Van het ene hoogtepunt in het andere... - Reisverslag uit Ubud, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu Van het ene hoogtepunt in het andere... - Reisverslag uit Ubud, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Van het ene hoogtepunt in het andere...

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

27 Juli 2016 | Indonesië, Ubud

Van het ene hoogtepunt in het andere…

Maandag 25-07

Poeh, dat was wel even bikkelen toen de wekker om 03.00 uur ’s nachts ging. Er was een koude douche voor nodig om me bij de mensen te krijgen. Maar het was niet voor niets, we hadden een mooi doel voor ogen. Er stond een mooie trip op het program.
De chauffeur begon met flink zijn credits te verspelen. Ten eerste kwam hij te laat, toen bleek dat hij nog moest tanken en vervolgens bleek hij zo nachtblind als wat, terwijl hij wel het toerental tot de grootste hoogtes liet stijgen om wat van de verloren tijd goed te maken. Ik moest actief mee rijden met deze grapjas en heb een heuse ingreep moeten doen à la CBR om te voorkomen dat een overstekende kat werd plat gereden.
Maar, uiteindelijk bereikten wij nog op tijd onze bestemming.

De Borobudur is de bekendste trekpleister van Indonesië. Wat de Angkor Wat voor Cambodja is, is de Borobudur voor Indonesië. De Borobudur tempel ligt 40 kilometer ten noordwesten van de stad Yogjakarta in midden Java. Het is een immens bouwwerk dat opdoemt uit de groene rijstvelden en omliggende bossen. De tempel ligt vlak bij de Merapi, de meest actieve vulkaan van Indonesië.

De naam Borobudur is waarschijnlijk afkomstig van het Sanskriet “Vihara Buddha Ur”. Vrij vertaald betekent dit “boeddhistische tempel op de berg”. De tempel is gebouwd tussen 750 en 850, en is een indrukwekkend bouwwerk. Het is opgebouwd als een grote stoepa waarvan de basis 123 bij 123 meter is!
De tempel telt negen etages. Van de negen etages zijn de eerste zes vierkant, de laatste drie zijn rond. Al deze etages vertegenwoordigen de boeddhistische kosmos. Een boeddhist loopt elke etage zeven keer rond, met de klok mee. Op de bovenste verdieping vindt je 72 kleine stoepa’s die rondom één grote, centrale stoepa gebouwd zijn. Deze stoepa staat voor het Nirwana.

Ongelooflijk hoe dit destijds verwezenlijkt is. Het staat nog steeds fier overeind ondank alle aardbevingen en bomaanslagen. De Borobudur is qua oppervlakte enorm en de bouw schijnt minimaal 80 jaar te hebben geduurd! Niet verrassend overigens aangezien er ook voor 56.640(!) kubieke meter steen is gebruikt!

De tempel is niet altijd zichtbaar geweest. Doordat het vlakbij de Merapi-vulkaan ligt, heeft de tempel eeuwen verborgen gelegen onder as en begroeiing. De tempel is in 1814 weer ontdekt door Luitenant Sir Thomas Stamford Raffles, of eigenlijk meer door zijn Nederlandse medewerker H.C. Cornelius. Met meer dan 200 man maakte Cornelius het monument vrij.
Het was inmiddels 1885 toen Jan Willem IJzerman de verborgen basis van de Borobudur ontdekte. Hij liet het uitgraven en fotograferen door Kassian Céphas. Hij legde alle 160 reliëfs vast en daarna werden deze weer bedekt. Deze foto’s zijn dan ook zeer bijzonder!

Het staat sinds 1991 op de UNESCO Werelderfgoedlijst en is het in de zeventiger jaren gerestaureerd in samenwerking met UNESCO. Ook de overheid doet er veel aan om deze prachtige tempel te bewaren.

Men zegt dat je de Borobudur pas echt beleeft als je haar bij zonsopkomst of zonsondergang mee maakt. Dan is het complex eigenlijk gesloten, maar er is een mogelijkheid om speciale tickets te krijgen om ’s ochtends in alle vroegte al het terrein op te kunnen en de tempel te beklimmen. Je gaat dan via een zij-ingang naar binnen, door de achtertuin van een aangrenzend hotel.
Maar omdat de zon iets na vijven op komt en de Borobudur op zo’n uur rijden afstand ligt, betekent dat dus wel extra vroeg op staan. Maar…. het zou het dubbel en dwars waard zijn.

Als je in het donker de hoge steile trappen beklimt, heb je nog totaal geen beeld van waar je bent. Er is verder geen verlichting. Je krijgt een zaklamp mee bij de ingang en dat is alle verlichting die er is. Op de top zoek je een plekje op een van de stenen randen en dan beginnen langzaam maar zeker je ogen te wennen aan het duisternis. Het schijnsel van de zaklampen van de andere vroege vogels en de flitsen van hun camera’s helpt daar een handje in mee.
Steeds beter zie je de enorme stoepas om je heen en als je door de openingen kijkt, zie je dat er in iedere stoepa een beeld van een boeddha is geplaatst. Eén van de stoepas die richting het Oosten kijkt, is open gelaten van boven en daardoor zie je goed hoe zo’n boeddha er uit ziet.

Het is vrij heiig, hetgeen de plek nog meer magie geeft. Mistige flarden tussen de koepels en beelden door, in een omgeving die langzaam iets lichter wordt.
En ineens is daar de zon. Dat gaat zo snel hier in de tropen vlakbij de evenaar. Zowel ’s avonds als ’s ochtends is de schemering een kwestie van minuten haast. En vanaf het moment dat de zon daar is, gebeurt er iets. Dan lijkt alles een heel ander licht uit te stralen, dan wordt het hele decor anders. De sfeer gaat van magisch naar sprookjesachtig, naar domweg prachtig. Nou worden alle details zichtbaar, de ontelbare reliëfs in de muren, de eeuwenoude beelden en die simpel ogende, maar o zo mooie stoepas. Je raakt niet uitgekeken.

Het is de grootste trekpleister van Java, maar we hadden geluk. Het was verre van druk en dat gaf ons de gelegenheid om alles op het gemak te bekijken. Elke verdieping zijn we rond geweest, en elke verdieping is weer anders. Net als de monniken liepen wij ze ook met de klok mee, alleen dan één keer ipv zeven. En nou hadden wij nog mazzel met de temperatuur vandaag, zeker op dat uur, maar ik kan me voorstellen dat in de zomer, wanneer de temperatuur met gemak richting de 40 graden gaat, het een ander verhaal gaat worden. Pittig hoor.

Toen we beneden waren aangekomen, hebben we het bouwwerk nog een tijdje vanaf daar staan bewonderen. Sas was ook zo gelukkig nu ze hier zo stond. Dit stond al zo verschrikkelijk lang op haar verlanglijst en nou was ze hier. En ze genoot! Geweldig om te zien.
Uiteindelijk zijn we via een aparte route weer richting het hotel gelopen waar we drie uur eerder het complex waren binnen gekomen. Daar hebben we nog even op het terras gezeten en wat gegeten en gedronken, terwijl we in de verte nog uitzicht hadden op de top van de Borobudur. Toen we de zaklampen terug gaven bij de receptie, kregen we nog een mooi souvenir mee. Erg aardig weer.

Wat een pracht ervaring was dit! Zou het nog wel wijs zijn om naar de Prambanan te gaan, wat de volgende bestemming op onze route was?… Zou dat dan niet een enorme anti-climax worden, na dit welhaast wereldwonder?…

Prambanan betekent letterlijk vertaald “Veel priesters”. (in de reliëfs zijn deze afgebeeld als de mannen met de lange baarden)
Is de Borobudur een Boeddhistische tempel, de Prambanan is een Hindoe-tempelcomplex.
Het tempelcomplex werd rond 900 na Christus gebouwd. Een van de bouwers was Rakai Pikatan, een koning uit de Sanjaya dynastie. De tempels waren nog niet gebouwd of ze werden al direct verlaten, met een groot verval als gevolg. Pas vanaf 1893 werd een deel van de Prambanan uitgegraven en in 1918 begon met met de restauratie. In 2006 raakte het na een aardbeving weer flink beschadigd. Momenteel is het in volle glorie te bewonderen.

De Prambanan bestaat uit drie grote hoofdtempels: Shiva (met 47 meter hoogte de grootste), Brahma (ten zuiden van Shiva) en Vishnu (ten noorden van Shiva). Tegenover de drie hoofdtempels staan er drie kleinere tempels die gewijd zijn aan Nandi (Shiva’s stier), Angsa (een gans, het rijdier van Brahma) en de Garoeda (Vishnu’s adelaar en tevens het nationale symbool van Indonesië).
Tussen de drie hoofdtempels en de drie tempels er tegenover, staan nog eens twee kleinere tempels. Dit wordt vervolgens omringd door nog eens 224 kleine tempeltjes met een geschatte hoogte van 14 meter. Samen vormt dit alles het immense tempelcomplex de Prambanan.
De Prambanan ligt op Centraal-Java, ongeveer 18 km ten oosten van Jogjakarta, aan de weg naar Solo.

Het was een stief kwartiertje rijden van a naar b, en we hebben die tijd benut om even een kleine powernap te doen. Het vroege uur en alle indrukken eisten hun tol. Maar tegen de tijd dat we er waren, was iedereen weer wakker en het slaapje had ons goed gedaan.
De chauffeur zette ons ook hier weer af bij de entree en zou vervolgens wachten op de parking. Wij kochten onze tickets en gingen het park in. Op dat moment heb je nog geen zicht op de tempels zelf. Wel zie je jezelf omringd door een prachtig en keurig verzorgd park. We hebben daar gauw even wat gegeten en gedronken van hetgeen we mee genomen hadden en gingen daarna op pad. Een korte, maar leuke wandeling door het park. Nog een laatste controlepoortje door en dan….

Dan sta je ineens oog in oog met de tempels van Prambanan. En wederom ben je zwaar onder de indruk. Wat een machtig complex is dit ook. Zo anders, maar tegelijk ook met veel overeenkomsten. Grootste verschil is natuurlijk dat de Borobudur één geheel was, terwijl de prambanan bestaat uit verschillende tempels bij elkaar. Verder kenmerken deze Hindoe-tempels zich door de puntige vormen, terwijl de Borobudur juist veel meer rondingen kent.

Ik vond het waanzinnig. De eerste indruk van een afstand leek mij ook mooier dan die van de Borobudur, maar toen realiseerde ik me dat dat niet helemaal eerlijk vergelijken was, omdat we de Borobudur in het pikdonker beklommen hebben, dus de eerste indruk was daar veel gelijkmatiger verdeeld, terwijl je hier in één klap werd overrompeld.
Ik voelde me een beetje zoals in Indiana Jones, als je tussen die giganten door liep. Zo groots, zo machtig. En ook weer zo vol met detail, symboliek en gevoel voor symmetrie. Op één tempel na (die in de steigers stond en nog gerestaureerd werd n.a.v. de aardbeving 2006) kon je overal in. Niet dat er heel veel te zien was binnen, want er stond maar één beeld per tempel in, maar toch was je onder de indruk als je opeens oog in oog stond met de levensgrote Shiwa, of met de welbekende half olifant/half man Ganesha, in de wetenschap dat die 1100 jaar geleden zo gemaakt was, uit steen gehakt, zo gedetailleerd. Bij de grotere tempels liep er ook een gang omheen, die zeker ook de moeite waard was door alle versieringen. Zeker bij Shiwa, omdat je daar tijdens het rondgaan nog drie kleine tempels vond met beelden er in.
Van de drie kleinere tempels misten jammer genoeg de adelaar en de gans (waarschijnlijk ook gesneuveld tijdens de aardbeving en mee genomen voor restauratie), maar de stier stond er wel nog. Hij miste een hoorn, dus voor Maasje was dit natuurlijk kaasje, nu ze weer eens kon poseren naast een eenhoorn….
Ook de Prambanan was niet druk. Wat dat betreft hadden we echt geluk vandaag. Misschien omdat het maandag was, of door de weersverwachtingen die ze hadden opgegeven (het zou een regendag worden, maar uiteindelijk is het een prachtige dag geweest), ik weet het niet, maar we hadden alle ruimte, hoefden nergens te wachten en hadden van iemand last. Ideaal.
Tegen enen liepen we hier ook weer richting uitgang. De weg terug leidt je eerst door een ander deel van het park, van waar je weer een ander zicht op de tempels hebt, en dan natuurlijk nog door een reeks van stalletjes met allerlei prullen en souvenirs. Zowel bij de Borobudur als hier een klein beeldje als aandenken gekocht (prima af te dingen hier, kreeg 75% van de vraagprijs af) en nog een tros lekkere kleine zoete bananen. Toen de chauffeur opgezocht en richting Jogja gereden.

Onderweg klapperde ik natuurlijk alweer van de honger, dus heb hem gevraagd te stoppen bij een saté-tentje. “Saté Kambing” hadden ze hier, oftewel saté van lamsvlees. het restaurant zelf oogde wat minder fris, maar de saté, de rijst en de saus waren heerlijk. We hebben het buiten op een bankje op gegeten. Dat wil zeggen, Maasje en ik. De vega’s wilden nog even wachten.

Terug in het hotel hebben we eerst rustig aan gedaan. Even nagenieten van deze topdag. Wat een indrukken allemaal. Ook de kids waren redelijk impressed, dat was heerlijk om te merken.
Foto’s gauw op de pc gezet en alles nog eens de revu laten passeren.

Einde van de middag zijn we nog even gaan plonsen. En later op de avond zijn we weer naar een warung gegaan, waar we opnieuw briljant hebben gegeten. Verschillende nasi’s, een fuy yun hai zoals ik ‘m nog nooit eerder heb gehad, een gewokte spinazie schotel, kamar bola en nog een schotel ayam lemon (kip in citroen saus). Wat een tovenaars zijn dit, zalig!

Terug in het hotel was het opnieuw vroeg lights-out. De volgende dag zouden we immers alweer bijtijds naar het vliegveld moeten om de vlucht naar Bali te halen.
Het gaat immers maar door…. Morgen is het hoofdstuk Java alweer afgesloten en schuiven we een eiland op. Jezus, wat gaat dit hard…


Dinsdag 26 juli

Strakke timing; 05.00 uur op, 05.30 in de taxi, 06.15 uur op het vliegveld van Yogyakarta en om 06.45 uur zaten we aan de koffie in de kleine vertrekhal met leuk uitzicht op de baan en de taxiënde vliegtuigen. Voor Maasje nog een mooie bril gescoord. Die missie mislukte steeds bij de markt kraampjes, maar hier lag de gewenste bril in de schappen. Helemaal flitsend.
Air Asia zou ons gaan brengen. Ik kende de maatschappij niet, maar ging er van uit dat het in de categorie Ryan Air / Transavia zou vallen. Prima kisten met iets minder beenruimte, maar helemaal prima voor zo’n korte trip van een uurtje. Geen gedoe, alles lekker vlot.
Alleen zou ik de PR-staf van Air Asia de tip willen geven voor een iets andere slogan te gaan. “Air Asia, now everyone can fly” vind ik niet echt de sterkste… Doet je toch afvragen wat er dan precies in de cockpit zit… :-)

Nette vlucht gehad. Had nog de hoop dat ik de Prambanan vanuit de lucht kon spotten en had me daarvoor zelfs in een stoel bij het raam gekletst (geruild met een andere passagier). Ik had namelijk de dag ervoor gezien hoe de vliegtuigen die richting het oosten moesten, daar perfect voor langs kwamen zetten. Maar direct na de start maakten we een paar zigzag manoeuvres om onstabiele bewolking te ontwijken en daardoor kwamen we net recht boven het tempelcomplex uit en was ie niet te zien. De Mount Merapi, de vulkanische berg, was wel goed zichtbaar. Hij stak als enige boven de bewolking uit, een mooi plaatje.

Rond half elf (Bali is weer een uur verder in de tijdzones) landden we op het vliegveld van Denpasar, na een mooie approach vanaf de zee.
Het voelt direct al anders. Zelfs de terminal heeft al gezellige puntdakjes en je hebt nog geen stap binnen gezet of de eerste offer-altaar staat al voor je neus. Java was natuurlijk overwegend moslim, maar Bali is vooral Hindoe en dat uit zich direct in het straatbeeld.

Ubud, onze bestemming van vandaag, ligt op ongeveer anderhalf uur rijden van het vliegveld. We besloten om de taxi te nemen. Met vier man ben je dan maar een paar euro duurder uit dan wanneer je helemaal moeilijk gaat doen en met 4 x overstappen met de bussen gaat.
Ik kan niet exact een verslag doen van die eerste kilometers in Bali, omdat ik vrij snel ben weg getukt op de voorstoel, maar de laatste kilometers kreeg ik wel weer mee. Het zijn kleine dingen die je er op attent maken dat je ergens anders bent. Zo zie je hier bijvoorbeeld heel veel honden in het straatbeeld, terwijl je dat op Java nauwelijks zag. Logisch ook eigenlijk, want honden worden door moslims als onrein gezien, terwijl Hindoes daar weer totaal anders in staan.

Ubud is een kleiner plaatsje, op zo’n 60 km van Denpasar. Het staat bekend als een kunstenaarsdorpje en dat zie je ook als je het binnen rijdt, overal galeries en winkels vol schilderijen. Maar het is wel hard gegaan hier de afgelopen jaren. Het idyllische is er in het centrum wel een beetje af door de enorme groei aan toeristen. Ik denk dat we in het stukje taxi rijden door Ubud meer toeristen hebben gezien dan de afgelopen weken bij elkaar…

Wat waren we dan ook blij dat we niet iets in het centrum hadden geboekt. Want zodra je buiten het directe centrum komt, waan je je meteen weer helemaal in het Indonesië zoals je gedroomd had. Rijstvelden, regenwoud, heuvels, knusse huisjes en rust, heerlijke rust.
Onze accommodatie van de komende twee nachten was een beetje een verrassing voor ons. We wisten niet goed wat te verwachten. Het zou “anders” worden, anders dan de normale hotels en niet voor iedereen geschikt.
Dragon Fly Village heet het, en het ligt buiten het centrum van Ubud. Een auto kan er niet komen, de laatste 600 meter dien je lopend af te leggen (of per scooter als je die hebt). Vlak je het centrum binnen rijdt, pak je een weg steil links uit de flank. Na 50 meter loopt die weg dood en ga je te voet verder. De taxi chauffeur kende het niet en moest een paar keer bellen met het hotel voor route-info. Toen hij niet verder kon, belde hij weer en niet lang daarna verschenen drie man op scooters die alvast onze rugzakken mee namen. Wij mochten ook mee achterop, maar besloten het stukje te lopen.
Een smal pad tussen de rijstvelden en kleine huisjes door leid je uiteindelijk naar dit unieke plekje. Nog voordat je een voet op het paadje naar beneden hebt gezet, weet je al dat je een waanzinnige keuze hebt gemaakt, dat dit weer een bijzondere ervaring wordt.
Je wordt eerst heel hartelijk ontvangen door Ari, die ons in een klein open huisje boven het water een welkomstdrankje bracht, terwijl zij ons incheckte. Daarna vertelde ze ons de need-to-knows voor tijdens het verblijf en ging ze ons voor naar ons huisje.

Je liep door een prachtige tuin, waar in totaal acht huisjes verscholen staan achter prachtige bloemen en struiken. Meer kamers hebben ze niet. Lekker rustig dus.
Ons huisje (zeg maar huis) heet Blue Moon en is het grootste huisje. Er is plek voor acht personen, maar we liggen er natuurlijk alleen met ons viertjes. :-)
Het is zo verschrikkelijk leuk, ik weet niet eens hoe het te beschrijven. Je moet een klein bruggetje over om bij de brede houten dubbele voordeur te komen. Binnen stap je in een grote hoge, open ruimte met een prachtige bewerkte houten nok en rieten bedekking er om heen. In de vier hoeken staan zeer ruime stapelbedden en in het midden aan de overzijde zijn de openslaande deuren naar het terras, vanwaar je een prachtig uitzicht over de rijstvelden hebt. Rechts uit de flank heb je een briljante houten draaideur, waarachter de dubbele badkamer zit, met twee douches. Deze badkamer is semi-open, je zit eigenlijk buiten met deels een dak boven het hoofd.
Het is zo leuk ingericht en opgezet. Elk bed heeft een klamboe, want doordat het aan alle kanten open is en je midden in de rimboe zit, heb je natuurlijk wel het nodige bezoek van beestjes. Dan wil je ’s nachts wel een beetje bescherming hebben.

Je had de kids moeten zien. Wild enthousiast waren ze, en zijn ze. Dit hadden ze nog nooit gezien. Ze vonden het geweldig. Zeker toen er ook nog een huiskat (Lemon) bleek te zijn en een huishond, TinTin. Bovendien is er ook nog een klein buitenzwembad, met een vuurplaats ernaast en zijn er nog sauna’s.
Het hele park is ecologisch opgezet. Geen airco dus, maar vans. Wij vinden dat geen probleem, maar het zou voor mensen een dingetje kunnen zijn.
Het ontbijt schijnt hier echt van wereldklasse te zijn, maar dat kan ik je morgen pas vertellen, maar ik geloof het maar al te graag, want we hebben vanmiddag hier in het café geluncht en dat was bizar lekker. Wel allemaal vegetarisch, in de lijn van het hele hotel, dus Maasje en ik zullen nog op saté-jacht moeten vanavond…., maar wel om je vingers bij op te eten. Absurd gewoon. Gijs had een vers gemaakte vegetarische pizza, Sas had een vegetarische burger, Maasje had frites van zoete aardappelen en ikzelf had een mix van gegrilde groenten met feta-kaas en ook zoete frietjes. Daarbij hadden Sas en ik perfecte cappuccino’s en hadden de kids sapjes die ter plekke gemaakt werden van watermeloen en ananas. Toen ze dit eenmaal hadden geproefd wisten ze het zeker, hier wilden ze nooit meer weg.

Maatje ging zich vast klaar maken om te plonsen en Gijs ging in de relax-mode op de kamer, terwijl Sas en ik nog een cappuccino namen en genoten, genoten, genoten. Wat een bijzondere plek weer. Het overdekte terras van het cafe lag op de eerste verdieping en vandaar uit keken we over de prachtige natuur en de uitgestrekte rijstvelden. Indonesië zoals uit de boekjes. Ik geloof niet dat ik Sas eerder zo gelukkig heb gezien. Waanzinnig.

De resterende uurtjes van de middag hebben we doorgebracht bij het zwembad, waarbij we wel tot de conclusie kwamen dat mijn zwembroek nog op Java lag… Beetje jammer.
Dus voordat we een tentje gingen zoeken voor het avondeten, zijn we even naar het centrum gelopen en heb ik wat zwembroeken en een mooi shirt kunnen scoren. We vonden een ATM om te pinnen en een supermarktje voor het een en ander.
En voordat we naar het dorp gingen, hadden we trouwens nog wat anders geregeld. Via internet vond ik een club hier waar je fietsen kon huren en die een gave route hadden door het binnenland rond Ubud. Dus dat gaan we morgen doen. Om 07.45 uur hebben we afgesproken en gaan we de boel hier eens op de fiets verkennen. Ben enorm benieuwd.

Vlakbij ons huisje ligt een eettentje dat er te leuk uit zag. Daar hebben we net nog heerlijk gegeten. Alles was even top. Je zat heerlijk buiten, met grote, dikke, enorme hagedissen boven je tegen het plafond en af en toe een grote muis die met een rotgang richting de rijstvelden rende.
Het eten was super! Sas had een maaltijd met tofu, Gijs zat aan de springrolls, Maasje kreeg een mini-barbecue voor zich met allemaal sateetjes en ik had nasi campus ala ponton buag, een traditionele Balinese specialiteit van nasi campus, met gekookte kip, kip saté, gebakken tahu en tempé en Balinese groente. Ik heb mijn vingers er bij op gegeten…
Vooraf kregen we van het huis nog een lekker voorgerechtje en als toetje, eveneens van het huis, een heerlijke appel-pannenkoek. Gijs heeft er nog een portie gebakken banaan achteraan gegooid en Maasje was weer goed voor een complete kokosnoot ter grootte van een voetbal als drankje.
Super lekker, super gezellig. Kids zitten helemaal goed in het vel en vinden het allebei geweldig hier. Of we hier niet een tweede huisje konden nemen… haha.

Nu zitten we in ons huisje. Kids slapen ondertussen. Waren moe van alle indrukken en natuurlijk twee dagen vroeg op staan, en gingen uit zichzelf bijtijds naar bed. Even wennen aan de beestjes die natuurlijk op het licht af komen, even wat kevertjes van de klamboe plukken en even over de beestjes in de buiten-badkamer stappen, maar vervolgens heb ik ze niet meer gehoord. Liggen al in diepe rust.
En wij zitten hier tevreden, heel tevreden. Nog een paar zinnen typen en dan gaat het apparaat aan de kant. Dan drinken wij nog een borrel op deze bijzondere plek en op deze tot nu toe fantastische reis, die nog vele malen mooier is dan we van tevoren gehoopt hadden.

Van buiten komen duizenden geluiden binnen waaien, een concert van krekels, kikkers en nachtvogels, allemaal pal buiten onze ramen. Een genot om naar te luisteren.
Bali, vooralsnog heb je ons te pakken…

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 277
Totaal aantal bezoekers 90178

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: