplaatsen in de berm, dus dat geeft al aan dat ze nog niet op touringcars zijn voorbereid…
Vanaf daar ga je lopend verder, een tocht van een kleine kilometer, een slingerend, maar goed onderhouden pad de heuvels in. Het eerste stuk heb je nog uitzicht op de theeplantages, maar al gauw loop je in de rimboe, met alle kleuren, geuren en geluiden die erbij horen. In de verte hoor je het water al stromen, een teken dat we het doel naderen.
Na de zoveelste bocht in het pad zie je ineens wat bamboe huisjes staan, de woningen van de mensen die de bronnen onderhouden en heb je het eerste zicht op de bronnen. Een pad brengt je omlaag er naar toe. Stoomwolken verraden de plekken waar het water uit de grond komt. Het sist en borrelt aan alle kanten. Dit water is zo heet dat je er een ei in kan koken. Het sijpelt uit allerlei hoeken en gaten tussen de rotsen door en komt samen in een letterlijk kokend heet stroompje. Al die stroompjes samen vormen een bloedheet beekje, nog steeds te heet om je vinger in te steken.
Deze stroom mengt zich dan weer met een bergbeek die van hoger gelegen gebieden komt en koud is. Daardoor wordt de temperatuur gematigd en ontstaat er een poel met water van zo’n 50 graden celsius.
Daar lieten we ons voorzichtig in zakken. (Sas en ik waren vlak daarvoor nog door het oog van de naald gegaan, toen we ons wilden omkleden in zwembroek en bikini, in een hutje dat de gebedsruimte bleek… Net op tijd kwam er een dame aan die ons daarop wees. Was zij een paar minuten later geweest, dan hadden we ons minder populair gemaakt bij de bewoners, vrees ik…) Beetje bij beetje, om je huid te laten wennen aan de hitte, op deze grens van lekker en pijn. Haha, heerlijk. Als je eenmaal je borst ook in het water laat zakken, voel je hoe je hart een opdonder krijgt. Lang hou je het ook niet uit, maar aan de zijkanten zijn wat rotsen uitgehouwen, zodat je net boven het water kunt zitten, met je voeten er in, terwijl er links en rechts van je, kokend heet water via bamboe buizen het bad in stroomt.

Na deze ervaring zijn we iets meer stroomopwaarts gelopen. Her en der zijn bamboe hutjes neer gezet waar je kunt rusten. Er lopen wel wat mensen rond, hoofdzakelijk lokalen, maar het is maar een handjevol. Je kunt dus in alle rust genieten van dit stukje wonder der natuur. Op een paar stenen beelden na (van bijvoorbeeld de tijger, want dit ligt nu eenmaal in zijn leefgebied, al heb je niet echt het gevoel dat je ineens in oog zult staan met zo’n schoonheid) en wat bamboe-bruggetjes die over de stroomversnellingen zijn gebouwd, vind je verder geen tekenen van menselijk handelen.
Maasje is op deze hoogte opnieuw het water ingegaan. Een hete rivier, op sommige plekken te doen, op sommige plekken te heet, zo moet je het je voorstellen. Ze had het al gauw weer voor elkaar en zat met een viertal kleine kindjes uit het dorpje te poedelen. Ze hadden de grootste lol, zo grappig om te zien.

We hebben er een paar uur door gebracht. Toen begonnen de magen wel heel hard te knorren en zijn we richting de auto terug gewandeld. Met een prachtige rit tussen de eindeloze theevelden door, reden we richting een eettentje. De thee in dit gebied is allemaal van Walini, een van de grootste thee-producenten. We zijn een aantal keren gestopt om foto’s te nemen van deze velden en om er even doorheen te lopen. Dan kun je goed zien hoe de toppen afgeknipt zijn om de thee te verzamelen.
Vlak voor we bij het restaurant aan kwamen, hadden we nog een leuke encounter met een scooter, waar de bestuurder een heuse geit achterop had zitten! Haha, wat een raar gezicht was dat.

Ook dit eet-adresje was een tip van de driver. En ook dit had hij perfect uitgezocht. Vanuit je privé-bamboe terrasje had je een prachtig uitzicht op de kleine vallei, waar beneden je de aardbeien werden geteeld in de houten tonnen. Je zat op de grond op matten en kussentjes aan een lage tafel, en kreeg thee in grote bekers. Gijs had een heerlijke noodel-soep die Sas later ook bij bestelde, terwijl ze eerst een bepaalde Tjap Tjoi weg werkte. En Maasje en ik gingen voor een heerlijke nasi met kip en ei, met daarnaast nog een waanzinnig goede saté schotel.

Het liep al tegen het einde van de middag, dus we besloten terug te keren naar Bandung. Hoe dichter bij de stad, hoe drukker het werd en uiteindelijk hebben we er bijna 3,5 uur over gedaan. We hebben gauw nog wat gekocht bij het lokale bakkertje, hebben vast uitgecheckt en zijn toen lekker gaan chillen in het hotel. Morgenvroeg moeten we al om 06.20 uur op het station zijn (gelukkig op kruipafstand van het hotel), dus we willen er enigszins bijtijds in liggen.

Dit was echt een topdag. Echt een stukje Indonesië kunnen zien zoals we dat van tevoren gehoopt hadden en in werkelijkheid bleek het nog mooier te zijn. Nemen ze ons niet meer af.
Maar ook veel zin in morgen als we weer een nieuw hoofdstuk gaan schrijven, op weg naar Yogyakarta.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 270
Totaal aantal bezoekers 89930

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: