Dag 18 en 19 - Reisverslag uit Wakai, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu Dag 18 en 19 - Reisverslag uit Wakai, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Dag 18 en 19

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

31 Juli 2017 | Indonesië, Wakai

27 juli 2017


Tweeënhalve week zijn we bezig geweest om ons langzaam een weg te banen van het zuidelijkste puntje van Sulawesi (Makassar) naar midden-Celebes (Ampana) om van daar de sprong te kunnen maken naar het enige stukje Indonesië wat we maanden geleden al hadden vastgelegd; “Bolilanga Island”.

“Yes, it takes determination to get to the Togean Islands, but believe us, it takes much more determination to leave”

Zo luidt de inleiding in de Lonely Planet over deze eilandengroep in de Molukse Zee. Het eerste stuk kunnen we al enigszins beamen, met lange busreizen en autoritten, dwars door de tropische en bloedhete binnenlanden, al hebben wij dat geen moment als straf ervaren.
Vandaag zou er nog een laatste hindernis genomen moeten worden, twee verschillende boottochten en dan moeten we er zijn. Of het tweede deel van de quote klopt kunnen we pas over een dag of wat bevestigen…

Maar goed, vooralsnog werden we eerst wakker in ons huisje in Ampana. De wekker stond bijtijds, om 07.15 uur zaten we al aan het ontbijt. Ook nu weer bleven de schalen komen, ook al gaven we aan dat ze konden stoppen met eieren bakken en toast maken. Alsof het in hun systeem zat vastgeroest; vier gasten, vier keer ontbijt, wat ze ook zeggen. Even leek het of de big boss, die even langs kwam, het wel begreep, maar toen werd er een compleet andere maaltijd voor mijn neus gezet, een warme nasi met groenten. Heerlijk natuurlijk, dat dan weer wel… haha.

Toen we uit hadden gecheckt, stonden er twee tuktuks klaar om ons naar de haven te brengen. Die gasten namen elk een rugzak op de rug en wij konden als echte kolonialen voorin plaats nemen. Tien minuten later reden we de pier van de Marina op.
Dadang wachtte ons op en zorgde voor onze registratie. Dit was de plek waar we voor het eerst meerdere toeristen bij elkaar zagen, allemaal bezig met hun overtocht naar de verschillende eilanden. Jochem en Carly waren er ook, sterker nog, die hadden de stoelen naast ons toegewezen gekregen.
Om 09.00 uur gingen er twee boten; de “public boat”, een wat groter exemplaar die langzaam vaart en die meerdere stops maakt op de route. Die doet er bijna de hele dag over om in Wakai te komen. En je hebt de speedboat, een kleinere snelle boot met drie joekels van motoren er achter met plaats voor een man of 40, die in 1,5 uur naar Wakai dendert. Dat sprak ons wel aan. Immers, we zouden daarna nog een stuk moeten varen.
Wij hadden stoelen 1 t/m 4, en dat betekent dat je in de cockpit zit. Sas en Maasje zaten zelfs naast de stuurman. Prima plekje, veel beenruimte en mooi uitzicht.

Een prachtige tocht volgde. Het water was op dit deel van de reis nog spiegelglad, dus we vlogen over de golven. Na ongeveer drie kwartier bereikten we het eerste eiland, Bomba. We passeerden het aan de westkant en bleven de oever volgen. Het water kleurde in alle tinten blauw, beschikbaar tussen diepblauw en licht turquoise. Kleine rots-eilandjes links en rechts, soms met een Bajao-huis op palen er op, want ook in dit gedeelte komen de Nomaden van de zee nog veel voor.
We maakten twee razendsnelle stops om een paar mensen af te gooien, waarvan één keer bij een dorpje voor een bruiloft. Kleine boefjes in keurige, vrolijke feestkleding zwaaiden ons uit bij de pier. Wat een bijzondere werelden zijn er toch…

De volgende stop is Wakai, een wat groter plaatsje, centraal gelegen op een van de grootste eilanden. Hier stappen wij van de boot af op de pier, maar verder dan die pier komen we niet. We worden opgewacht door Lani, die ons mee zal nemen op het tweede stuk. We nemen nog even afscheid van Jochem en Carly, die vanaf hier een ander bootje pakken naar hun eiland (Una Una) en stappen dan aan boord van de Jaranga, het traditionele houten bootje hier met aan weerszijden de stabilisators aan lange stelen. Achterop zit een klein motortje, met een prop aan een lange stok.

Ook deze stretch zou anderhalf uur duren. Het begint heel relaxed, op wederom spiegelglad water. We passeren het ene schitterende Robinson Crusoë-eiland na het andere, allemaal met rots-formaties, prachtige regenwouden op de top en verborgen stranden met prachtig wit zand aan het heldere blauwe water.
Maar wij moeten verder. Ons eiland ligt aan de rand van de Togean Islands, dus dat betekent dat we het open water op moeten. En met de noordooster die vandaag waait, betekent dat we dan wel even tegen de golven op moeten boksen met het kleine houten bootje. Toch voelt het geen moment gevaarlijk of onprettig. Misschien komt het wel doordat het heldere water je het idee geeft dat je in een groot zwembad dobbert, ik weet het niet, maar wij hebben er in elk geval geen last van.

Wanneer we Katupat gerond hebben, doemt daar om de bocht onze bestemming op; Bolilanga Island. Wat een pracht gezicht. Een schitterend mooi groen eiland, met links (voor de kijkers) vooral heel veel groen en rechts een prachtig wit zandstrand dat zich ver uitstrekt in de lengte en versierd wordt met palmbomen. In die kleine baai moeten we wezen.
Achter het strand staan iets van 12 houten cottages keurig op een rij in de schaduw van het groen, elk met een terras met uitzicht op de zee. Dat moet al een feest zijn om daar te mogen verblijven.
Maar, helemaal links op het strand, afgelegen van de rest, staan nog twee huizen op palen boven het water, met de ruime balkons pal boven het koraal. Dat zijn de twee “honeymoon-suites” van het eiland, en één daarvan, degene die het verst van alles en iedereen verwijderd is, hebben wij gehuurd! Hoe vet is dat?!…

De jaranga glijdt tot vlak voor het strand en we stappen uit in het warme zeewater. De tassen worden aan land gebracht en we worden super hartelijk ontvangen door de gastheren.
Eerst brengen ze ons naar ons huisje. Of nou ja, huisje….. zeg maar huis! Super ruim opgezet, met een grote ruimte waarin een enorm hemelbed staat. Verder heel basic ingericht, zoals alles hier eigenlijk steeds is. Een badkamer, voorzien van toilet en douche, en dan de dubbele deuren naar het grote terras, de uitsmijter van dit huis. Want hier sta je dus letterlijk boven het koraal. Een paar meter onder je speelt zich een prachtige onderwaterwereld af. Je ziet de meest prachtige vissen zo onder je neus door zwemmen in het kraak- en kraak heldere water.
Bij eb (midden op de dag en ’s nachts) staat het water misschien maar 50 cm hoog, maar bij vloed is het zelfs zo hoog dat je je van een houten trapje aan de zijkant van het balkon naar beneden het water in kan laten glijden om een snorkeltocht te beginnen.

We hebben al in best wel wat bijzondere plekken geslapen her en der, maar dit is wel een heel onwerkelijk plaatje. Qua snurk-plaatsen aan het water hebben we nog nooit zo bijzonder gezeten. De rust, het uitzicht, het koraal aan je voeten, de groene heuvels in de verte.
Er wordt een hangmat opgehangen op het terras en dan is het plaatje helemaal compleet, dan weten we het zeker; dit is paradijs!

We worden gevraagd eerst te komen lunchen. In het centrale gebouw, een gezellige houten open huis halverwege het strand, zitten op dat uur de andere gasten van het eiland al aan tafels aan elkaar. Een groepje Italianen, wat Fransen en een Duitse familie, alles bij elkaar misschien 18 man.
Wij pakken onze eigen tafel en lunch wordt geserveerd. Drie keer per dag zullen we hier terecht kunnen voor ontbijt, lunch en diner. Je eet wat de pot schaft, maar daar hoef je je geen zorgen over te maken, lazen we al op diverse sites. Het is weliswaar vegetarisch of vis wat ze maken (even schakelen voor een carnivoor), maar het moet allemaal heerlijk zijn. Koffie, thee en water staat de gehele dag voor je klaar en wil je wat anders drinken, dan is er een bar beschikbaar.

Er was niets aan gelogen. Het eten was inderdaad geweldig lekker. Simpel, voedzaam, maar zeer smakelijk bereid. Rijst als basis uiteraard, in een metalen vergiet wederom, aangevuld met groenten (wortelen, bonen, spinazie), komkommer in zoetzure saus en gepocheerde eitjes.
Alles ging weer schoon op.
Die Gijs vooral, niet normaal, die eet zo verschrikkelijk veel opeens. Of dat nou toeval is omdat hij een groeispurt heeft, of dat de Indonesische keuken voor hem gemaakt lijkt, maar het is soms niet te filmen. Minstens drie keer zo veel als dat we van hem gewend zijn. Heerlijk om te zien.

Na de lunch lopen we eerst even de andere kant van het strand op. Even verkennen. Een houten pier loopt daar een meter of 80 de baai in, helemaal tot waar het wat dieper is en waar je dus zou kunnen springen en duiken. Aan het eind hebben ze een klein open huisjes gemaakt, met lounge banken, zodat je beschut kunt zitten en het zal het laatste puntje zijn van waar je de zon gaat zien aan het einde van de dag.

Op de weg terug lopen we even langs het winkeltje en huren wat snorkels en flippers voor de kids. Twee grote honden lopen met ons mee, direct al dikke maatjes met Gijs en Maasje.
Terug in ons huisje ben ik even een uurtje eerst samen met Muis in de hangmat natuurlijk. Daar ben ik nog even een half uurtje weg gedommeld en toen het heetst van de dag voorbij was, maakte Maasje me wakker en was het hoog tijd voor de eerste snorkel-sessie.
Omdat het eb was liepen we naar het strandje terug en begonnen we daar. Je loopt 5 meter het water in, zet je af en zweeft al direct boven het koraal. Meteen opent de onderwaterwereld zich voor je neus.
Het was wel even zoeken om een goeie route te vinden richting dieper water, want je wilt niet te dicht boven het koraal komen om de kans te hebben het te beschadigen, maar eenmaal daar dobber je ape-relaxed rond in het warme rustige water en je geniet, geniet, geniet.
De kids vonden het geweldig en voelden zich al meteen helemaal vrij. Steeds kneep er weer eentje in m’n arm of hand als ze iets bijzonders zagen of wuifden ze hard als ze de zoveelste prachtig blauwe zeester hadden ontdekt.
Ruim anderhalf uur duurde deze eerste ontdekkingsreis en het was geweldig. Zoveel gezien al.

We zijn er bij de pier uit geklommen. Gijs zag op de trap een grote krab en wilde die op pakken, maar het dappere beest zette zich schrap en gaf geen inch toe. Met een schijnbeweging maakte hij zich los en dook in het water. Ja, lekker dan, daar lag ik nog en ik zag dat gekke beest steeds wild flapperend recht op me af komen met de scharen voor zich uit. Ik kon ‘m een paar keer ontwijken, maar na drie keer vond ik het welletjes en lepelde ik ‘m met mijn flipper uit het water en legde hem op de steiger.
Gijs ging voor poging twee om hem te pakken, had ‘m uiteindelijk bij zijn billen vast, maar dit type krab was zo lenig dat ie met z’n scharen onder zijn eigen benen door ging en Gijs vol in de vinger te pakken had. Haha, net een tekenfilm. Chief wapperde daar joekelend met die enorme krab aan zijn vinger tot die uiteindelijk los liet en in de zee belandde. Gijs had een paar nare krassen aan zijn vingers, maar kon er wel om lachen. Tja, wie met vuur speelt….

Terug in het huisje gingen we al snel weer in de relax-modus. Muis en ik lagen op een bankje op het terras en vielen al snel in slaap. Anderhalf uur later werden we pas wakker en toen was het eigenlijk alweer tijd voor het avondeten. Gauw even gedoucht en weer richting het hoofdgebouw voor wederom een heerlijke maaltijd.
Hoewel je dus met in totaal zo’n 20 man daar zit, heb je toch het gevoel dat je alleen bent. Ieder zit met zijn of haar groepje aan een tafel, er klinkt gezellig geroezemoes, maar niks overheersends, niks storends. Na het eten liepen Gijs en Maasje het strand op om met de honden te dollen en in het donker “10 tellen in de jungle” te spelen en dronken Sas en ik nog een biertje op het terras. Wat was dit genieten. Het was echt nog vele malen mooier en beter dan we hadden durven hopen.

Op de weg naar het huisje kwamen we gigantische heremietkreeften tegen die aan de wandel waren. Niet normaal, zo groot. Gemiddeld formaatje tennisbal, minimaal. Dat was natuurlijk weer even kaasje voor de Chief, onze kriebelkruiper-expert.
Zo ’s avonds, als het windje weg gevallen is, neemt de temperatuur wel meteen weer rap toe. Zeker in het huisje is het dan warm. We zijn dan ook weer lekker op het terras gaan zitten, hebben de lichten uit gedaan en hebben genoten van het sterren-spektakel.
Je zit hier praktisch op de evenaar en dat betekent dat je recht onder de melkweg zit. Een onwaarschijnlijk schouwspel als gevolg, met in het midden dan de melkwitte milkyway, omringd door honderden sterren, waarbij je iedere minuut wel een paar keer getrakteerd wordt op een vallende ster. Waanzinnig!

Waar je trouwens ook op getrakteerd wordt, zelfs hier in het paradijs, is de kakkerlak… En dan heb ik het niet over formatie mestkever, maar over formaat kleine muis in de meest bijzondere kleuren, alsof ze zo uit Startrek komen. Die komen dus ’s avonds wel tevoorschijn en sommigen wandelen dan door je badkamer of over je terras. Ze doen ons niets en zij banger voor ons dan andersom, maar niet iedereen is er van gecharmeerd, zal ik maar zeggen… haha. Maar goed, die nemen we op de koop toe.

De kids zijn uiteindelijk in het grote hemelbed gaan liggen vannacht, onder de klamboe. Al moet ik zeggen dat ik hier nog geen mug of vlieg heb gezien. Alleen motjes vliegen hier ’s avonds op het licht af.
Sas en ik gaan slapen op een matras buiten, onder de sterrenhemel. Hoe lekker is dat? Maar eerst nog even een kleine toost op deze magische plek. Wat een feest!


28 juli 2017

OMG, wat was dit heerlijk wakker worden. Iets voor zevenen opende ik mijn ogen en waande mij meteen weer in het paradijs. Strakblauwe lucht, aangenaam briesje, lekker warm, kabbelend water onder mij en een prachtig uitzicht over het water en de bergen op de achtergrond.
Ik heb een prima nacht gehad buiten met Sas onder de sterren. Lekker geslapen en geen last gehad van gekke beesten.
Ik hees me overeind en keek in het water. Tussen het koraal zwommen alweer de mooiste vissen rond en onder ons huisje. Op dit uur was het vloed en dan zwemt er meteen ook veel meer zo dicht bij de kust. Hier zijn ze immers veiliger voor jagers dan in het diepere gedeelte.

Ik heb even aan mijn verslag gewerkt, maar al gauw kon ik me niet meer concentreren. Ik werd continu afgeleid door al het leven in het water en besloot, nu iedereen toch nog sliep, om van de gelegenheid gebruik te maken om een zwemmertje te doen. Ik trok mijn flippers aan, pakte mijn duikbril en snorkel, meldde me af bij Sas en verdween over de reling van het balkon het water in.
Gisteren was mij verteld dat je het hele eiland kon rond zwemmen en dat je daar ongeveer een uurtje voor nodig had en dat leek mij een mooie start van de dag.

Het water was rustig en superhelder, alsof je door een raam keek, en het bruiste al van alle activiteit rond het koraal. Er was zoveel te zien, het liefst zou je af en toe willen blijven dobberen, maar ja, het was een pittige afstand, dus ik hield de gang er maar even in. Bij het ronden van de eerste bocht, kwam je in de schaduw te zwemmen en nam het zicht wat af. Ook was het hier wat dieper. Pas bij de volgende bocht kwam het koraal weer meer naar het oppervlak en was er weer veel te zien. Toen ik na de 3e bocht een rotswand naast me zag, besloot ik daar even aan te gaan hangen. Toen ik grip had en boven water kwam, keek ik links volledig de wereld uit. Er was niks anders te zien dan oceaan. Geen eiland meer in zicht. Ik hing aan het laatste puntje rots voor de oneindigheid.
En het was daar dat er zo’n tevreden gevoel over me heen kwam. Ik voelde me ineens zo gelukkig en bevoorrecht. Wat hadden we het toch allejezus goed! Zo’n mooie lieve vrouw, zulke wereld-kids, zulke absurd bijzondere dingen die we samen konden mee maken, zo’n verschrikkelijk leuk leven. Ik hing daar aan die rots gewoon een stukkie dankbaar te wezen. Heel apart.

Ik heb de tocht verder voltooid en ben zekerheidshalve maar vlak langs de rotsen blijven zwemmen. Wist niet hoe de stroming hier was. Eenmaal terug in het water tussen de eilanden kon ik weer wat meer afstand nemen en struinde ik het rif weer af. Ik zag nog een mooi verscholen strandje en nam me voor daar straks met Sas en de kids heen te zwemmen.
Een klein uur later kwam ik weer aan bij het huisje. Sas stond me al op te wachten. Die had al heel wat foto’s genomen van de omgeving en begon zich net af te vragen waar ik bleef.
Mooi rondje, zeker voor herhaling vatbaar.

Toen de kids ook wakker waren, zijn we eerst gaan ontbijten. Een grote lekkere dikke dichtgeslagen pannenkoek met chocola, kleine banaantjes en een omelet waren de ingrediënten hiervan. Ik denk dat ik serieus leef op 6 tot 8 eieren per dag momenteel. Rijst en eieren, dat is echt dé basis hier. Prima trouwens…. :-)

Sas wilde ook snorkelen, dus niet veel later wandelden we over de pier naar het huisje. Dat zou het startpunt worden. Terwijl Gijs en Maas aan de ene kant van de pier richting een koraalrots zwommen om daar de beessies te bekijken en Sas aan de andere kant bezig was met haar uitrusting, maakte ik een bommetje in het water. Toen ik boven kwam, zag ik net Gijs vol gas mijn kant op komen, terwijl hij Maas met zich mee trok. Hij had een Stingray gezien en het klonk haast of dat beest hem wat had aangedaan. Toen Gijs op de kant zat, ben ik die kant op gezwommen en inderdaad, vlak voor die rots lag een enorme pijlstaartrog roerloos op de bodem. Zijn vervaarlijke staart stak schuin omhoog. Maar het was gelukkig niet het type met de blauwe stip op de rug (die zijn het gevaarlijkst) en bovendien lag hij te laag om Gijs iets te hebben kunnen aandoen. Toen ik dat later tegen Gijs zei, zei hij: ”Ja, dat weet ik. Hij heeft me niet geraakt. Ik schrok gewoon voor de zekerheid”… Haha, dat werd meteen de quote van de dag. “Ik schrok voor de zekerheid” Lekker jong.

Maar dat was nog niet alles; juist toen ik weer terug kwam bij de pier, zei Sas dat ze de vis met de stekels had gezien. Dat is de enige echt giftige vis hier in deze wateren. Ik wist dat ie er zou kunnen zitten, maar had ‘m nog niet gespot. Sas doet één been in het water en ziet ‘m direct.
Ik weer in die richting gezwommen en ja hoor, recht onder het huisje aan het eind van de pier, cirkelend om een van de palen, zwom de “Lion Fish”, een supergiftige vis met de grote waaiers en stekels. Prachtig om te zien, maar ozo gevaarlijk.
Nou is dat een heel territoriale vis, dus daar waar je ‘m ziet, daar zal die morgen ook nog zitten. Je hoeft niet bang te zijn dat die je achterna komt. Zolang je maar een beetje afstand houdt, is het ok.

We zwommen met ons vieren richting het verborgen strandje, waar een heel legioen van heremietkreeften bleek te zitten die allemaal een stukje schaduw probeerden te vinden achter een omgevallen palmboom. Van hieruit zwommen we richting het open water om het koraal daar uit te checken. Sas had in Australië vorig jaar niet veel kans gehad om het water in te gaan en die genoot nu volop. Zoveel te zien. Was leuk om dat samen zo weer te beleven.
Na een tijdje zijn we de andere kant op gegaan, richting de rots met de pijlstaartrog. Die was ondertussen verdwenen, maar de grote zeesterren die ik wilde laten zien, lagen er wel nog allemaal. Mooi plaatje ook weer.

Na een kleine twee uur was het weer even mooi geweest. “Teveel indrukken”, zei Sas, die dringend even pauze moest hebben. Terug in het huisje hebben we gedoucht en we zaten nog maar net te chillen op het terras toen er al weer aan de deur geklopt werd: “Lunch is ready!”… Hoe briljant weer.
Dit keer met lekkere gebakken aubergine die je uit de schil kon lepelen en een heerlijke salade van mie en komkommer, tezamen met vis en natuurlijk rijst.

Sas en Maasje gingen voor een siësta, maar Gijs en ik konden niet slapen. Wij besloten op onderzoek te gaan in het gebied dat nu door de eb droog of bijna droog was komen te staan. We kwamen de gekste beesten tegen. We vingen een bizarre garnaal, vrij groot met tijgerstrepen bovenop en knalpaarse voetjes, mudskippers schoten tussen de wortels van de waterbomen door en krabbetjes en kreeften wroetten in de modder.

Plotseling hoorde ik Gijs een kreet geven; een waterslang schoot vlak voor zijn voeten weg, een halve meter, wit met zwarte strepen. Dat hadden we even niet zien aankomen, die had ik hier niet zo dicht bij de huisjes verwacht.
We liepen verder en toen kwam er weer een waterslang, deze keer helemaal wit, in volle vaart op Gijs af. Gijs schrok, sprong achteruit en daar schrok die slang weer van en die schoot op haar beurt rechtsomkeert met een noodgang de zee in.
We besloten om aan een lokaal te vragen hoe het zat met de slangen hier. De witte was geen probleem, die was ongevaarlijk, zo bleek later, maar de wit/zwarte, dat was wel een probleem. Dat beest was erg giftig.
Aha, puntje van aandacht dus… :-)

Toen we dit in het huisje vertelden aan Sas en Maasje, kregen ze direct bewijs van het bestaan van de waterslang, want er kwam een enorm exemplaar aan zwemmen, recht onder ons huisje door. Dat beest was minstens 80 cm, als het niet langer was. Even verstopte hij zich tussen twee rotsen onder aan ons trapje het water in, maar toen bedacht hij zich en zwom een meter of vijf het rif op om zich daar tussen koraal te verschuilen. Mooi gezicht, hoor.

Tijd voor Sas en mij om een snorkeltje te doen. Maasje en Gijs wilden even wachten, Maasje ging wel mee het strand op om daar te lezen en Gijs wilde een boek lezen in de hangmat.
Sas en ik zijn begonnen bij de pier, omdat het water nog net te laag was om lekker vanaf ons huisje te vertrekken. In het water checkten we eerst even de Lion Fish, die inderdaad nog altijd stoïcijns cirkeltjes zwom boven “zijn” rots. Daarna zijn we onder de pier door gezwommen en hebben we het rif verkend waar ik vanochtend zoveel leven zag. En we werden niet teleurgesteld, er was weer genoeg te zien. Het is vooral leuk om een groot stuk koraal te vinden en daar dan zo stil mogelijk boven te blijven dobberen. Dan zie je steeds meer vissen tevoorschijn komen vanuit alle gaten en kieren waarin ze zich schuil houden. We hebben alle soorten en maten wel weer gehad, waaronder ook een enorme Marasse, echt een joekel, die Sas nog even te pakken had door recht op haar af te komen. Haha, maar die braverds doen verder niets.
We hebben heel lang rond gezwommen. Het was zo mooi. De zon had ons ’s ochtends al aardig te pakken gehad, dus we zwommen allebei in t-shirts met lange mouwen. Plat op je buik in het zoute water met dit weer op deze breedtegraad, dan gaat het bloedverziekend hard.

Toen we uit het water kwamen, vonden we Maasje op het strand met “Henk”, de grootste van de twee honden. Daar had ze al die tijd mee gespeeld en nu hadden ze samen een kuil gegraven waar de hond in was gaan liggen, boven op de schoot van Muis. Dikke mik die twee.
Maasje was tussen de middag even niet zo lekker geweest, dus die had expres even rustig aan gedaan, maar nu voelde ze zich weer ‘bien' en dus stelde ik voor om nog even bommetjes te gaan maken vanaf de pier. Dat zag ze wel zitten natuurlijk.
Erg gelachen. Aan de kop van de pier hand in hand naar beneden gesprongen en dan steeds om de Lion Fish heen naar het trapje voor de volgende sprong.

De zon begon ondertussen in de zee te zakken en de magen begonnen te knorren. Dus gauw even gedoucht allemaal en naar het hoofdgebouw gegaan.
We hebben daar ook geregeld dat we morgen een trip gaan maken naar Jelly Fish Lake, een van de drie meren in de wereld waar je kunt zwemmen tussen de kwallen. Niet enkele stuks, maar miljoenen kwallen die allemaal in dat meer leven. Een unieke ervaring. Morgen ongetwijfeld meer daarover.

Net toen we klaar waren met eten, kwam David, de oudste medewerker hier en tevens iemand die hier zijn hele leven heeft gewoond. Hij had een jonge Coconut-krab bij zich. Coconut krabben kunnen tot wel 3 kilo worden, klimmen in palmbomen en snijden daar de kokosnoten er uit. Mega-beesten. Dit was nog een jonkie, maar deze was al impressive.
Hij bood aan om even door de jungle te lopen, naar een plek waar wel vaker deze krabben aan land komen. Dat liet Gijs zich geen tweede keer zeggen. Maasje wilde ook mee, maar moest al vrij rap afhaken. De steile klim naar boven in het donker in de volle rimboe was te pittig voor haar. Ik gaf Maasje mijn zaklamp mee voor het stukje terug en moest verder in het donker. Gijs scheen mij af en toe bij, maar het was wel bikkelen geblazen, zo half op de tast. De hitte en de hoge vochtigheid maakten dat we halverwege de klim het zweet al in stralen van ons af hadden lopen.
Beetje minder was dat bij één hindernis mijn knieschijf er weer een stukje naast schoot. Dat was even afzien en vooral weer even een eye-opener dat het nog steeds niet helemaal jofel zit.
Na een minstens net zo steile afdaling kwamen we uit op een heel klein strandje. Daar verdween David even uit het zicht. Hij zocht naar de krabben. Wij vermaakten ons ondertussen met kleinere exemplaren die daar tussen de rotsen verstopt zaten.
Helaas kwam David met lege handen terug. Er was niets te vinden die avond. Tja, wilde dieren heb je niet in de hand. Hij zou het de volgende dag nog eens proberen.

Drijfnat van de terugweg kwamen we weer aan in het hoofdgebouw waar Sas en Maasje samen zaten. We hebben daar nog even een biertje gedronken en zijn toen naar de hut gegaan.
Weer even lekker geborreld op het terras en de posities weer ingenomen voor de nacht. Wekkertje gezet, want we zouden de volgende dag een beetje bijtijds vertrekken.
Wat een geweldige dag was dit weer geweest. Af en toe even in de armpjes knijpen om te check en of we niet stiekem dromen. Maar nee, het is toch echt voor het echie.
Heel benieuwd naar morgen. Wat gaat die ons weer brengen…

video 1: ochtend zwemmertje:


video 2: speedboat to Wakai


video 3: Jaranga to Bolilanga


video 4: Aankomst Bolilanga

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 262
Totaal aantal bezoekers 89909

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: