Dag 30 - Reisverslag uit Surakarta, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu Dag 30 - Reisverslag uit Surakarta, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Dag 30

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

10 Augustus 2017 | Indonesië, Surakarta

8 augustus 2017


Haha, 8 augustus, mijn verjaardag… Even ter illustratie hoe zeer ik daar aan hecht…: Gisteren hadden we het even over mijn verjaardag en dan vooral over volgend jaar, als ik 50 zou worden. Ik gaf aan dan zeker weg te willen zijn uit Nederland om verrassing-ellende te voorkomen. Zeker niet mijn ding… Afijn, waar het om gaat, is dat we het over mijn 49e verjaardag van vandaag hadden.
Totdat Sas er vanochtend op het laatste moment, toen ze een té lieve verjaardagsbrief voor me schreef, achter kwam dat ik niet 49 maar 48 word vandaag… Whaha! Ik had echt geen idee en Sas en de kids tot vanochtend ook niet.

Maar goed, linksom rechtsom, het is mijn verjaardag vandaag en Sas had een leuke trip bedacht om dat te vieren. We zouden met de trein naar Solo gaan en daar fietsen huren en de boel gaan verkennen. Top-idee!
Tijdens het ontbijt kreeg ik het officieel uitgereikt, samen met de belofte van een lekkere taart.

Rond 08.00 uur pakten we de Uber naar het Tugu-trein station, het grootste station van Yogjakarta, hartje centrum, aan de kop van Malioboro Street. Er zijn verschillende treinen die naar Solo gaan, maar de meeste zijn echte boemels en dan ben je lang aan de beurt. Je hebt echter ook de “Pramex” (kort voor Prambanan Express) die je er in een klein uurtje brengt. Er zou er eentje om 09.10 uur vertrekken, dus daar kochten we de tickets voor.
Een treinreis van een uur, over ongeveer 75 km, komt welgeteld op 50 cent per persoon…
De treinen zitten vol, dat wel. Wij hadden op de heenweg het geluk dat we op het eerste station van de route instapten, dus hadden we nog een zitplaats. De twee ander stations die in Yogja nog werden aangedaan, zorgden voor een lading mensen die de reis staande moesten volbrengen.

De conducteur wordt hier in de trein begeleid door twee militairen die hun taak heel serieus nemen en die ook daadwerkelijk bewapend zijn.
Als je dat zo ziet, vraag je je meteen af waarom ze dat niet in Nederland invoeren… Militairen mee in het openbaar vervoer. Het zou een hoop ellende schelen met de agressieve zwartrijders en ander tuig wat zo vaak voor problemen zorgt. Ik zeg… puntje van overweging…

Surakarta of Solo (volgens de oude Javaanse schrijfwijze Sala) is een Indonesische gemeente op Java. Het ligt hemelsbreed 60 km ten noordoosten van Yogjakarta en vroeger behoorden deze twee tot hetzelfde koninkrijk. De naam Solo staat voor “heilige taak”.
Solo wordt wel het episch centrum genoemd van de Javaanse identiteit en tradities, het is een van de minst verwesterde steden op het eiland. Als eeuwige rivaal van Yogjakarta speelt deze conservatieve stad veelal de tweede viool, maar met de vele gezellige wijkjes, het mooie kraton, de traditionele markten en de mooie shopping malls, heeft Solo meer dan genoeg om het waard te zijn te bezoeken. Bovendien is het een perfecte basis om van daaruit de groene heuvels in te trekken of om rond te toeren langs de ontelbare rijstvelden.
Solo is natuurlijk de haard geweest van vele heftige opstanden, maar het is ook de schatkamer van de Javaanse cultuur. Het trekt veel scholieren en studenten aan voor de muziek- en dans academies en het is dé plek om traditionele kunst te zien en traditioneel vakmanschap, waaronder niet het minst, batik, de lokale specialiteit.

Sas had een lokale jongen geregeld die als gids zou dienen en die de fietsen zou verzorgen. Om 11.00 uur was daarmee afgesproken op het station van Solo. We waren er echter al om 10.15 uur en zijn nog gauw even op zoek gegaan naar een winkeltje en wat koffie.
Een winkeltje was zo gevonden, maar koffie was in dit gedeelte een uitdaging. Even dachten we een net hotel te hebben gevonden en hoopvol liepen we naar binnen, maar het bleek een karaoke-tent te zijn, waar je kleine kamertjes kon huren voor een bepaalde tijd om met een privé-gezelschap karaoke te doen. Briljant! Dat moest ik even zien natuurlijk en ik vroeg de dame of ze zo’n kamer kon laten zien. Ze waren eigenlijk nog niet open, maar toch ging ze ons voor. Echt lachen; het zag er heel netjes en verzorgd uit, kleine ruimtes met banken, een groot scherm en de microfoons klaar op de salontafel. Nog nooit op deze manier gezien. Erg geestig.

Om 11.00 uur kwam Aris Sislamet aan lopen, een hele aardige Javaan van halverwege de 30. Geboren en getogen in Solo en 100% Indonesisch, maar toch sprak hij zeer goed Nederlands. Dat had hij zichzelf aangeleerd. Eerst door daar een cursus in te volgen en vervolgens om het te blijven spreken in de praktijk. “De allermoeilijkste taal der talen” vond hij het, maar hij deed het toch maar.

Hij nam ons mee in een taxi naar het Royal Hotel, een hele sjieke tent in het centrum. Daar stonden de fietsen voor ons klaar. Wij ieder op een soort mountain bike, hij op een antieke oerhollandse oma-fiets, nog helemaal origineel, met zelfs een authentiek holster aan het zadelframe met daarin nog een oud pistool en munitie. Een koebel hing onder de fiets en maakte tijdens het rijden vanzelf kabaal. Heel geestig.

Hij ging ons voor door het drukke verkeer. Eerst door het centrum, langs het stadhuis en het oude postkantoor, ooit nog door de Nederlanders gebouwd, langs het Fort van Solo, richting de buitenwijken. Al zat hij op een fiets tussen alle scooters en auto’s, hij had de wind er goed onder. Hij hief zijn hand hoog en dreigend richting het verkeer en iedereen ging op de rem. Dan konden wij ‘m blind volgen over de kruising. Heel geestig.

De buitenwijken waren een feestje om door heen te fietsen. Smalle paadjes tussen de huizen door, tussen het leven op straat door. Kleine kinderen die aan het spelen waren, ouderen die relaxed zaten te luieren op de drempels, werkers die bezig waren met handenarbeid. En iedereen even vriendelijk, allemaal lachen, groeten en zwaaien. Je reed langs kleine ateliers waar ze aan brommers aan het klussen waren, met eten bezig waren of met ambacht zoals bijvoorbeeld een werkplaats waar de mooiste doodskisten in elkaar werden geklust, gewoon gezellig langs het paadje.

Opvallend waren de vele verkeersdrempels overal. De gewone straten, daar lijkt alles te mogen en blèren scooters en auto’s door elkaar heen als ware het Russisch roulette, maar op dit paadje lagen om de 20 meter één of twee pittige drempels overdwars.
Deze drempels worden overigens in het Indonesisch “slapende politie” genoemd, dat is natuurlijk wel weer heel erg geestig.

Toen we de laatste wijk door waren gereden, gingen we een steile heuvel af en kwamen we bij de Benngawan Solo River, de grote rivier die nu in de droge tijd redelijk kalm en overzichtelijk is, maar die in het regenseizoen vaak voor veel wateroverlast en grote overstromingen zorgt. In de regentijd wordt er dan ook gebruik gemaakt van een pondje om de overkant te bereiken. In het droge seizoen bouwen ze een smalle loopbrug van bamboe, net breed genoeg voor voetgangers, fietsen of scooters.
Als je er over heen loopt, zie je links en rechts de “lele”, de meervallen, uit het water springen. Daar zaten flinke joekels tussen. Lele is een veel gegeten vissoort hier.

Na een tijdje stopten we bij een vogeltjes markt. Vogels spelen een hele belangrijke rol in het leven van Javanen. Overal waar je kijkt, zie je vogelkooitjes hangen met kleurrijke vogeltjes erin, die allemaal het hoogste woord hebben. Juist dat zingen, is belangrijk. Je kunt het vergelijken met de postduiven in Nederland. Hier worden iedere 35 dagen wedstrijden gehouden met de vogels. Degene die het mooiste zingt, wint de wedstrijd. Eerst win je van de markt, dan van de stad, dan de provincie en uiteindelijk landelijk. En hoe verder je komt, hoe meer de vogel waard wordt. Een prijswinnende vogel levert soms achterlijk hoge bedragen op in de handel.

Een Javaanse jongen moet 5 dingen hebben, vertelde Aris.
1: Wisma, ofwel een huis
2: Turanga, ofwel een paard of tegenwoordig een scooter of een fiets o.i.d.
3: een kris of een dolk, staat voor een baan
4: op vier staat de vogel
5: en pas als hij bovenstaande 4 zaken voor elkaar heeft, kan hij gaan voor nr. 5; de “wanita”, de vrouw. Die moet meteen een kant en klaar huis in kunnen, de jongen moet alles geregeld hebben. Dus ook een vogel…

Achter de vogeltjesmarkt zat een kroepoek fabriek. Daar konden we ook even binnen kijken. Kroepoek kan van vele tientallen basismaterialen gemaakt worden (zoals garnalen, vis, rijst, meel etc) en dit fabriekje maakte kroepoek van meel van de cassave.
Ik had nog nooit gezien hoe ze kroepoek maakte en vond het tof om even te bekijken. Het is al met al een heel bewerkelijk proces.
Het wordt eerst gestoomd. Dan wordt het gesneden in repen en wordt het een paar dagen in de zon gelegd om te drogen. Dit is belangrijk voor de vorming van de smaak. Je zag in dit gedeelte van Java dan ook veel doeken langs de weg liggen met kroepoek slierten er op die lagen te drogen in de zon.
Daarna wordt het nog twee keer gebakken. Eerst op een wat lager vuur in de olie, zodat het medium gebakken is. Daarna wordt het over geschept in een grote wok op hoog vuur, met veel meer olie er in. Dan zie je de kroepoek ineens verdriedubbelen, de kleine slierten worden dan ineens mega.
Ze laten het uitlekken boven rieten manden en afkoelen, en dan wordt het luchtdicht verpakt. Op die manier kan het minstens twee maanden bewaard blijven.
We hebben daar wat vers van de pers geproefd en dat was echt superlekker.
De kroepoek uit dit kleine fabriekje ging door heel Indonesië en zelfs deels de grens over. En nu ik hun versie heb geproefd, begrijp ik dat ook wel.

Na weer een stuk gefietst te hebben, hielden we even pauze. We zaten weer aardig door het heetst van de dag heen te buffelen en met name Maasje had daar vandaag zichtbaar last van. Ze had vuurrode wangen en was een beetje dizzy.
Een stalletje langs de weg had een enorme bult kokosnoten liggen. Die hadden we nog op de todo-list staan van deze vakantie, dus dat kon mooi even afgevinkt worden hier. Drie kokosnoten werden geslacht, een rietje erin en leeg slurpen maar. Wij en Gijs naturel, Muis met bruine suiker er doorheen.
Je zat er prachtig, aan de rand van een rijstveld, waar ze druk aan het werk waren. Aris wist er veel van en vertelde er mooi over.
Wat ik niet wist bijvoorbeeld, was dat de Javanen de opbrengst van een rijstveld altijd in drieën deelden. Een derde was voor hun zelf, voor hun gebruik of voor de verkoop. Een tweede deel werd gebruikt voor nieuwe oogst, om te zaaien of om op kweek te zetten. En het laatste deel was voor de mensen die het echt nodig hadden, die geen geld hadden en honger leden. Een heel sociaal systeem dus. Mooi.

Langs de rand van het rijstveld groeiden de kapokbomen, waarvan de vruchten vol zaten met het witte vlassige spul. Vroeger werd kapok gebruikt om kleding te maken, maar na de introductie van katoen door de VOC, werd het voor kleding al snel minder populair. katoen was immers veel sterker, veel betere kwaliteit. Kapok werd vanaf dat moment vooral gebruikt als vulling, bijvoorbeeld voor matrassen, en dat is nog altijd zo.

Een volgende stop was een gong fabriek. Dat was erg cool. Het hele dorpje leefde van de fabricage van de gong, zoals je steeds dorpjes had die gespecialiseerd waren in één bepaald ding. Houtsnijwerk, leder, kroepoek, rijst, noem maar op. En hier dus de gong.
In een groot atelier brandde in het midden een enorm vuur. Of eigenlijk was het meer een enorm veld van gloeiende kolen, waar steeds met een balg verse lucht in werd geblazen. In het vuur lag een gong in spé en werd langzaak roodgloeiend van de hitte. Erom heen stonden een man of 6 (op blote voeten!!!) die een hele strakke taakverdeling hadden. Als de gong heet genoeg was, werd ie er door twee man uit gekieperd, pakte een derde ‘m met gereedschap beet en draaide ‘m in stapjes rond, terwijl een vierde met een grote hamer de vorm er in sloeg. Nummers 5 en 6 zorgden voor bescherming met kleine platen en een soort schep.

Als ze met een gong aan de slag gaan, dan beginnen ze met een platte schijf van zo’n 27 kilo, een legering van tin en koper, in de verhouding 3:1. Door die schijf keer op keer te verhitten en ‘m met de hamer te bewerken, komt er steeds meer de ronde vorm in. Een enorm arbeidsintensief karwei. Een gemiddelde gong moet minstens 100 keer in en uit het vuur, en betimmerd worden. Hierdoor komt de productie op welgeteld één gong per dag, als ze dat al halen.
Echt heel indrukwekkend om van zo dichtbij te zien. Het vuur is echt een spektakel en het is bijzonder om te zien hoe die mannen dat op blote voeten en gehuld in een short en shirt dat doen. Kleding waarin je in Nederland nog niet eens een auto mag wassen…

De eigenaar van de fabriek opende nog even zijn showroom voor ons, waarin verschillende traditionele instrumenten stonden. Hun eigen gongs natuurlijk, maar ook de xylofoons en andere slaginstrumenten en een soort citer. Leuk om even te zien, maar het is vooral de wijze waarop de gong gemaakt wordt, die een bezoekje hier absoluut waard maakt. Respect voor deze mensen!

Het was ondertussen al weer een stuk verder in de middag, dus we besloten om rustig aan weer richting de stad te fietsen. Onderweg kwamen we nog langs een school waar de hoogste klas van de bovenbouw net buiten stond. Een superleuke random ontmoeting volgde. De giebelende meiden waren vooral onder de indruk van de knappe jongen en deden hun best om op te vallen bij hem. Dat deden ze onder andere door uit een boom op het erf “blimbling” te plukken, kleine groene vruchten die hier in de keuken gebruikt worden als equivalent van ons azijn. Een zuur sap zit er dus in, maar wel heel goed tegen de dorst.
Je kunt ze zo van de boom eten. Moet je wel tegen zuur kunnen. Gijs is daar gek op bijvoorbeeld. Die knijpt geregeld citroenen en limoenen in zijn mond uit en wist hier dus ook wel raad mee. Dat vonden die meiden wel stoer natuurlijk.
Na een tijdje over en weer te giebelen en wat engels te proberen, werden zij door de bel naar binnen geroepen en vervolgden wij onze weg.

Toen we de rivier opnieuw hadden gepasseerd, hebben we nog even een pauze gehouden en in de stad zijn we nog even gestopt bij het paleis van Solo.
Daarna zijn we op zoek gegaan naar een eettentje en kwamen we wederom uit bij een tentje dat we zelf waarschijnlijk nooit hadden gevonden. Echt een lokaal tentje, druk en goed verzorgd.
Heerlijke verse juichen van watermeloen of ander fruit, en heerlijke gerechten. Ik heb de lokale specialiteit geprobeerd: “Nasi Timlo Komplit” en kreeg daar geen spijt van. Een soort soep, gevuld met… tja, met alles eigenlijk. Rijst, wortels, bonen, mie, tomaat, vlees, lever, hardgekookt ei en nog tig andere elementen. Superlekker. Oost-Java heeft een wat mildere keuken dan elders in het land, dus heel pittig was het niet. Wel heel subtiel van smaak. Zalig!

Na het eten de laatste hectometers afgelegd naar ons startpunt en de fietsen weer ingeleverd. Wat een leuke rit was dit.
En Aris Sislamet is een aanrader (+6285229210052). Een hele aardige vent, met humor en vooral ook veel kennis. Weet het mooi te vertellen, en dan ook nog in het Nederlands. En hij kon het meteen ook heel goed vinden met de kids. Daar was hij heel leuk mee. Nergens opdringerig, nergens vervelend, maar bescheiden en op de juiste momenten aanwezig. Top!

Hij bracht ons ook weer naar het treinstation terug. Prima geregeld.
Daar hadden we een beetje pech, want de tickets voor de trein van 16.15 uur “waren op”… Nou ja, dat had ik nog nooit gehoord. Let wel, het is geen gereserveerde stoelen-beleid, maar toch waren de kaartjes op.
Ik werd niet bien. Nu moesten we wachten tot 18.10 uur. Ik heb me nog langs de eerste controle heen gebluft om toch nog op de trein van 16.15 uur te springen, maar net toen we aan boord wilde stappen, sprong er een bewaker in mijn nek. Met één been over de finish moesten we weer in onze achteruit en werden we van het perron gejaagd. Oei, daar kan ik heel slecht tegen. Van die uniformen die gaan wijzen op het tijdsklokje en blijven herhalen dat we om 18 uur pas konden. En dan die grijns er bij…. Arghhh. Twee treinen rijden dan voor je neus weg, die allebei naar Yogjakarta gaan, en waar nog plek genoeg was, maar jij mag niet mee, want de kaartjes waren op…

Afijn, ik ben maar even een stukje verder tot 20 gaan tellen en wat pasjes op en neer gaan maken en toen had ik me weer neer gelegd bij deze mentaliteit. Op bankjes naast het perron hebben we rustig onze trein afgewacht.
Om 19.00 uur waren we weer in Yogja en pakten we een taxi, die eerst even langs een winkeltje voor Bintang is gereden en ons toen vlakbij het hotel heeft afgezet, bij de warung. Een laatste heerlijke spicy nasi hier in Indonesië. Sas en Gijs liepen ondertussen gauw even op en neer naar een ander stalletje en bestelden “terang bulan”, de heerlijke zoete taart die we op Sulawesi ook al eens op hadden. Dat werd onze verjaardagstaart die we later op de hotelkamer soldaat hebben gemaakt.

Een laatste biertje op dit prachtige land, waar we allebei toch wel heel erg weg van zijn. Wat zijn de laatste dagen hard gegaan. Zo heb je nog een week, zo pak je je tas weer. Ik weet dat we niets te klagen hebben en dat we al ruim 4 weken op pad zijn, maar toch… Het komt net wat te vroeg…
Maar wat een heerlijke dag is dit geweest. Echt een supermanier om mijn verjaardag te vieren. Lekker met ons viertjes op pad in een waanzinnige setting en allemaal leuke dingen doen en proeven. Ik vond het geweldig. Sas en de kids zijn toppers dat ze het zo geregeld hadden. Hulde!

Het wordt een kort nachtje, want om 04.45 uur staat de wekker al. We vliegen al vroeg. Gauw nog even een paar uurtjes pakken. Maar wel met een smile op m’n bakkes, jong!
Truste!


Video1: Crossing Solo River


Video2: Biking around Solo


Video3: Gong fabriek


Video4: Ondertussen, langs het schoolplein...



  • 11 Augustus 2017 - 15:01

    Linda V Roosmalen :

    Hè maas, daar gaat ons plannetje van de roze unicorn met stok en baard voor de deur met de 50ste verjaardag.
    Al zitten we dan misschien wel in Japan, en ik gok dat ze daar vast iets geks hebben, we verzinnen wel wat :-p

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 266
Totaal aantal bezoekers 89897

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: