Rare jongens, die Balinezen... - Reisverslag uit Ubud, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu Rare jongens, die Balinezen... - Reisverslag uit Ubud, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Rare jongens, die Balinezen...

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

28 Juli 2016 | Indonesië, Ubud

Rare jongens, die Balinezen

Woensdag 27 juli 2016

Dat was een heerlijk nachtje. Onder de klamboe geen mug gezien of gehoord, laat staan gevoeld, dus dat valt al weer mee. Ook de rest van de familie blijkt ongeschonden uit hun tentje te komen en heeft ook goed geslapen.
Gisteravond nog wel gelachen. Sas en ik zaten nog even na te babbelen in de kamer onder het genot van een biertje, toen we opeens een hele harde brul hoorden, en nog een, en nog een…
Bleek er een brulkikker onder de deur door naar binnen te zijn gekropen die vervolgens hier amok ging maken… Haha. Gelukkig koos hij al snel weer het hazenpad en hebben de kids het verder niet gemerkt.

“Oh, I am sorry, I didn’t know you were going out early today. I didn’t know what you would like for breakfast, so I just improvised. I hope you don’t mind”, sprak de kok vanochtend toen we op weg naar de uitgang onze ontbijtbox op pikten. “Ah joh, geeft niets”, zeiden we nog.
Eenmaal op straat maakten we vast een box open om al lopend iets te eten… Iets improviseren? Iets improviseren?… Dit was nota bene een van de smakelijkste ontbijtjes die we ooit gehad hadden!
Heerlijke pannenkoeken (groene), gevuld met allerlei lekkers waarvan kokos het enige is wat me nu even te binnen schiet, een werkelijk zalige omelet gevuld met allerlei verse groenten, een hele doos vol met vers fruit, zoals ananas, mango en papaja. Zo wil ik iedere dag wel improviseren…

Iets voor achten stopte het busje op de afgesproken plek en konden we instappen. Er zaten nog 6 anderen in de bus die ook dezelfde bestemming hadden, maar daar bleef het gelukkig bij. Ik vond dit alweer vreselijk wennen na de afgelopen weken lekker met z’n viertjes.

Na een rit van anderhalf uur bereikten we Lakeview, een punt op 1300 meter hoogte van waar je een schitterend uitzicht had op de vulkaan Batur en het enorme kratermeer dat aan de voet ervan ligt. Hier konden we ontbijten, maar met het ontbijtje van Dragonfly nog in de maag, bleef het voor ons beperkt tot wat fruit en koffie.
Door richting de plek waar we op de fiets zouden stappen. Idee was dat we nog wat dichter richting vulkaan gingen en vandaar dan een lange stretch het dal in zouden maken, dwars door de binnenlanden.
We stopten nog even bij een farm waar ze zowel chocola als koffie maken. Langs het pad naar het hoofdgebouw kom je langs een scala van bomen met verschillende vruchten, zoals de mango, kaneel, koffie, vanille, shake skin (salak), banaan en lemon grass.

Luwak coffee is een lokale specialiteit. Wat de koffie zo bijzonder maakt (en kostbaar), is de bereidingswijze. Het komt namelijk uit een gebied waar de civet woont, een klein zoogdier dat hier door de lokalen “luwak” wordt genoemd. (vandaar de naam van de koffie). Dit beestje voedt zich met de rode rijpe koffie vruchten. Die eten ze compleet op, inclusief de bonen. Als die bonen dan in de maag van dat beestje zitten, begint daar een soort gistingsproces. Dat gaat door tot het uitgepoept wordt. De bonen zijn dan nog altijd intact. Ze worden verzameld en schoon gemaakt. Dan worden ze geroosterd en bereid zoals alle andere koffie. Het resultaat is een koffie zoals geen ander. Het heeft een rijke, zware smaak met een vleugje van karamel of chocolade. Een delicatesse voor de koffieliefhebber.
Afijn, deze koffie werd hier ook gemaakt en kon desgewenst gekocht worden. Ze gaven verder een proeverijtje van verschillende smaken koffie en je kon er chocola proeven en kopen. Heerlijk hoor, allemaal, maar niet gedaan. Immers, morgen vertrekken we naar Australië en daar mag je werkelijk niks eetbaars het land binnen brengen. Zijn ze heel streng op, weten we nog.

Vervolgens zijn we op de fiets gestapt. Een soort tour-bikes in redelijke staat, waarbij er vooral veel aandacht diende uit te gaan naar de remmen, omdat we een groot deel van de rit ook downhill zouden gaan. Allemaal een helmpje op, fles water op de stang en gassen met die bak. Wel even opletten dat er links gereden wordt hier…

Het was een super leuke rit. Heel divers ook. Onderweg hebben we veel leuke dingen gezien en gedaan, zodat we weer een beter beeld hebben van het leven hier op Bali.
Ik had ze onderweg al zien hangen, soms in grote groepen tegelijk in grote webben, maar toen we stopten om op een Balinese compound te kijken, kregen we de kans om deze grote spinnen van dichtbij te bekijken. Wat een gave beesten. Een flink lijf van enkele centimeters, met grote gele strepen op de rug, en hele lange zwarte poten. Ondanks dat hij heel groot oogt, is het een heel licht beestje en loopt het bijna elegant over je hand heen. Grappig. En van de twee dikke zwarte kaken heb je geen last, die gebruikt hij niet op mensen.

Heel kenmerkend voor hier op Bali zijn de “compounds” die je om de haverklap ziet. Balinezen zijn heel erg op familie, daar is het hele systeem op gebouwd. Op zo’n compound wonen dan ook meerdere generaties bij elkaar. Sommigen arm, sommigen met meerdere muntjes, maar de basis-opzet is overal hetzelfde. Het hoofdhuis dat voorbestemd is voor de oudsten van de familie, uit respect. (hun stoep is ook hoger dan die van de andere huizen) De huizen er om heen voor de andere gezinnen. De familie-tempel, erg belangrijk. Altijd zo mooi mogelijk versierd, voor zover de portemonnee het toestaat. En dan nog de open gebouwen waar overledenen opgebaard kunnen worden. Ohja, en natuurlijk niet onbelangrijk; apart hebben ze nog huisjes waar gekookt wordt. Dat gebeurt ’s ochtends en is direct voor de hele dag.

Aparte gebruiken ook, die Balinezen. Altijd leuk om die verhalen te horen. Een bizar voorbeeld is bijvoorbeeld dat als er een baby'tje geboren wordt, de placenta door de vader nauwkeurig wordt schoon gemaakt en ingepakt, en daarna wordt begraven onder een steen, bij de voordeur van het huis van de oudsten. Ieder zijn ding natuurlijk, maar hier stond ik wel weer even van te kijken.
Ook het verhaal dat pasgeboren babies de eerste drie maanden de grond niet mogen raken. Daarom worden al die kleintjes hier altijd getild. Als je terug kijkt, dan realiseer je je inderdaad dat we geen enkele baby op de grond hebben gezien.
Een ander bijzonder gebruik hier is dat bij kinderen, wanneer ze de pubertijd bereiken, de onderkant van hun voortanden recht worden gevijld (!). Gewoon met het handje, niet piepen. De tanden zijn daarna nog minstens een week overgevoelig en dat is nou net het idee. Het moet de kinderen leren dat ze nadenken voordat ze iets zeggen of doen. Die eerste week gevoeligheid herinnert hun daar fijntjes aan…

Heel veel aandacht is er bij hun voor de doden. Immers, Hindoes geloven in reïncarnatie. Als er iemand overlijdt, dan wordt diegene eerst een paar dagen opgebaard. Als het een rijkere familie is, kunnen ze direct voor een crematie zorgen. Maar als ze armer zijn (en dat zijn de meesten), dan zullen ze willen wachten tot er een massa-crematie is, zodat ze kosten kunnen delen en drukken. In dat geval worden de doden eerst begraven.
Iets verder tijdens onze rit, kwamen we langs een plaats waar ze toevallig zo’n massa-crematie aan het voorbereiden waren. Aan het hek langs de weg, hing een twintigtal witte lampionnen, één voor elke dode die gecremeerd zou worden. De crematie was pas 9 augustus, maar de voorbereidingen waren al in volle gang. Bloemenoffers werden gefreubeld, een grote offeraltaar was al gemaakt, waarop de doden straks gelegd zouden worden om in vuur gezet te worden en omdat het hier om veel doden ging, hadden ze ook een bamboe-verlenging gemaakt van de ondergrond waar het altaar op zou komen te staan.
De tijdelijke begraafplaats grensde aan de crematie-plek. Vlak voor de crematie, moesten de jongens uit de betreffende families de doden opgraven en de botten nauwkeurig schoon maken. Als de dode er al een tijdje lag, was dat natuurlijk goed te doen, maar lag die daar nog maar relatief kort in, dan is dat toch een naar klusje. Dan worden de botten eerst gebrand, waarna de vleesresten er met een mes afgekrabt moeten worden en dan alsnog de botten schoon gemaakt. Ook in dit geval zijn het nog altijd de jongens uit die familie die dat moeten doen… Rare jongens, die Balinezen… :-)
Het geeft hun in elk geval rust. Want pas als de doden gecremeerd zijn, komen de zielen ervan in de familietempels en blijven ze daar tot ze weer gereïncarneerd zijn.

Afijn, dit soort verhalen, zo ging het maar door. Ik hou daar wel van, ik vind het boeiend. Zo mooi hoe verschillend mensen kunnen zijn en wat voor tradities men er op na houdt. Kan ik uren naar luisteren.

Uiteraard ging de rit ook langs rijstvelden. Ook daar zijn we weer wat wijzer van geworden. Maasje heeft zelfs nog tot haar knieën in een sawa mogen staan om rijst te planten. Dat vond ze wel heel leuk om te doen natuurlijk.
Verderop kwamen we langs velden waar de rijst volgroeid was en konden we goed zien hoe de korrels zich vormen boven aan de halmen en hoe de rijst dan vervolgens gewonnen wordt.

En ondertussen fiets je maar door dat prachtige landschap, zo kleurrijk, zo groen. Wel scherp blijven op de vele scooters die je al toeterend voorbij komen en de groepen schoolkinderen in uniforms, die allemaal zwaaien en je het liefst high-fives geven terwijl je voorbij fietst.
Uiteindelijk kwamen we aan bij het eindpunt van deze route. Veel sneller eigenlijk dan van tevoren gedacht. De tijd was om gevlogen. We hadden er een paar uur op zitten, maar dat gevoel had je helemaal niet.
Wel begonnen de buikjes weer te knorren natuurlijk, van al die inspanningen en indrukken. Tijd voor een lunch en die vonden we in een leuk restaurant met de grootste koi-karpers die ik ooit had gezien (groter nog dan die in Japan) en met een waanzinnig uitzicht op de groene heuvels met de terrassen.
Kip curry stond er op het menu en heerlijke gegrilde Balinese groenten, saté en gestoomde eend. Uiteraard met lekkere rijst er bij. Weer fruit toe, papaja en banaan, en we voelden ons weer mens.
Moe maar voldaan zijn we richting hotel gegaan.

Eerst even lekker ontspannen en daarna ben ik met Maasje gaan plonsen in het zwembad hier. Na een tijdje kwam er een Frans meisje bij, net iets jonger dan Maas en al gauw hadden ze elkaar gevonden en sprongen ze hand in hand het zwembad in. Mooi toch om te zien dat er voor kinderen geen grenzen bestaan. Ze begrijpen elkaar en spelen in elke taal. Heerlijk.
Samen met deze nieuwe vriendin is Maasje de sauna in gedoken, in gezelschap van de Franse moeder. Ik heb nog even gezwommen en ben toen naar het huisje gegaan. Kwam onderweg nog een Vlaamse dame tegen die vertelde dat ze in haar eentje een jaar lang de wereld rond reisde. Begonnen in Hawai en ondertussen via Colombo, Vietnam, Cambodja en Thailand hier in Indonesië aangekomen. Zuid-Korea was haar volgende reisdoel en dan volgde er nog een zwikkie. Heerlijk toch…

Met eten hadden we vanavond pech. Voor het eerst deze vakantie, maar gek genoeg wel in de traditie van onze reizen. Dan pakken we altijd ergens iets wat de plank helemaal mis slaat.
Zo ook hier weer. Het zag er waanzinnig leuk uit, een grote open tent midden tussen de rijstvelden. Het zat erg vol, maar we konden nog net een tafeltje voor elkaar boksen. Maar al gauw bleek dat het een zootje was. Er was slechts één meisje die voor de hele tent moest zorgen en de dames in de keuken waren nog trager dan dikke ….
Wachten, wachten, wachten, en het duurde en het duurde en het duurde. We vielen bijkans van onze graat. Alleen Maasje kreeg wel haar gerecht geserveerd, de rest van ons niet.
We moeten hebben uitgestraald dat we zo’n honger hadden, want een paar tafels verderop zat een Franse familie en die kwam ineens met een complete pizza aan. Die mochten we wel hebben, zeiden ze. Die was eigenlijk voor hun jongste zoon, maar die was intussen ook al op de bank in slaap gevallen, zo lang duurde het ook voor hun, dus die ging niet meer gegeten worden. Het was precies de pizza die Gijs ook had willen bestellen, dus dat kwam goed uit. Als hongerige wolven hebben we die binnen no-time weg zitten schrokken.
We hebben daarna nog een kwartier gewacht, maar toen er nog steeds geen enkele beweging was wat ons eten betreft, waren we het zat. Ik heb de drankjes betaald, en natuurlijk de pizza van die Fransen, en de rest zochten ze maar uit.
Beetje jammer dit, maar goed, het zal onze dag verder niet verpesten. Restaurant “Kname” is in elk geval geen aanrader, onthoud dat.

En nu zitten we weer net zo als gisteren geïnstalleerd in ons huisje. Kids liggen er net onder. Ze waren moe, vooral Maasje. Die was dan ook binnen een minuut vertrokken.
Nog één nachtje in dit bijzondere en supergave hotel en dan zit de eerste keer Bali er al weer op. Morgenavond laat vliegen we alweer naar Cairns, Australië. Overdag willen we hier nog wat doen, we denken aan de heilige Apen-berg, en dan zullen we aan het eind van de dag weer een taxi richting Denpasar pakken.
Het gaat zo hard allemaal, al hebben we wel al het gevoel dat we super lang weg zijn. Da’s natuurlijk ook wel weer een goed teken.
Afijn, voorlopig hebben we nog even. Gelukkig maar.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 215
Totaal aantal bezoekers 89946

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: