24-10-2018 - Reisverslag uit Ngorongoro, Tanzania van Joost Veld - WaarBenJij.nu 24-10-2018 - Reisverslag uit Ngorongoro, Tanzania van Joost Veld - WaarBenJij.nu

24-10-2018

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

25 Oktober 2018 | Tanzania, Ngorongoro

24-10-2018

De afgelopen nacht blijken er meerdere hyena’s het kamp onveilig te hebben gemaakt. Ze waren overal, tussen alle tenten door. En een Tanzaniaanse wijsheid is; “als er hyena’s zijn, kunnen de leeuwen niet ver weg zijn.”
Ik heb er zelf niets van gemerkt overigens, die uurtjes sliep ik kennelijk als een baby. Wel werd ik tegen het ochtendgloren gewekt door een grote groep apen die het kamp belaagden. Eens in de zoveel tijd komen ze langs, in de hoop voedselresten te vinden. En dat gebeurt dan met een hoop bombarie en kabaal, alsof het kamp belegerd wordt. Beter om dan nog even in je tent te liggen, veilig achter het stugge tentdoek.

Ontbijt was al vroeg vandaag, om 06.00 uur schoof ik de eerste ananas en watermeloen naar binnen, gevolgd door pannenkoekjes en een heerlijke kaas-omelet met spek. Goeie koffie en verse jus maakten het vroege feestje compleet.
Tijd om weer afscheid te nemen van de gastvrije mensen van Thorn Tree Camp, een absolute aanrader voor een verblijf in de Serengeti. Wat een top-ervaring was dit weer!

We hadden net een tiental kilometers afgelegd over de Serengeti, op weg naar de main gate, toen de auto er de brui aan gaf. Een afgebroken benzineleiding bleek de oorzaak. Gezien de mate waarin de auto’s op hun donder krijgen over deze extreem slechte wegen, niet zo heel gek natuurlijk, maar waarom net nu?…. Net op de dag van de Ngorongoro…. Ik zag ons al de rest van de ochtend of dag staan klooien in deze middle of nowhere…
Maar toen kwam er een auto voorbij van iemand die in het park werkt. What are the odds? Samen wisten ze de kapotte leiding onder de auto te verwijderen en was er al snel een plan geboren. De jeep beschikt over twee benzine tanks die separaat peut kunnen leveren, dus nou moest alleen nog de peut van de ene tank naar de andere overgeheveld worden. Na een eerste geïmproviseerde handeling konden we nog net een kamp van de rangers bereiken en daar hebben ze m.b.v. een slang, een emmer en een cola fles het klusje geklaard. Ik snapte het nog steeds niet helemaal, maar was al lang blij dat we uiteindelijk met slechts een uur vertraging alsnog op weg konden.

Net buiten de poorten van de Serengeti passeerden we de rivier-crossing die vorig jaar nog in het nieuws was met het verschrikkelijke verhaal over het jonge Masai meisje (4). Zij was daar met een paar andere kinderen een kudde geiten aan het hoeden, toen ze werd verrast en gegrepen door een python. De andere kinderen, allemaal in die leeftijd, renden terug naar het dorp om hulp te halen. Toen de dorpsbewoners terug keerden, vonden ze de wurgslang die lekker lag uit te buiken. Ze doodden het dier en sneden de buik open. En daar vonden ze het levenloze lichaampje van het jonge meisje.
Ook dat is Tanzania…
Sindsdien zie je geen kinderen meer bij die crossing. Ook nu was er alleen een volwassen Masai met zijn kudde te zien. Ik noemde overigens al eerder hoe bizar het is om te zien hoe jong de kinderen hier al alleen met een flinke kudde op pad worden gestuurd. Geheel volgens de Masai tradities overigens, maar dit soort gebeurtenissen zetten je wel aan het denken.

Na 2,5 uur rijden komen we bij de entree poort van de krater. Die ligt hoog op de bergrug, vanwaar je over de hele krater kunt kijken. We gooien het dak van de jeep open en rijden de Ngorongoro krater in. Een steil pad van rode aarde, breed genoeg voor één auto leidt ons naar beneden. Nu is het al lang droog geweest en is de weg goed begaanbaar, al gaan we stapvoets vanwege de scherpe bochten, de bulten en butsen, en vooral de flinke hellingshoek. Als je hier in het regenseizoen naar beneden moet, zal het hele andere koek zijn…

Tijdens het afdalen, ben ik wederom zwaar onder de indruk van de schoonheid hier. Op de wijde vlaktes ontwaar je de eerste kuddes al, als zwarte stippen op een geel doek. Het grote zout water meer ligt als een blauwgrijs vlak in de linkerhelft, terwijl het moeras donkergroen kleurt aan de rechterkant. Roofvogels cirkelen hoog in de lucht, op zoek naar prooi.
Masai zul je hier overigens niet (meer) vinden. Ze woonden er vroeger wel, maar ze hebben de krater verplicht moeten verlaten. Zij hebben namelijk honden en die brachten ziektes mee die onder andere de leeuwen in gevaar brachten.
Alle dieren die in de krater leven, blijven altijd daar. Er is geen migratie, simpelweg omdat de bergen te hoog en de hellingen te steil zijn om er uit te komen. Ben je geboren in de krater, zul je daar ook sterven. Maar een straf is dat niet. De beesten hebben de ruimte, alle seizoenen en bodemsoorten die ze nodig hebben, zijn vertegenwoordigd en het gebied is beschermd.

We passeren eerst op zeer korte afstand een paar hele oude buffels die de sporen des tijds zichtbaar dragen en ongestoord hun maal bij elkaar knagen.
Dan, als de auto weer horizontaal komt en we de vlakte op rijden, doorsnijden we een lint van honderden gnoes die stapvoets richting het oosten slenteren.
Kraanvogels, met de mooie kronen op hun kop, staan in koppels de grond om te ploegen, terwijl ze om de beurt de omgeving afspeuren op loerend gevaar. Deze mooie vogels passen in het rijtje van de dik-dik en onze zwanen, ook zij zijn zo trouw als wat.

Als we langs het zoute meer komen, ontwaren we de eerste leeuwen van de dag. Twee vrouwtjes liggen in het hoge gras uit te buiken. Op de achtergrond zie je een zee van roze flamingo’s die afwisselend waden door het water en dan weer massaal opstijgen voor een korte vlucht.

Op een kilometer van het meer vandaan, vinden we een poel met zoet water, waar weer een hele bult hippo’s bij elkaar ligt. Het water is hier beduidend schoner dan de poel in de Serengeti en de beesten ogen ook een stuk rustiger. Op hun ruggen zitten witte ibissen en ooievaars, terwijl de oevers gevuld worden door pelikanen. Op de groene weiden erachter grazen zebra’s en gazelles. Een mooi plaatje.

Weer passeren we een groep leeuwen, ditmaal veel groter. Een mannetje overziet zijn harem die ook lekker liggen te luimen. Alleen een staart die af en toe de vliegen weg jaagt, laat zien dat het geheel nog ademt.

Een stuk actiever zijn de jakhalzen. We komen er een aantal tegen, waarvan er eentje een prooi in de bek heeft. Jakhalzen leven ook in koppels, alleen zijn ze onderling iets minder sociaal. Ze zullen nooit hun buit delen, ook niet met hun partner. Dan is het ieder voor zich en God voor ons allen.

Niet veel verder komen we nog twee jakhalzen tegen, waarvan er eentje het vlak bij onze auto op een jagen zet. Doodstil staat hij in het gras, zijn oren gespitst, te wachten tot een rat of muis een foutje maakt. Zodra hij er eentje heeft gehoord, gaat hij schrap staan. Alle spieren spannen aan. Hij focust en focust, net zolang tot hij zeker weet waar de prooi zich bevindt en dan zet hij af. Met een net zo hoge als sierlijke sprong snijdt hij door de lucht en landt met twee poten tegelijk op zijn prooi, direct gevolgd door zijn bek.
Het is 50/50 voor het knaagdier. Soms weten ze nog te ontkomen, maar deze keer heeft de betreffende rat geen geluk. Hij belandt in de bek van de jakhals, die vervolgens binnen 20 seconden het maaltje met huid en haar heeft weg geschrokt. Uitbuiken is er niet bij, direct dribbelt hij weer verder, zijn maat achterna. En wij…. wij hebben de foto’s nog….

Struisvogels en aardvarkens zijn ruim vertegenwoordigd hier. Je komt ze door de hele krater tegen. Vooral de aardvarkens blijven een lust voor het oog. Ze zijn grappig en imposant tegelijk, met hun compacte massa en duidelijke spierbundels aan de ene kant, en hun koddige drafje en de immer rechtopstaande staart aan de andere kant. Ze hebben trouwens prachtige bruine manen die tot ver op de rug doorlopen. Dat is me nooit eerder opgevallen.

De tijd vliegt voorbij op deze magische plek. Het is wel vrij druk in de krater met andere jeeps. Dat wil zeggen, het is misschien niet zo heel druk voor zo’n groot gebied, maar ze hebben maar weinig routes aangelegd en off road is hier ten strengste verboden om de dieren zoveel mogelijk met rust te laten. Je komt dus wel veel auto’s tegen onderweg.
Ook zo op de plek waar we willen lunchen, een prachtige poel in het moeras, opnieuw gevuld met hippo’s. Hier staan veel auto’s geparkeerd om even pauze te pakken. Black kites cirkelen door de lucht en maken dat je je lunch beter in je auto op kunt eten, want net zoals eerder op de Serengeti ondernemen ze hier ook duikvluchten om het eten af te pakken. Kleine gele kanaries komen op de rand van het open dak zitten en maken een hoop kabaal in de hoop dat je afwijkt van de strenge regels om geen dieren te voeren.

Het laatste deel komt er aan. Nog één keer trekken we de vlaktes op voor een game-drive. Wat gaat het ineens toch hard.
We worden nog verwend met een grote groep hyena’s die de auto tot zeer dicht naderen. We hadden er al een aantal op afstand gezien, maar nu komen ze vlak voor de auto langs, dan weer dravend op hun karakteristieke wijze, dan weer stilstaand om hun neuzen in de lucht te steken om te ruiken waar het kadaver ligt. Want dat is duidelijk hun doel. Een cirkelende zwerm gieren in de lucht verraadt waar ze moeten zijn.

Vlak voor we aan de klim beginnen, de krater uit, komen we in het bos een hele groep pelikanen tegen die in een prachtige groene omgeving in een klein meertje liggen. Meteen daarna komt de laatste olifant die we in het wild zullen gaan zien deze reis ineens uit het struikgewas. Zichtbaar onverstoord plukt ze de struiken leeg terwijl ze steeds dichterbij schuifelt. Tot twee keer toe moeten we de auto wat naar voren zetten, anders botst ze er tegen aan.

En dan begint het pad omhoog. Deze hebben ze bestraat, omdat je anders, mocht je verrast worden door regen, nooit meer de krater uitkomt. Zelfs nu is het al een pittige klim, laat staan als de bodem nat en glibberig wordt.
Boven kijken we nog één keer uit over deze waanzinnige plek. Wat een schoonheid. We hebben misschien iets minder wild gezien van dichtbij als in de andere gebieden (en we hebben de neushoorn helaas niet kunnen vinden vandaag, het enige dier dat nog ontbrak op ons lijstje…), maar we zijn dan ondertussen ook al zo gruwelijk verwend dat we de lat steeds hoger leggen. Maar qua gebied is dit gebied wat mij betreft onovertroffen. Ik ben dankbaar dat ik dit heb kunnen zien!

Het loopt tegen vieren als we aankomen bij Rhotia Valley. Dit prachtige project is 10 jaar geleden opgezet door het Nederlandse artsen echtpaar Joris en Marise Koch. Ondertussen runnen ze het al een paar jaar samen met een Duits stel, Charlie en Doris.
Kort samengevat bestaat Rhotia Valley uit twee delen. Het ligt ook op twee heuvels. Aan de ene kant hebben ze een aantal hele mooie tent-lodges gebouwd voor toeristen, op de andere heuvel hebben zij Rhotia Valley Children’s Home gesticht, een weeshuis voor lokale weeskinderen die geen enkele kans meer hadden op een toekomst.
Een deel van het geld dat ze bij de lodges verdienen, wordt gebruikt voor de weeskinderen. De rest komt van een stichting met financiers en donateurs.

Toen wij aan het begin van het jaar lazen over dit project en ons er wat meer in verdiepten, waren wij direct zwaar onder de indruk. En al snel kregen we het idee dat we daar iets mee moesten doen. We besloten niet met lege handen aan te willen komen en het idee ontstond om middels de sport een inzamel-actie te houden. Budokai Senshi is een vechtsportvereniging bij ons op Flakkee, waar ik deel uitmaak van het kader. In overleg met mijn Sensei Jacques van Roosmalen hebben we een clinic georganiseerd waar niemand minder dan 4-voudig K-1 kampioen Ernesto Hoost zijn medewerking aan wilde verlenen. Karateka en (kick)-boksers uit het hele land gaven zich op en alle inschrijfgelden en extra giften waren voor het weeshuis.
Na een zeer geslaagde clinic op 9 september konden we een prachtig bedrag van 3342,25 euro op de cheque schrijven. Hoe cool was dat?!

En vandaag zou ik die officieel gaan overhandigen.
We werden heel warm onthaald door zowel Joris en Marise Koch, als door Charlie en Doris. Na een welkomstdrankje en de eerste kennismaking, hebben we ons gauw opgefrist en omgekleed in onze tenten, en toen zijn we eerst naar het weeshuis gegaan. Ik ging er lopend heen, met Marise en Maasje, en we werden vergezeld door hun enorme Rhodesian Ridgebacks, vader en dochter. Vader ging nog wel eens aan de wandel, vertelde Marise, en was dan de hele nacht weg. Weken later begon het op te vallen dat meerdere straathonden in het dal pups kregen met de kenmerkende streep op de rug die je normaal alleen bij een Ridgeback vindt… :-)
De honden doken geregeld al blaffend de struiken in als ze weer een baviaan ontwaarden, hetgeen wel prettig was. Enige dier waar ze voor op moesten passen, was een luipaard die in deze regio zit. Die heeft al meerdere honden op zijn naam staan en heeft laatst ook een hele nacht voor het hok van de Ridgebacks gelegen in de hoop dat ze naar buiten zouden komen. De Masai die ’s nachts de boel in de gaten houden, durfden niet in te grijpen.
Dus dat blijft oppassen voor deze twee, maar o, wat zijn ze leuk.


Joris leidde ons rond en het was meer dan indrukwekkend. Ongelooflijk om te zien wat zij daar midden in de jungle uit de grond hebben gestampt en hoe netjes, orderlijk en tegelijk gezellig het allemaal oogt. Terwijl hij ons de verschillende huizen liet zien, de slaapvertrekken en de grote gemeenschappelijke ruimte, kwamen de jongste kinderen net terug van school. Iedere dag zijn zij van ’s ochtends 07.00 tot ’s middags 16.00 uur op school die ook door de stichting is gebouwd, iets meer het dal in. De oudste kinderen zitten op een soort van kostschool en komen alleen in juni en december “thuis” in het weeshuis.
Een schrijnend verhaal was toch wel van een van de kinderen die we zagen, een lief gehandicapt meisje. Joris vertelde hoe hij haar bij toeval had gevonden toen hij op huisbezoek ging om een ander kind te beoordelen. Het meisje, toen 7 jaar oud, woog op het moment dat hij haar zag liggen, 8 kilo (!) en lag eigenlijk dood te gaan. Ze had geen ouders meer en de mensen bij zie ze lag, lieten haar gewoon creperen, die hadden al moeite om zelf het hoofd boven water te houden.
Nu vijf jaar later, liep ze hier rond. Flink gehandicapt, maar wel met een grote glimlach op haar gezicht, zeker als ze Joris en Marise zag. Ontroerend!

Toen alle kids zich hadden omgekleed van schooluniform naar gewone kleren, verzamelden we ons allemaal op het sportveldje. Daar, aan de rand van het regenwoud, hebben we eerst lekker getraind. Maasje was mijn grote hulp en deed dat supergoed.
De kids waren van alle leeftijden, van 4 tot 17, en er deden ook wat werknemers mee uit de keuken. Stuk voor stuk waren ze enthousiast en deden ze volop mee, ook al konden ze me lang niet allemaal verstaan. Een warming-up, beetje krachttraining, werken aan wat technieken van stoten, blokken en schoppen, en uitleggen van gevechtshouding. Daarna mochten ze aan de bak om een en ander uit te proberen op Maasje en mij. Wat een lol hadden ze, ze kregen er geen genoeg van.
Eén jongen sprong er echter met kop en schouders boven uit. Moody, die in de keuken werkt, was bloedserieus en wilde alles weten en proberen goed te doen. Superleuk. Hij had het ook al gauw een beetje onder de knie.
Later zouden we van Marise horen dat hij het zo tof had gevonden dat hij dit zelf ook vaker met de kids wilde gaan doen. Dat zou natuurlijk geweldig zijn. Het was voor ons dan ook reden om mijn pak na de training aan hem te schenken, zodat hij daar hopelijk mee aan de slag gaat.

We sloten af met een officieel “seiza” (kniezit) en daarna hebben we de aandenkens voor de kinderen uitgedeeld. Vervolgens hebben we de cheque overhandigd aan Joris en Marise, die deze dankbaar in ontvangst namen. Ze zouden het geld een mooie bestemming geven, zeiden ze en zouden ons op de hoogte houden van waar het aan besteed ging worden.

Een paar groepsfoto’s volgden en toen begonnen de kinderen uit zichzelf ineens een lied te zingen voor ons. Een engelstalig lied, over dankbaarheid en liefde, en dat ze hoopte ons weer te zien. Dit was zo ontroerend, daar moest deze oude man wel even slikken. Wat een lieverds! Een prachtig moment.

Nadat we nog de laatste dingen van het weeshuis hadden gezien, zoals de eigen bakkerij waar ze broden bakten voor het weeshuis, voor de school in het dorp en ook een deel om te verkopen in het dal, zijn we terug gegaan naar de lodge. Gauw omgekleed en daarna bij de bar op de veranda gezeten en een drankje gedaan. Een schaal met gloeiende kolen werd aan geschoven aan de tafel, want hier op 1700 m koelt het ’s avonds snel af. Hier heb ik op “de knop gedrukt” en via internet het bedrag ook daadwerkelijk overgemaakt op de rekening van de stichting. Doris kwam er nog even bij zitten en dan hoor je hoe hard het werken is. Zij zijn er steeds drie maanden aan een stuk, en dan twee weken in Duitsland, en dan weer terug. De weken in Duitsland bestaan trouwens ook voor een groot deel uit werkzaamheden voor het weeshuis.
Doris is verantwoordelijk voor de kinderen, de keuken en de moestuin. Vooral dat laatste is nogal een dingetje, want de laatste paar weken komen er vrijwel iedere nacht olifanten uit het regenwoud het terrein op om hun slag te slaan met alle groentes die verbouwd worden. Zij staat dan de halve nacht met lampen de olifanten weg te jagen, terwijl om 06.00 uur de wekker onverbiddelijk gaat. Dat hakt er wel in natuurlijk. (Maasje zou later die nacht overigens ook die olifanten onder haar tent door hebben horen lopen)

Met eten zijn wij met ons viertjes gewoon ergens lekker aan een tafel gaan zitten en hebben gesmuld. Hier krijg je, in tegenstelling tot de kampen waar we eerder waren, vaste porties geserveerd, maar de kwaliteit is van hoge klasse. We hebben zitten smullen.
Voor de eerste keer deze vakantie een wijntje er bij besteld en die smaakte erg goed.
De kids gingen na het eten vast naar hun tent onder begeleiding van een gewapende medewerker, terwijl Sas en ik bij het haardvuur zijn gaan zitten en alle foto’s van de afgelopen dagen hebben bekeken, geselecteerd en bijgewerkt. Wat een plaatjes zitten daarbij!
Tussendoor kwamen Joris en later Marise nog even babbelen, en zo was de avond alweer rap omgevlogen.

In de tent hadden ze ondertussen al warme kruiken in de bedden gedaan, want het was nu gewoon echt koud geworden ondertussen. Maar in het verwarmde bed, met een lekker dekbed, was het goed toeven. De voortent hielden we open, zodat we de volgende dag wakker konden worden met de zonsopgang.
Het was een lange dag geweest, met bovengemiddeld veel indrukken. Ngorongoro en Rhotia Valley op één dag, het was bijna teveel. Maar wat een voorrecht weer!

Ik heb nog niet eens beschreven hoe gaaf de tenten waren waar we in sliepen. Dat zal ik morgen doen. Dit verslag is al lang genoeg geworden. Het is even mooi geweest.
Zoals ze hier zeggen: “Pole pole”, oftewel “rustig aan”. Daar ga ik me nu even aan houden..

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Tanzania, Ngorongoro

Tanzania/Zanzibar 2018

Een compacte trip met safari en karate in Tanzania, en relaxen in Zanzibar.

Recente Reisverslagen:

01 November 2018

Nawoord

28 Oktober 2018

27/28-10-2018

28 Oktober 2018

26-10-2018

26 Oktober 2018

25-10-2018

25 Oktober 2018

24-10-2018
Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 350
Totaal aantal bezoekers 89905

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: