Dag 13 - Reisverslag uit Tentena, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu Dag 13 - Reisverslag uit Tentena, Indonesië van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Dag 13

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

23 Juli 2017 | Indonesië, Tentena

22 juli 2017

Wat hebben we toch een geweldige kids!
We hebben er een pittige trip op zitten, 14 uur in een volle bus dwars door de regenwouden van Sulawesi, maar ze geven geen krimp. Met goede moraal en veel humor dwars door de bijzondere tocht heen, ik geef het je te doen. Maar zij doen het. Het is en blijft een feestje om met hun te reizen.

Om stipt acht uur vanochtend stonden we voor het hotel te wachten op de bus die ons daar zou oppikken. We hadden nog lekker kunnen ontbijten en afscheid genomen van de mensen van dit hotel. Hotel Pison, een absolute aanrader. Super basic, maar met te lieve mensen, hele goede service, lekker ontbijt en niet te vergeten… top-cappuccino.
Buiten kwam Rante ook nog gedag zeggen, de man met wie we een dag op stap zijn geweest en die ons o.a. heeft mee genomen naar die ceremonie.
“Who knows, maybe we’ll meet again”, zei ik.
“Oh, we will see each other again. In Puya!”, zei Rante, verwijzend naar de hemel van de Toraja. Kijk, da’s dan toch weer een geruststellende gedachte.

De bus was er om half negen, maar omdat we toen eerst nog mensen moesten laden in het centrum van Rantepao, vertrokken we uiteindelijk om 09.15 uur. De bus bood plaats aan 29 mensen (althans op papier, we zaten uiteindelijk iets voller…) en werd bezet door 5 fransen, 2 amerikanen en 6 nederlanders. Wij vier plus de nederlandse studenten die we al in Palawa waren tegen gekomen. De rest van de aanwezigen waren allemaal lokalen. Wij hadden vier stoelen naast elkaar, aan weerszijden van het gangpad. Sas met Maasje links en Gijs en ik rechts. Het plaatje werd compleet door de lading die op het dak werd gebonden en door de balen rijst die in het gangpad werden gelegd.

Een laatste blik op Rantepao en toen klommen we al rap de bergen in, de eerste grote klim-sessie van deze reis. De natuur kent hier minstens 1000 verschillende tinten groen en al die tinten zitten verwerkt in het oerwoud. Wat een waanzinnig palet. Met haarspeldbochten baan je je een weg naar de top en dat maakt dat bij iedere bocht het uitzicht anders is en je steeds nieuwe dingen ontdekt.
Twee bergtoppen pakken we voor de eerste korte pauze. Het is dan elf uur en als de deuren open gaan, stormen er meteen vier dames naar binnen met allerlei koopwaar. Rijst in bamboe bladeren, gedroogd fruit en kleurrijke zoeternij. Er wordt aangeraden om hier gauw even de beentjes te strekken, omdat de volgende stretch minstens vijf uur zou gaan duren. We kopen dan ook gauw nog wat extra proviand, benutten de toiletten en pakken wat beweging.

De tweede ruk brengt ons over de rest van de heuvels, tot we rond het middaguur eindelijk weer op zeeniveau komen in de stad Palopo, gelegen aan een van de twee diepe baaien van de oceaan die Sulawesi de vorm van een K geeft.
Opvallend is dat zodra je in een verstedelijkt gebied komt, de kleuren meteen minder worden. Er is nog altijd veel flora en overal zie je rijstvelden, maar het is doffer van kleur. Minder vruchtbaar, lijkt het wel. Minder mooi, alsof er een bruinige gloed overheen ligt. Niet zo gek natuurlijk, met de vervuiling die hier in de steden echt wel aan de hand is. Alleen al die miljoenen ronkende dieselmotoren overal eisen natuurlijk wel hun tol.
Wat ook opvalt, is dat zodra je aan deze kant van de bergen komt, het Christendom weer even van de kaart lijkt. Het is weer Islam troef en het straatbeeld wordt weer bepaald door moskeeën en hoofddoeken.

Het is wel lekker om even weer op vlak terrein te rijden, zeker omdat de gemiddelde snelheid dan weer even op getrokken kan worden. De totale afstand vandaag is helemaal niet zo ver, zo’n 350 km over de weg, maar zeker in de bergen ligt de snelheid zelden boven de 30 km/uur en sta je geregeld stil voor tegemoetkomend verkeer op de smalle weg. Dat helpt niet mee natuurlijk.
Maar we hadden nog wat flinke klims te gaan. De regenwouden die we nou over moesten, lagen zo hoog dat de toppen in de wolken hingen. Dat maakte het helemaal bijzonder. De begroeiing werd zo dicht dat je dacht dat de avond al gevallen was, en hoe hoger je kwam, hoe dichter de sluierbewolking werd. Vanaf de toppen kwam nu ook de regen naar beneden zetten. Daar kwam vooral Maasje achter, omdat bij iedere linkerbocht het water via de gammele airco naar binnen kwam zetten en precies op haar stoelnummer neerdaalde. Ze hoefde nog net niet met haar poncho aan in de bus te zitten, maar werd wel even flink nat.
Af en toe kon je tussen de grote bladeren door kijken de diepte in, en zag je hoe hoog je eigenlijk zat. Mooie plaatjes hadden dat kunnen worden, die groene vallei van boven in de mist, ware het niet dat het steeds secondenwerk was en de ramen te vies zouden zijn om foto’s te maken.

De weg zelf was tot daar eigenlijk heel goed geweest. Bijna alles verhard en in redelijke conditie, al was het soms wel erg smal, waardoor er bij tegenliggend verkeer soms even gestoeid moest worden. Maar al met al prima.
De laatste 100 km echter werd de weg slecht. Hele stukken waren onverhard, soms doordat ze aan de weg aan het werk waren, soms doordat stukken asfalt weg waren geslagen door erosie. In combinatie met de regen maakte dat op die smalle baan dat het soms wat moeilijk zoeken was naar het juiste spoor. Dan zakte je gemiddelde meteen ook weer naar onder de 10 km/uur en wist je dat het later en later zou worden. Zeker toen de duisternis daadwerkelijk in zette, ging dat ten koste van het tempo.
Maar ik moet zeggen, de chauffeur was prima. Ik heb geen enkele keer het gevoel gehad dat hij foute beslissingen nam, hij reed keurig, haalde op juiste momenten in en hield rekening met ander verkeer. En dan zit zo’n man toch 14 uur achter het stuur, hij reed alles alleen. Petje af.

Rond 19 uur zijn we nog even gestopt om wat te eten. Niet echt een briljante tent. Vieze toiletten, plakkerige tafels, dat werk. We moesten wel iets warms eten onderhand, maar we hebben het op veilig gehouden; witte rijst, wat water-spinazie en Muis en ik wat kip. Het vulde iets, maar daar was dan ook alles mee gezegd.
De paar stops die toen nog volgden waren alleen om her en der wat van die balen rijst af te leveren en eindelijk, tegen 23.00 uur ’s avonds reden we Tentena in en werden we gedropt bij het enige stalletje dat nog open was.

Wat een verschil met al die andere plaatsen in Indonesië waar je van het openbaar vervoer komt. Normaal wordt je dan belaagd door taxi’s en chauffeurs. Hier was helemaal niets. Toen de bus weg reed, waren er alleen nog een stuk of vijf gasten op motoren die ritjes aan boden. Maar om nou met de kids en de rugzakken achterop bij die jongens te gaan, dat zagen we niet zitten. Onze bestemming lag namelijk nog best wel een eindje buiten Tentena.

Gelukkig kregen we een van die jongens zo ver om het hotel te bellen om te vragen of die niet een auto konden sturen. Het leek er een tijdje op alsof hij ja zei en nee deed, maar eerlijk is eerlijk, na een kwartier stopte er een oude gare pick-up truck met een oude snurkhaas er in, die zei dat hij ons naar Tadolala Cottage zou brengen, de houten huisjes aan het Poso-meer dat we geboekt hadden. Ook de twee hollandse backpackers bleken daar heen te gaan, dus hult en bult werd achterop de open pick-up geladen, inclusief Sas, de kids en de backpackers. Ikzelf kroop naast de chauffeur om hem nog eens goed in de ogen te kijken…. haha. Nee hoor, een brave oude man die de auto bestuurde zoals je allen nog maar in films ziet.

Dit hadden we niet meer willen lopen, op dat uur met volle bepakking. Het was inderdaad nog een flink stuk. Eerst het dorpje helemaal door en dan nog een paar kilometer daar buiten over een kronkelige smalle donkere weg. Klein wild dook in de koplampen van links naar rechts, en achterop de truck vlogen de zwarte vleermuizen ze om de oren.
Na een kwartier doemden daar ineens lichtjes op in de zwarte nacht; Tadolala Cottages.

We hebben al heel wat bijzondere plekjes gehad in ons reizend bestaan, maar deze komt ook zeker in het rijtje terecht. Hoe bijzonder is dit weer.
Pal aan het grote Poso-meer staan een klein aantal houten huisjes op palen, allemaal verbonden door een houten steiger.
Zes huisjes die je kunt huren maar, 3 links en 3 rechts, en aan het einde een open gebouwtje waar je kunt ontbijten of anderszins kunt relaxen. Voor de rest niets, helemaal niets. Heerlijk!

We werden opgewacht door een lief vrouwtje dat geen woord over de grens spreekt. Gijs en Maasje waren we direct kwijt, want er liepen vier pas geboren katjes rond, dus ze hadden allebei meteen een Coco en een Klaasje te pakken (en verdomd als het niet waar is, het waren ook net Coco en Klaasje). Gijs kon zijn geluk sowieso niet op, want overal sprongen kikkers rond die hij weer binnen no-time gevangen had en uit zijn handen liet springen. Salamanders en vleermuizen maakten het plaatje af, terwijl onder je het water van het meer rustig klotste.

De huisjes zijn echt briljant! Super simpel, maar o, zo leuk.
Kleine houten cabins, met brede planken op de vloer. Bij ons hebben ze een extra matras neergelegd, zodat we met ons vieren in één huisje kunnen. Niet nodig, want we zijn de enige gasten, maar wel zo gezellig. Verder zit er niets in de kamer.
Kleine dubbele deuren geven je toegang naar een balkon boven het water en er zit nog een deurtje waar achter je een kraantje vindt boven planken die iets uit elkaar liggen, zodat water weg loopt het meer in. Ik vrees dat dit “the incredible hot showers” zijn, waar over gesproken werd in een stukje op het internet…
Geen wc op de kamer, daarvoor moet je aan het begin van de steiger zijn, en ook voor een fatsoenlijke wastafel moet je naar buiten, al is die vlakbij. Die hangt, “heel random” zoals Maasje zei, op vijf meter van de hut vandaan aan de steiger geschroefd, maar dan aan de buitenkant. Je moet dus over de rand hangen om boven de wastafel te komen. Haha, briljant freubelwerk.

We hebben nog even een biertje gedronken, met de kikkers en katten gespeeld en ik heb nog even telefonisch contact gehad met iemand die een beetje engels sprak. Die zei dat we niet hoefden in te checken, maar gewoon lekker konden gaan slapen. Hij zou de volgende dag wel even langs komen.

Ook al heb je dan de hele dag gezeten, je bent zo verrot als wat na zo’n trip, dus we hebben al gauw de bedden opgezocht. Sas en Maasje op het roze matras, Chief en ik op het grote “Gucci-bed” (aldus Gijs). Prima dikke matrassen. Lakens, dekens, dekbedden, dat lag er niet. Heb je ook niet nodig hier. Temperatuur is ideaal.
Geen mug gezien, maar Muis wou uiteraard wel onder een klamboe, dus die hebben we nog opgehangen en toen ging letterlijk en figuurlijk het licht uit.

Heel benieuwd hoe het morgenochtend gaat zijn, als we pas echt goed kunnen zien waar we nu weer terecht zijn gekomen.
Dit vind ik stiekem zo briljant. Gewoon op de bluf reizen, zien waar je uitkomt en dat je dan op zulke briljante unieke stekjes komt die je anders nooit had gekozen of gevonden.
Ik denk zomaar dat we het hier zo leuk gaan vinden dat we er nog een dag achter aan plakken. Die speling hebben we immers nog, we lopen één dag voor op schema.
Afijn, dat zien we morgen wel. Eerst tukken…

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 177
Totaal aantal bezoekers 89951

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: