Dag 4 - Reisverslag uit Minobu, Japan van Joost Veld - WaarBenJij.nu Dag 4 - Reisverslag uit Minobu, Japan van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Dag 4

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

08 April 2016 | Japan, Minobu

Dag 4


Vandaag is het vrijdag en tijd voor ons om naar een volgend hoofdstuk van onze reis te gaan. We verruilen vandaag de stad voor de prachtige bergen rond Minobu, een van de streken waar Sosai zich vroeger terug trok om te trainen en te mediteren.
Tijd dus ook om het luxe 5-sterren hotel te verruilen voor een eenvoudige Japanse ryokan. Deze laatste ochtend wel nog even gebruikt gemaakt van het weldadige ontbijtbuffet, dat was er tot op heden niet van gekomen. We waren immers steeds al weg voordat het daar open ging.

Daarna uitgecheckt en een taxi gepakt naar Shinjuku Station, vanwaar een groot deel van het treinverkeer uit Tokyo vertrekt. Ik had op dit gebied al wat voorwerk gedaan in Nederland, dus de tickets waren zo geregeld. De route, het overstap-station, de prijs, ja zelfs de vertrektijd kwam overeen met wat ik weken geleden al eens had gegoogled, dus binnen een paar minuten waren we onderweg naar het perron. Strak op schema.
Het treinverkeer is net als de metrodienst uiterst strak geregeld in Japan. Jaarlijkse vertragingen worden niet in dagen uitgedrukt of in uren, maar in secondes. Vorig jaar hadden ze een totaal vertraging van 13 seconden gehad (!). :-)
En wij brachten daar vandaag geen verandering in. Stipt op tijd verlieten we de hoofdstad. Anderhalf uur naar Kofu, daar overstappen en dan nog een uur naar Minobu.

De conducteurs in Japan zijn ook weer een verhaal op zich. Als zij een wagon binnen stappen, dan gaan ze eerst aan het begin van de gang staan, stappen in een soort van Heisoku Dachi en groeten de wagon aan, vergelijkbaar met zoals wij een zaal begroeten binnen het karate. Alleen een luid OSU ontbrak. Daarna gaat hij alle passagiers langs, waarbij hij zich bij iedereen steeds opnieuw verontschuldigt voor het storen en om het kaartje vraagt. Ook als hij klaar is en de wagon wil verlaten, draait hij zich eerst om en groet de wagon weer af. Heel grappig. Zie je ze dat in Nederland al doen?…

Onderweg hadden we een prachtig uitzicht. Zodra je de rand van Tokyo bereikt, rij je de bergen in. Wat direct opvalt, is hoe groen ze zijn. Groen in diverse tinten. Kleine beekjes stromen tussendoor naar beneden en monden uit in grotere rivieren parallel aan de track. Af en toe passeer je kleine dorpjes die allemaal op elkaar lijken, zelfde grootte, zelfde uiterlijk en allemaal eenzelfde begraafplaats langs het spoor met mooie graven, keurig verzorgd.

Om half twee reden we Minobu binnen, een klein dorpje aan de voet van de heuvels. Een taxi bracht ons in een kwartier naar Minobu-San, waar we een hotel hebben geboekt.

Een “ryokan” is een Japans traditioneel familiehotel of pension. Ze dateren nog uit het Edo-tijdperk (1603-1868). Zij boden reizigers een kamer met tatami matten en een gemeenschappelijk bad, waar de bewoners zich konden ontspannen in hun Yucata, een soort badjas die aan de kimono verwant is.
Schoenen worden buiten het hotel al uit gedaan. Gasten krijgen pantoffels, maar die moeten dan weer uit voordat ze hun kamer betreden.

In zo’n traditionele Ryokan hebben we onze intrek genomen en het is briljant!
Als een van jullie ooit deze kant op komt, boek dan absoluut bij deze tent: Tanakaya Ryokan. Want niet alleen is het hotel onwijs leuk en zijn de kamers superruim en heel gaaf ingericht, het is vooral de enorme gastvrijheid en hoffelijkheid van de uitbaters die het helemaal maken. Een echte eye-opener.

De kamer is ook te gek. Het is een hele ruime kamer, met eerst een klein halletje en dan twee grote ruimtes, waarvan er eentje heel open is gelaten en de andere is ingericht met een laag tafeltje, twee stoelen zonder poten en twee comfortabele futons met dekbedden.
In een langgerekte aparte ruimte voor het raam is nog een apart zitje. De ruimtes worden gescheiden door schuifwanden van rijstpapier zoals je ze kent van de Japanse plaatjes en films. Apart is nog een toilet en een wasgelegenheid.

Al gauw zijn we weer naar buiten gegaan, gauw een eerste indruk van de omgeving krijgen. Dit was een van de gebieden waar de Sosai zich terug getrokken heeft om in de natuur te trainen en te mediteren. Een van onze doelen deze reis is om zo dicht mogelijk bij die ervaring, bij dat gevoel te komen.
De ligging van het hotel is bizar. Het ligt direct aan de voet van het pad dat naar de tempel Kuonji leidt. Ik wist dat het in de buurt moest liggen, maar dat we zo op de eerste rij zaten, was een verrassing.
Binnen luttele seconden loop je door de grote toegangspoort en krijg je zicht op de enorme trap die steil omhoog richting de tweede tempel gaat. Een trap zoals in Kill Bill, een regelrechte sloper, beter bekend als Bodai-tei. Het verhaal gaat dat als je eenmaal boven bent, je een vorm van verlichting zult voelen…. Nou, licht in het hoofd was ik wel, dus ze hadden wel een punt…
287 treden heb ik geteld, maar dan wel steeds treden van 40 cm hoog, zodat je halverwege de verzuring begon te voelen, zeker met de training van gisteren nog in de benen.
Maar ja, het idee van de ochtendtraining morgen was hiermee natuurlijk wel meteen geboren…

Was de trap op zich al een belevenis, eenmaal boven kwamen we in een setting terecht die helemaal bizar was; de “Kuonji Tempel”, het hoofdkwartier van de Boeddhistische Nichiren sekte,
gesticht in 1274.
Het eerste wat je ziet is een pagode van 5 verdiepingen. Verder staan er nog een tiental andere gebouwen; tempels, een eeuwenoude klokkentoren, een schatkamer-huis (hobutsukan) en de Sanmon-gate met de houten wachters. Alles in perfecte staat.
De Nichiren-monniken wonen en studeren daar nog altijd. Ook nu was er, in een van de tempels een les aan de gang, waar ik per ongeluk getuige van was. Met ijzeren discipline en vol symboliek kregen ze opdrachten van hun leraar. Daarna eindigden ze in seiza, met prachtig gezang. Mooi!

Het was indrukwekkend om daar even rond te struinen en de sfeer te proeven. Het complex werd omring door talloze kersenbloesem-bomen, allen in volle bloei en een groot woud van cederbomen, elk minstens 1000 jaar oud, aldus de overlevering.

Vanaf deze tempels loopt een “ropeway” naar de top van de berg, waar nog een tempel moet zijn. Dat gingen we echter niet meer redden, dat wordt de missie van morgen. Idee is om er vroeg heen te gaan, daar te trainen en dan lopend naar beneden. Dat wordt nog wat… ;-)

Wij zijn nu via de “kersenbloesem-route” naar beneden gelopen. Vlak voor het dorp kwamen we langs een oude dame die in een klein winkeltje zat. Wat een heerlijk mens was dat! We verstonden elkaar voor geen meter, maar toch kletsten we elkaar de oren van het hoofd. Heerlijk.
Ik heb nog een souvenir bij haar gekocht, al weet ik dat die niet of nauwelijks van pas gaat komen. Maar ik wilde gewoon wat bij haar kopen. Wel na een mooi afding-spelletje trouwens, dus daarmee was onze vraag meteen beantwoord, of er in Japan ook afgedongen mocht/kon worden…

We hadden aardig honger gekregen ondertussen. De eigenaar van het hotel had wat tips gegeven van eettentjes, maar die bleken allemaal dicht. Het seizoen is hier nog niet begonnen en het is er redelijk uitgestorven. Hetgeen heerlijk is voor de rust, maar ja, als je honger hebt…
De eigenaar zag ons terug komen en kwam meteen op ons af. Toen hij hoorde dat we nog niets gegeten hadden, bood hij direct aan om ons naar een winkel in een dorp verderop te brengen waar ze ook kant en klaar eten verkochten. Echt zo aardig. Met een busje reed hij ons er naar toe. We konden daar heerlijke kip scoren, plus nog wat proviand voor morgen en daarna bracht hij ons weer terug. Hij wilde er geen cent voor hebben, sterker nog, hij vroeg of we daar morgen weer heen wilden. Dit is zo kenmerkend voor de hoffelijkheid en vriendelijkheid van de mensen hier. Toch echt net weer een ander slag dan de stadsmensen in Tokyo die weliswaar vriendelijk blijven lachen en buigen, maar die dergelijke dingen nog niet hebben laten zien aan ons.
Hulde voor de mensen van dit hotel. Nogmaals, echt een aanrader.

Na het eten, heb ik me in de Yucatan gehesen en ben ik naar het gemeenschappelijke badhuis gegaan. Daar heb je langs de wanden douches die laag bij de grond hangen. Bedoeling is dat je daar op een krukje jezelf wast met zeep en je daarna goed afspoelt. Pas als al het zeep van je af is, stap je het hete bad in, waar je heerlijk kunt ontspannen. Daar knapt een mens van op.

Op de kamer nog “even” het verslag van de dag schrijven, even wat drinken en relaxen en dan klaar maken voor de nacht op de futon. Morgen bijtijds weer op, zodat we zo vroeg mogelijk de berg weer op kunnen.
Eerst een stukje als ochtend training, dan genieten van de omgeving daar, de tempels, het uitzicht (hopelijk) op Mount Fuji. De gi’s gaan weer mee, misschien dat we boven op de berg nog kyokushin kunnen trainen. En dan een route door de bergen lopend terug naar het dorp proberen te vinden. Kijken of we een zwarte beer kunnen spotten…

Afijn, een druk en vooral intensief programma voor de boeg. Leuk!
Osu!

  • 09 April 2016 - 01:54

    Conny:

    Dit is toch werkelijk wel heel bijzonder , en wat een traptraining ppff wat een watjes zijn we hier dan zeg

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 202
Totaal aantal bezoekers 89916

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: