Even langs de loempia-vouwer - Reisverslag uit Jogjakarta, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu Even langs de loempia-vouwer - Reisverslag uit Jogjakarta, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Even langs de loempia-vouwer

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

25 Juli 2016 | Indonesië, Jogjakarta

Zaterdag 23 juli


Ach heerlijk, wat een luxe-problemen; ’s ochtends wakker worden in zo’n lekker bed en dan bij het tientallen meters lange ontbijtbuffet eens gaan bedenken wat je die dag nou weer voor bijzonders gaat doen… Ik zou hier zo maar aan kunnen wennen…

Niks is zo veranderlijk als de mens. We hadden eigenlijk voor vandaag Solo in gedachten, maar besloten toch voor iets anders te kiezen, waarvoor we lekker in Yogyakarta konden blijven.
De eerste stop zou Kotagede worden, een plek in het zuidoosten van de stad, dat nu als wijk is vastgeplakt aan Yogya, maar dat van origine een apart stadje was. Het was voorheen een van de hoofdsteden van Mataram uit de 16e eeuw en staat bij de inwoners ook wel bekend als Pasar Gede.
Bij de buitenlandse toeristen staat het vooral bekend als “de zilverstraat van Yogja”, vanwege de ontelbare winkeltjes en ateliers waar zilver wordt gesmeed, bewerkt en verkocht.

We hebben een taxi gepakt om daar te komen. De chauffeur wist niet heel goed waar die heen moest, maar dankzij een prima app (maps.me.com, een app waarmee je alle kaarten ter wereld kan downloaden, waarna je daarna op ieder gewenst moment offline kunt navigeren mbv de satellieten) die Jacques had ontdekt voor onze trip naar Japan afgelopen april. Daar hadden we toen al een hoop lol van en ook hier werkt die perfect. Een echte aanrader!
Dus met die app in de aanslag kon ik de chauffeur liefjes corrigeren toen hij probeerde ons op de compleet verkeerde plek te laten uitstappen, terwijl hij vol bleef houden dat we er waren… Haha.

Eerst zijn we door de Pasar Gede gewandeld, een echte lokale markt. Overdekt en bloedheet, maar wel altijd leuk natuurlijk. Bij een paar oude dames hebben we heerlijke koeken gekocht, variërend van simpele biscuits tot gerolde chocolade koekjes en onwijs lekkere pindarotsjes met kokos en gember. Die hadden het wel in de vingers, zal ik maar zeggen.

De volgende stop was de plek waar zowel een koninklijke begraafplaats als een hele oude moskee van eind 16e eeuw was. Beetje jammer dat die op zaterdag dicht was voor publiek. Dat zag er namelijk van buiten wel heel imposant uit. Hadden we graag gezien.
Alleen al voor de 100 jaar oude enorme gele schildpad die bij het graf rond loopt en die voor geluk en wijsheid zorgt als je ‘m ziet. Zijn trouwens nog meer kansen op geluk daar; zo schijnt er bijvoorbeeld in een van de wateren tussen de vele vissen een exemplaar rond te zwemmen met alleen een hoofd en een staart, en daartussen alleen maar botten. Als je die ziet, komen al je gebeden uit…

We vonden een route die pal langs de muren van het eeuwenoude complex heen liep, zodat we toch een beeld kregen van hoe het er uit zag. Het paadje liep soms bij de bewoners door de voortuin, zo klein en knus is het daar op elkaar gebouwd. Allemaal oude kleine knusse huisjes.
In 2006 is er hier een enorme aardbeving geweest en zijn veel huisjes verwoest of beschadigd, maar ze doen hun best om alles weer op te knappen en in oude staat te herstellen.

Natuurlijk moesten we ook even kijken bij de zilverwinkeltjes. Maar daar werden we niet hebberig van. Ieder zijn smaak uiteraard, maar dit was niet de onze, zeg maar. Grove ringen of juist heel fijn gefreubelde huisvlijt, zoals natuurlijk de zilveren Riksja die je bij iedere winkel tegen kwam.
Zilverprijzen zijn hier overigens vast, er is niet veel ruimte tot onderhandelen, maar het zijn wel eerlijke, scherpe prijzen. Hoe dan ook, aan ons hebben ze hier niets verdiend helaas.

Na een paar uur in Kotagede hadden we het wel gezien daar. We wilden een taxi terug pakken en dan, op weg naar het hotel, een pit-stop maken bij Fort Vredeburg in het centrum van Yogya.
Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want gewone taxi’s zijn bijna niet te vinden daar. Alleen fiets- en brommertaxi’s, maar daar hadden we eigenlijk geen zin in, omdat het best een eindje was en de lucht al een beetje donker begon te worden van naderend onweer. Bovendien weten die boevenkoppen dat je weinig kans hebt om weg te komen, dus die schroeven de prijzen enorm op. En met vier personen heb je meteen al twee fietstaxi’s nodig…
Haha, maar daar zagen we ineens een paard en wagen de hoek om komen. We konden hem op tijd seinen en hij wilde ons voor een mooie prijs naar het centrum brengen. Dat was natuurlijk wel even lekker om zo triomfantelijk weg te kunnen rijden bij die fiets-maffia van Kotagede… :-)

En het was ook echt leuk, op deze taxi. Maasje mocht voorop, naast de koetsier. Sas en Gijs en ik over twee bankjes verdeeld er achter. Doordat het aan alle kanten open is, krijg je nog een beetje een verkoelend briesje wat wel zo lekker is.
In tegenstelling tot de halfgare fietstaxi’s, zag dit er heel netjes en verzorgd uit. Koets zat mooi in de lak en was rijkelijk versierd met glimmende koperen lantaarns en ornamenten. Maar belangrijker nog, het paardje zag er ook heel mooi en goed verzorgd uit.

Halverwege de rit kwam de stortbui die we al een tijdje zagen aankomen en die in één klap het weer deed omslaan van zonneschijn tot een tropische moesson. Da’s wel lekker overzichtelijk aan het weerbeeld hier. De dagen beginnen hier stralend en met niets dan zon. En dan klapt er ergens in de middag een knoert van een onweersbui los, die weliswaar kort maar heftig is. Daarna is de zon meestal verdwenen, maar wordt het wel weer droog. En dat herhaalt zich dan ’s avonds laat nog eens.

Rondom de koets konden we regenschermen laten zakken, zodat we beschut waren tegen de ergste slagregens, maar uiteindelijk wordt je natuurlijk altijd wel nat van het opspattende water. Mocht de pret niet drukken, het was een superleuke rit en precies toen het weer droog werd, stopten we voor de poorten van Fort Vredenburg.

De stad Yogyakarta kent ook een Nederlands verleden wat terug te zien is in Fort Vredenburg. Dit vierkante fort met wachttorens op elke hoek en een brede loopgraaf om de hoge muren heen, ligt recht tegenover een van de zeven paleizen van de Javaanse sultan en is in 1765 gebouwd, door de VOC, om de Nederlandse Gouverneur te beschermen.
Momenteel dient het als museum en is er in de vier hoofdgebouwen een diorama over de onafhankelijkheid van Indonesië, waarbij Yogyakarta een belangrijke rol speelde. De rol van de Nederlanders was daarin overigens minder florissant….. wat uitgebreid belicht wordt.
Een wonder eigenlijk dat we nog welkom zijn hier.

Toen we de tentoonstelling hadden doorlopen, begonnen de magen alweer wat te knagen. Hoog tijd voor een snackje… Naast het fort ligt de “Pasar Beringharjo”, de oudste en meest levendige markthal van Yogya. Het is enorm en beslaat een paar verdiepingen.
Op de stoep buiten het gebouw staan rijen met kraampjes waar weer de heerlijkste specialiteiten worden bereid. We hebben het simpel gehouden en elk twee vers gedraaide (of zoals Gijs zegt; gevouwen) loempia’s gegeten. Opletten dat je je vingers er niet bij op eet.
Even rond gekeken in de bazaar, maar de kids waren duidelijk moe, dus we hebben de korte versie gedaan. Even een blik om de sfeer te proeven en een globale indruk te krijgen.

Terug buiten op zoek naar een taxi. Ook hier had dat weer wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk beet en terug naar het hotel. Even chillen en toen moest er natuurlijk weer dringend geplonsd worden.
Daarna lekker gedoucht en toen weer even ieder voor zich ontspannen. Sas en ik hebben zowaar op de compu even kunnen netflixen en tegen 21.00 uur zijn we de straat weer op gegaan op zoek naar een lekker eetstalletje. Wat heerlijk dat je daar niet ver voor hoeft te zoeken in dit land. Waar je ook gaat, waar je ook kijkt, overal zijn ze wel bezig met lekker koken, wokken, grillen, bakken, frituren, etc. De keuze is reuze, za’k maar zeggen.
We zijn gaan zitten bij een stalletje op zo’n 300 meter van het hotel, aan dezelfde doorgaande weg, waar twee jongens druk druk druk achter de nokpannen stonden. Daar hebben we nasi goreng ayam, nasi goreng telur, ayam goreng kecap en een hele knappe kamar bola besteld.
We namen plaats aan een lange tafel, waar al wat lokalen zaten te smikkelen (eentje had jaren in Rotterdam gewerkt, terug in 1984) en wachtten geduldig doch ongeduldig op ons maaltje.
En we werden niet teleurgesteld. Wat was dit weer lekker, zeg! Ongelooflijk hoe ze hier kunnen koken. Ik raak daar niet over uitgepraat. Vrees dat ik dat straks wel ga missen, hoor. Even naar buiten wippen voor een briljante hap Indonesisch.
En dat je dan ook nog eens met zijn vieren voor omgerekend nog geen vier euro zit te eten, maakt het helemaal bizar.

Terug in het hotel nog even het een en ander gecheckt voor morgen. In principe hebben we voor morgen een rustdag ingepland. Even geen gekke dingen, maar daar zijn geloof ik al weer wat wijzigingen in gekomen. Misschien dat we toch nog even naar het paleis van de sultan gaan, omdat daar ’s ochtends een bepaald optreden gaat zijn.
En ’s middags mag ik natuurlijk nog mee trainen bij een kyokushin dojo hier in Yogya. Dus al met al zal het toch wel weer een intensief dagje gaan worden…
En gelukkig maar, want vooralsnog krijg ik er maar geen genoeg van hier!


Zondag 24 juli

Ehh…. correctie… toch een rustdag vandaag… :-)
In de wetenschap dat we komende nacht om 03.00 uur op moeten voor de Borobudur en de dag er na om 05.00 uur voor de vlucht naar Bali, hebben we toch maar besloten vandaag even kalmpjes aan te doen.
Op het gemakkie opgestaan en uitgebreid ontbeten. Met de hierboven genoemde tijden voor de komende dagen was dit overigens ons laatste ontbijtje alweer in dit hotel, ook al slapen we er nog twee nachten. Best jammer, want het was weer uitstekend geregeld.

In dit hotel hebben ze ook een spa, en omdat zowel Sas als ik daar gebruik van wilden maken, was het natuurlijk niet meer dan eerlijk dat ook Maasje een behandeling mocht uit kiezen. (aan Gijs is zoiets niet besteed. “Gijs, jij ook?”… “Nope!”) Maasje ging voor een nagellaksessie en is bijna drie kwartier onder handen genomen. Helemaal haar ding natuurlijk.
Sas ging voor een voetmassage/-verzorging, maar de taalbarrière zorgde er voor dat ze niet precies kreeg wat ze gehoopt had, al was het verder wel prima geweest.
Ik zelf koos voor een traditionele Javaanse massage. Stiekem lopen (en klauteren) we best veel hier en ik merk dat direct in en rond mijn knie. De spieren staan flink onder spanning. Met name de hamstring vangt een hoop op van het werk dat normaal de spieren aan de voorzijde zouden moeten doen en staan dan zo strak als snaren. En met het oog op de ongetwijfeld pittige training die me later vandaag te wachten staat, is het wel zo verstandig die even los te krijgen.

Hence, een Javaanse massage. Dat was in een aparte ruimte, maar ik kon gelukkig nog gauw even terug sneaken naar Maasje toen ik het roze massage-broekje aan had wat je daar moet dragen. Paste mooi bij haar nagellak, zal ik maar zeggen… :-)
Het traditionele wassen van de voeten in een kom was nog even een dingetje, omdat ik duidelijk grotere voeten had dan de gemiddelde lokaal die hier komt, dus dat paste allemaal niet. Het was een wonder dat de keramieken pot het überhaupt hield.
Devie was een klein ding van nog geen 40 kilo, schat ik, maar die had me toch een paar stevige knuisten…. Heerlijk! Ze heeft me er goed van langs gegeven en het resultaat is prima. Het voelt allemaal goed, ik ben klaar voor de training…

Net toen ik klaar was en na genoot met een kopje thee , kwamen Sas en Maasje naar beneden. Zij gingen nog even lekker shoppen met zijn tweetjes en zijn met een taxi richting het winkelcentrum vertrokken. Ik ben naar Gijs gegaan op de kamer en daar hebben we lekker gerelaxt.
Maasje was weer goed geslaagd, bleek later toen ze terug kwamen. Waren weer een paar te leuke kleren aan de vingers blijven plakken. Gelukkig hadden ze ook aan ons gedacht en hadden ze heerlijke cappuccino's bij zich en de nodige lekkernijen. Kwam goed uit, want de magen rommelden en de training was al bijna.

Tegen drieën zijn we in een taxi gestapt. Ik had al wat meer tijd genomen, omdat werkelijk niemand het adres kende, en ook google maps en maps.me geen idee hadden. Was wel duidelijk dat we ergens achteraf moesten zijn.
Bleek niet onverstandig, want de chauffeur deed weliswaar zijn uiterste best, maar kwam er ook niet echt lekker uit. Hij stuurde ons door straatjes die steeds smaller en smaller werden, totdat de spiegels langs de muren schraapten. Als dit al de goede buurt was, hoe gingen we straks dan in vredesnaam een taxi terug vinden, dachten we…
Het lukte me uiteindelijk om de Senpai aan de lijn te krijgen bij wie we op bezoek gingen. Ik gaf mijn telefoon aan de chauffeur en nou kwam er schot in de zaak. Een kwartier later zette hij ons af in een steegje, voor een gebouw dat er nog heel dicht uit zag.
Het was een paar minuten voor vier (om 16.00 uur hadden we afgesproken) en er was helemaal niemand. Ik vertrouwde het niet helemaal en sprak een jongen aan die een paar deuren verder aan het schilderen was. Geen woord engels natuurlijk, dus ik gaf hem het adres op een papiertje en hij wees een hele andere kant op. Echt hè…. Ik kon hem overtuigen zijn kwast te laten vallen en ons de weg te wijzen, maar eenmaal daar aangekomen, bleek het daar ook niet te zijn. Net toen we weer een andere kant op wilden lopen, kwam er een jonge gesluierde vrouw aangerend, helemaal buiten adem, die mijn naam riep. Onder haar arm hield ze een karate-pak… Gelukkig.

Uiteindelijk bleek het toch de plek te zijn waar we het eerst stonden. Men neemt het alleen niet zo nauw met de tijd hier. Ik had het kunnen weten. Eerder deze week was ons al uitgelegd dat ze hier een “elastieke tijd” kennen. Er zit nogal wat rek in, zal ik maar zeggen.
Nu stond de dojo namelijk wel open en ik zag al een paar karateka rond lopen. Junior en senior door elkaar heen, leuk!
Senpai Lafran kwam meteen op me af en heette me welkom. Hij bleek een ontzettend aardige vent en een echte budo-man. Vorig jaar is hij, op z’n 37e, nog nationaal kampioen van Indonesië geworden!

Hij vertelde me dat discipline hier nog wel een probleempje was. Zijn leerlingen waren niet zo punctueel en kwamen vaak pas later de les in stromen. “Te laat komen is opdrukken”, zei ik. “Haha, dat doen ze niet! Dat kun je vergeten….”, antwoordde hij.
Hoe anders is dat in Nederland dan.

Gelukkig waren ze vanavond wel allemaal redelijk op tijd, al zouden er later nog wat in stromen. Dat bleek trouwens te komen, hoorde ik later, omdat hij iedereen een berichtje had gestuurd dat er iemand uit Nederland zou komen les geven… (!) Ik hoorde later ook van de Senpais dat er nog nooit eerder met zoveel spirit getraind was. Haha, da’s wel leuk natuurlijk.

Senpai Lafran runt een kleine, maar toffe dojo. Op die plek zitten ze al 16 jaar. Het is eigenlijk een kleine gymzaal, maar dan met een stenen vloer en een hoog puntdak. Aan de voorzijde zijn twee ingangen die beiden open blijven staan tijdens de training en je zag dat er tijdens de les steeds meer toeschouwers naar binnen kwamen om te kijken, te grappig.

Bij de opening werd ik eerst in koor welkom geheten in het Indonesisch. Daarna openden we de les op de gebruikelijke manier en volgde de warming-up. Dan voel je je wel een stijve hark, hoor, af en toe. Wat zijn die mannen lenig. In een split, buik plat op de grond, of in seiza en dan achterover, rug plat op de grond, dat soort grappen. Daar was ik ietsje strammer dan de rest, zal ik maar zeggen…
Daarna lekker kihon draaien. Redelijk killing met een temperatuur van boven de 30 graden en een luchtvochtigheid van ruim 70%, maar wel heel lekker natuurlijk. En niet te zuinig ook. Kihon werd hier gewoon bijna een uur gedraaid, non-stop. Heel even een pep-talk van de Senpai er tussendoor en voor de rest bikkelen. Terug naar de basis. Je kon mij toen al helemaal uit wringen.

Gijs en Maasje mochten ook mee doen en stonden goed hun best te doen achter in de rij. Erg leuk om te zien.
Na de kihon en een korte drinkpauze voor de leerlingen, gaf de Senpai ineens het woord aan mij. Of ik wilde vertellen over kyokushin in Nederland en waarom ik deze tak van sport deed. Ik was hier ietwat door overvallen, maar kreeg een tolk er bij en wist gelukkig wel wat te improviseren. Was leuk om te doen.
En toen verraste hij me nog een keer, door te zeggen dat Senpai Joost de rest van de les zou doen… Haha, dat was leuk. Da’s geen straf natuurlijk. Ik heb de leerlingen in tweetallen laten werken en heb met ze de vier ippon-kumites gedaan en daarna nog een paar van de kyokushin-kumites. Dat vonden ze wel gaaf, hadden ze niet eerder gehad. En vooral die laatsten zijn natuurlijk ook wel praktijk gericht, altijd leuk.
Toen ik wilde afsluiten, kwam er een vraag van de Senpai; hij vroeg hoe het kwam dat ik van die stevige polsen had… Bleek dat ze bedoelden dat mijn manier van blokken effectief was, dat het blok eigenlijk al zeer deed. Dus toen heb ik daar ook nog even aandacht aan kunnen besteden, over de techniek van het blokken en hoe dat verschil maakt. Was erg grappig, want daarna wilden ze het allemaal proberen. Haha, bij iedereen ging het hetzelfde; eerst zonder techniek blokken, niks aan de hand. Dan met techniek, en dan joekelden ze. Vonden ze wel gaaf.

Tijd zat er al weer op. Eerst natuurlijk weer de nodige foto’s, zowel groepsfoto als foto’s apart met studenten en Senpai’s. Ik kreeg ook nog een prachtig cadeau, namelijk een bijzondere uitgave van een boek van Mas Oyama. Zo onwijs aardig.
Toen officieel afgesloten en daar was het einde alweer.
Wat was dit leuk! Misschien nog wel leuker dan de vorige ervaring in Jakarta, omdat hier ook jeugd bij zat en vanwege het zelf lesgeven.
We hebben nog even wat gedronken en gebabbeld samen en toen hebben ze een taxi voor ons laten komen. Dus dat drama bleef ons bespaard, want als we zelf hadden moeten gaan zoeken naar een taxi, hadden we er nu nog gestaan..
Nog een laatste hand, een laatste zwaai en een waanzinnig leuke ervaring was weer een feit.

Onderweg naar het hotel viel het ons op hoe veel honger we hadden gekregen. We zochten weer een warung (klein eetstalletje langs de weg) op vlak bij het hotel en hebben daar weer heerlijk gegeten. In het hotel lekker gedoucht en nog een klein biertje gedronken op de wederom geslaagde dag en toen ging voor ons allemaal het licht heel vroeg uit, want de wekker stond namelijk ingesteld op 03.00 uur ’s nachts. Morgen, immers, was het tijd voor “sunrise at the Borobudur”…

  • 25 Juli 2016 - 17:10

    Barbara:

    Lieve Joost, Saskia, Gijs en Maas,

    Ik verheug me nu al op de heerlijke indonesische rijsttafel die jullie voor ons gaan bereiden bij thuiskomst! ;-)

    x Barbara

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 197
Totaal aantal bezoekers 89911

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: