Als de dag van gisteren... - Reisverslag uit Cairns, Australië van Joost Veld - WaarBenJij.nu Als de dag van gisteren... - Reisverslag uit Cairns, Australië van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Als de dag van gisteren...

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

31 Juli 2016 | Australië, Cairns

Als de dag van gisteren…

Vrijdag 29 juli 2016

Oh, wat voelt dit weer goed!. Op dit moment zit ik buiten in de cockpit en geniet van de zonsopkomst. Het is nog geen 06.00 uur, iedereen slaapt nog. Dit is zo’n mooi moment van de dag. De rust, de prachtige natuur om me heen, het kalme water, de mangroven op de oevers, de Tableland-mountains op de achtergrond. Hengeltje uit, koffie in de hand, laptop op schoot.

De vlucht gisteren was prima. Uurtje vertraging, maar daar hebben ze tijdens de vlucht weer de helft van ingehaald. Gewoon een lekkere basic kist, geen fratsen en opsmuk. Een Airbus 320, dus niet te groot. Service à la Ryan Air, oftewel niets van het huis. Of je brengt wat mee, of je koopt wat aan boord. Prima. Voor dat geld (voor nog geen 240 euro per persoon heb je een retour van Indonesie naar Aussie op en neer) moet je verder ook geen praatjes hebben.
Enige nadeel dat ik kan verzinnen is eigenlijk dat de vlucht net te kort is… Het is namelijk iets meer dan vier uur vliegen, maar het is wel een nachtvlucht. Met alle extra fuzz van start en landing en instructies etc., hou je nog slechts een kleine drie uur over om ongemakkelijk te doezelen in je stoel. En dat is dan je enige nachtrust. Dan kun je nog beter hebben dat de vlucht zes of zeven uur duurt, dan maak je nog iets van een nacht.
Maar, verder niets te klagen, het was helemaal prima.

Door nieuw tijdsverschil was het iets na achten toen we de baan van Cairns raakten. Het land binnenkomen gaat hier veel soepeler dan in Melbourne of Darwin. De douane is relaxed, en de immigration al helemaal. Dat hebben we wel anders mee gemaakt. Je mag hier niets het land binnen brengen aan eten en daar zijn ze super strikt in. Meerdere checks voordat je er eindelijk door bent. Maar nogmaals, dat ging hier erg soepel.
En dus liepen we al vlot door de schuifdeuren, waar achter Annie en Ronnie zaten te wachten.

Annie en Ronnie hebben we ontmoet in 2008, toen we met de kids drie maanden hebben rond getrokken in Australië. We belandden toen op het schitterende Lizard Island, een klein eiland voor de kust ter hoogte van Cooktown, waar we een paar nachten gingen kamperen. We waren toen de enige mensen op het land, maar in de baai lagen een drietal zeilboten. En op een daarvan zaten zij. Hij, een rauwe Nieuw-Zeelander, type Crocodile Dundee, die zijn hele leven avontuurlijk geleefd en gereisd heeft en compleet één was met de natuur, en zij upper-class London, die haar leven daar van de ene dag op de andere vaarwel heeft gezegd om met hem op een boot in de wateren rond Queensland te wonen. Acht maanden per jaar varen ze door de meest ongerepte gebieden in het verre noordoosten en noorden van Australië, de andere vier maanden tijdens het hurricane-seizoen, schuilen ze in de mangroven rond de haven van Cairns.
We hebben toen op Lizard een paar super gezellige dagen gehad en we zijn in 2011 terug geweest voor een hele bijzondere zeilreis met hun op de Wessels, een compleet verlaten eilandengroep noord van Australië, waar we toen drie weken letterlijk van de radar zijn verdwenen en geen mens zijn tegen gekomen. Een waanzinnige ervaring.
Ronnie laat zijn boot eigenlijk nooit alleen, maar Annie is in de tussentijd ook al twee keer een paar dagen bij ons geweest als ze op weg was naar Engeland om haar familie te bezoeken.

En nu zijn we er weer, vijf jaar na de trip naar de Wessels. Dit keer blijven we iets dichter bij de bewoonde wereld, maar belooft het weer heel bijzonder te worden. Plan is om richting Fitzroy Island te gaan, voor de kust van Cairns, en van daar uit richting het Great Barrier Reef te zeilen om daar te duiken en te snorkelen.
De kids zijn helemaal gek van Annie en Ronnie, die ze dus eigenlijk maar een paar keer gezien hebben in hun leven, maar waar ze allebei zo’n geweldige klik mee hebben. Annie en Maasje zijn twee handen op één buik, en Ronnie en Gijs zijn samen ook een mooi stel en hebben de grootste lol. Geweldig om te zien. Gijs en Maasje hadden zich nu ook weer zo verheugd op het weerzien en dan is het mooi om te zien dat de chemie er ook nog daadwerkelijk is.

Ze hebben een kleine oude Daihatsu die ze gebruiken voor de maanden dat ze hier zijn en aan land moeten. Dus daar konden we mooi de bagage in kwijt en daar zijn Ronnie en ik ingestapt. De rest is met Annie in een taxi gesprongen en we zijn naar Cairns centrum gereden, naar de markt bij Rusty’s. Eerst lekker ontbeten. Er staan meerdere kraampjes bij elkaar, dus keuze genoeg. Gijs en Maasje namen heerlijke pannenkoeken, terwijl wij gingen voor een traditioneel ontbijt uit Samoa. En dan heb je het over ontbijt…. Geen wonder dat die gasten allemaal groot en sterk zijn… Een bord vol met heerlijke gerookte en gegrilde kip, groenten, het machtige cassava en de specialiteit van daar, de taru. Deze aardappel-achtige zit zo boordevol alles, dat het al een maaltijd op zich is. Het bevat alle vitaminen en mineralen van aardappelen, groenten en fruit, dus je bent eigenlijk al direct klaar, haha. Al met een heerlijk en vooral voedzaam ontbijt.

We zijn even over de markt gelopen, die veelzijdig en leuk was. Een heel divers aanbod en de fruit-afdeling was wederom een feestje om te zien.
Er stonden nog een paar items op het boodschappenlijstje, dus we hebben de troepen weer even opgesplitst en hebben die allemaal af kunnen vinken. Daarna zijn we richting de haven gegaan.
Hun boot ligt niet in de Marina, waar het relatief druk is. Ze hebben haar buiten de haven liggen, bij de mangroven, heerlijk rustig afgelegen. Ze hebben twee kleine bootjes die ze gebruiken om van en naar de wal te komen. Die lag nu dus bij de bootwerf.

Daar het heel oncomfortabel zou worden om alles in één rit te doen, werden de troepen opnieuw gesplitst. Gijs en Maasje en alle bagage gingen op de eerste rit mee met Annie en Ronnie. Kids waren nog flink moe van de reis, dus die wilden we zo snel mogelijk even plat hebben. Wij konden ondertussen mooi even een wasje draaien in een van de machines die daar staan en zijn even naar de Marina gelopen voor ene bak koffie. Grappig dat daar dan weer een Nederlands meisje achter de bar staat, Hollanders kom je echt overal tegen. Zij reist de hele wereld over, werkt steeds een tijdje ergens, reist dan weer verder, werkt dan weer etc. etc. Ze had het Verre Oosten al gehad, zat nu al een jaar in Aussie en zou van hier weer verder gaan richting Zuid-Amerika. Geen agenda, geen eindtijd, gewoon gaan en zien waar het schip uiteindelijk strandt. Ik vind dat prachtig.

Na een goed half uur zagen we Ronnie weer de hoek om komen en zijn we ook ingestapt. Het is een minuut of tien varen. Het eerste stuk zit je nog in de bewoonde wereld, maar al gauw laat je die achter je en zie je alleen her en der nog een boot voor anker liggen. Aan weerszijden liggen de uitgestrekte mangroven, groener dan groen. Het was laag water, waardoor er soms een stukje zand vrij kwam en het was op zo’n plek dat we de eerste krokodil alweer konden spotten. In deze tijd van het jaar (hier is het winter), is het water relatief koud, dus met laag water komen ze er uit en pakken dan wat zon om op te warmen. Het doet je direct weer beseffen in elke uniek stukje wereld we weer terecht zijn gekomen. Het was niet de grootste ever, maar toch al gauw een meter of drie lang. Toen we dichterbij kwamen, koos het beestje eieren voor haar geld, en liep weer het water in.

Een laatste bocht om een eiland heen en daar lag ze; The Siri of the Sea, het mooie schip van Annie en Ronnie. Het is echt een prachtboot, schitterend onderhouden, strak in de lak en van vele gemakken voorzien. Ik ben niet genoeg een zeiler om alle ins en outs er van te kunnen vertellen (de foto’s zullen het woord moeten doen), maar het is een prachtig schip, groot genoeg om er met twee op te kunnen wonen, en gelukkig ook groot genoeg om er met z’n zessen een paar weken op te bivakkeren.

Het was vijf jaar geleden dat we er voor het laatst op waren, maar zo voelt het helemaal niet. Alsof we er vorige week nog waren, zo voelde dat voor ons alle vier.
Afijn, dat de kids dat ook zo voelden, hoorden we pas later, want toen wij aan boord kwamen, vonden we die twee al diep in coma in het bed van Annie en Ronnie. Die lagen heerlijk te ronken om zo de verloren uurtjes in te halen.

Nadat we de spullen hadden opgeborgen en ons om hadden gekleed, hebben we een bakkie thee gedronken en konden we de vernieuwingen op het schip bekijken. De nieuwe, extra boot en de stellage waarmee die opgehesen kan worden, de barbecue die achterop gemonteerd is en zelfs bij 40 knopen wind nog uitstekend werkt, de watermaker waarmee ze zeewater kunnen omtoveren in uitstekend drinkwater (5 liter per uur) en nog een paar van dat soort nieuwe snufjes.
Binnen waren ze vooral druk geweest met het opknappen van de kajuit en de slaapkamer in de punt. Het zag er weer spin en span uit.

Sas en ik zijn ook even een uurtje gaan liggen. Net als met de heenreis naar Jakarta, wilden we nu even een uurtje pakken en dan ’s avonds bijtijds naar bed, dan zouden we in één dag in het ritme moeten zitten.
Terug wakker hebben we de kids ook gewekt en kon Maasje de cadeautjes geven. Gijs en Maasje werden op hun beurt verwend met cadeaus, waaronder “Ronnie’s special knife" voor Gijs, een prachtig dubbel mes en Maasje kreeg van Annie een sieraad dat Annie normaal altijd droeg, een zilveren gekko. Geinig dat het beestje in precies dezelfde houding zit als degene op de foto, die de dag er voor op Maasjes arm was gesprongen op Bali. Maasje kon die foto laten zien en het was net of het zo had moeten zijn, erg grappig.

Geef Annie een handjevol ingrediënten, een vuurtje en anderhalve vierkante meter werkruimte en je weet zeker dat je 5-sterren gaat eten. Ongelooflijk wat die voor elkaar krijgt met zo weinig middelen. We hebben echt waanzinnig lekker gegeten en wisten ook meteen weer wat we daar gemist hadden. Wat een chefkok! Couscous met gevulde paprika, met heerlijke groenten en voor de vleeseters onder ons heerlijk kangaroe-vlees. Zalig bereid. Ja, nou waren we echt weer in Aussie.
Als toetje heerlijk fruit van de markt, opgeleukt met whipped cream en koekkruimels en nog het een of ander.
Eén ding weet ik nu weer zeker; ik zal de komende weken flink moeten trainen tussendoor omdat ik anders met al deze verwennerij als een Michelin-poppetje het land ga verlaten…

Uiteraard moest de hengel ook weer in de hand. Dat had ik zo gemist. In de cockpit zitten, met de “rolhengel” in de hand. Dit stukje van het water is niet heel goed om te vissen, maar dat maakte niet uit. Dat komt straks wel als we op pad gaan. Het was al lekker om weer in de vertrouwde houding te kunnen zitten.
En trouwens, ’s avonds hadden we zeker beet. Een paar keer werd het aas (we hingen er een soort sardien aan) met één flinke ruk van de haak gehapt. Dat moet formaatje baby-haai geweest zijn. Eén keer was ik het aas kwijt met haak en al, de vislijn was met één hap door gekauwd.

Maasje was nog steeds moe en ging uit zichzelf weer vroeg naar bed. Gijs is langer op gebleven en we hebben gezellig in de cockpit gezeten en bij gekletst. Het zijn zulke lieve mensen, met een flinke dosis humor. Met name Ron zit boordevol verhalen, van nu en vroeger, de een nog grappiger dan de ander. Over iemand gesproken die een boek zou kunnen schrijven…

Het laatste uurtje van de avond zaten Sas en ik alleen buiten. We keken elkaar en realiseerden ons dat het toch wel heel bijzonder is waar we waren, hoe we aan de andere kant van de wereld, op zo’n prachtige plek op een zeiljacht zaten, met de kids, en met een prachtige trip voor de boeg. Hoe goed het voelde om hier weer terug te zijn. De vorige keren hadden we ook zo’n klik met dit land en voelden we allebei dat we hier zeker zouden kunnen aarden en vandaag voelde dat wederom zo, zowel op het land als hier op het water.
Maar weer eens kijken hoe we deze weken door gaan komen en hoe het voelt aan het eind van deze rit, dan kunnen we altijd nog gaan dromen…
Eerst drinken we een glas en genieten van de rust, het kabbelende water, de helderste sterrenhemel en elkaar… No worries…..



Zaterdag 30 juli

Dag twee op de Siri. Ik was vroeg wakker, zoals ik in mijn vorige verslag al schreef, en zat voor zessen al in de cockpit te genieten. Terwijl ik mijn verslag schreef, werd de rest ook om de beurt wakker. Eerst Annie, ook altijd vroeg op, toen Ron en tegen 08.30 uur heb ik Sas en de kids wakker gemaakt, want we hadden een missie vandaag en sommige winkels sluiten vroeger op zaterdag. Dus we moesten bijtijds de dinghy in, richting het vasteland.

Om straks goed te kunnen snorkelen, hebben we wat uitrusting nodig. Zeker als we gaan duiken op het open water rond het rif, zal de temperatuur van het water lager zijn dan onze lichaamstemperatuur, dus zonder extra protectie hou je het niet heel lang uit. Dan is een wetsuit geen overbodige luxe. De vorige keer dat we hier doken, waren Gijs en Maasje nog te klein en was ik eigenlijk de enige die lang te water ging, maar ik vond het toen al koud, en dat was boven het rif, laat staan in open water. Dus nu zij ook de leeftijd hebben om mee te snorkelen, en dat willen ze heel graag, dan hebben ze zeker wat nodig.

Dus eerste vereiste waren wetsuits voor de kids. En dan hadden ze ook nog flippers, brillen en snorkels nodig, want die hadden we de afgelopen weken niet mee gezeuld natuurlijk.
Als je in een stad als Cairns in het centrum naar een duikwinkel gaat, ben je aan de beurt. De prijzen rijzen dan de pan uit. Maar gelukkig hadden we Ronnie. Die wist meerdere zaken aan de rand van Cairns, waar de locals hun spullen kopen.
Ronnie, Gijs, Maasje en ik gingen dus op pad. Sas bleef bij Annie op de boot.

Het duurde een tijdje voor we helemaal geslaagd waren, met name vanwege de maatvoeringen, maar uiteindelijk waren we compleet. Vooral de wetsuits zijn erg cool, wat staan die leuk bij die kids. Om op te vreten. Zelf vonden ze het ook er gaaf en ze wilden de suits natuurlijk maar wat graag uitproberen. Dat kon geregeld worden.

Toen we acht jaar geleden voor de eerste keer in Cairns kwamen, waren we meteen al verliefd op dit stadje. Het was zo relaxed, het was meer een dorp dan een stad. Prachtig ingeklemd tussen de Tablelands en de oceaan, tussen mangroven en regenwoud, tussen suikerriet en bananenplantages. Cairns won met afstand van alle andere plaatsen langs de Oostkust, hoe gaaf een stad als Sydney of Melbourne natuurlijk ook was.
Wat de kinderen zich vooral nog, of eigenlijk alleen nog, goed konden herinneren van Cairns, was de Lagune, die bij de Esplanade lag, de langgerekte groene strook langs de kustlijn, een soort boulevard maar dan groen. De lagune was een groot openbaar zwembad in het hart er van, waar veel locals bij elkaar kwamen om te zonnen en te zwemmen. Want al heeft Cairns een flink strand, daar komt eigenlijk niemand, omdat je daar alles behalve veilig bent voor krokodillen. Vanuit de lagune kijk je echter wel direct uit over het strand en de daarachter gelegen oceaan.
Maasje wist dit nog precies (ze was toen drie!) en wist ook nog de grote metalen vissen te herinneren die aan de oostrand van het bad ter versiering waren neer gezet. Die wilde ze graag weer zien, ze wilde een zelfde foto maken als acht jaar geleden voor de vissen en ze wilde lekker zwemmen daar. Net als Gijs overigens. Een mooie plek dus om de wetsuits uit te proberen.

Nadat we eerst nog even een heerlijke meat-pie hadden gescoord bij het lokale bakkertje (oh, die had ik ook zo gemist) en de kids een lekkere donut, heeft Ron ons afgezet bij de lagune. Hij zou terug gaan naar de dinghy om Sas en Annie op te halen van de boot. Dan zouden we elkaar allemaal bij de lagune zien.
Maar toen bleek de lagune dicht… Uitgerekend deze week hadden ze ‘m dicht gegooid, omdat er een paar scheurtjes in de bodem zaten die gerepareerd moesten worden. Het hele terrein was afgesloten. We konden de vissen in de verte zien, maar we konden er niet naar toe… Beetje jammer. Maar goed, als het goed is, is ie weer open tegen de tijd dat we terug komen van de zeiltrip, dus misschien kunnen we dan nog wat cheffen.
Een werker die ik daar aan sprak, kon me gelukkig een alternatief vertellen. Aan de rand van Cairns ligt het Tubork Memorial Pool, een groot zwemcomplex aangelegd ter nagedachtenis aan de Australiërs die als eerste de opmars van Rommel konden stuiten en wekenlang stand hielden, ondanks dat ze zwaar in de minderheid waren. Door kennis van het terrein, strategische hoogstandjes en guerrilla-achtige acties bleven ze de Duitsers te slim af, al zijn er natuurlijk wel veel slachtoffers gevallen.

Ik kreeg Annie gelukkig te pakken en kon haar uitleggen dat we daar naar toe gingen uitwijken en we pakten een taxi naar Tuborg. En dat was helemaal prima. Drie grote zwembaden bij elkaar en zelf nog een kunstmatige branding waar gasten aan het trainen waren op surfplanken. Cool om te zien. Gijs en Maasje hebben amper meer voeten op het land gehad. Alleen toen Sas, Annie en Ronnie aan kwamen, hebben we even heerlijk gepicknickt op het gras tussen de baden (Annie had een briljante lunch mee genomen), maar voor de rest hebben ze non-stop in het water gelegen, in vol ornaat. Steeds zag je weer een snorkel voorbij komen of een flipper boven het water uitsteken. De wetsuits werkten perfect en zelfs Gijs, die het normaal nooit zo lang vol houdt, heb ik pas tegen sluitingstijd uit het water gekregen.
Maatje zag ik zelfs op een gegeven moment voorbij komen met een klein aboriginal-meisje op haar rug. Maatje zag ik niet, alleen haar snorkel en het kleine ding gleed statig voorbij alsof ze bij een dolfijn op de rug zat. Erg geestig. Zelf heb ik een tijd met de kids gezwommen en heb wat baantjes kunnen trekken in het 100 meter-bad. Lekker.

Het zwembad was al dicht toen we er uit kwamen. Dat hadden we trouwens niet eens in de gaten. Wij waren de family-room in gegaan, kennelijk toen het zwembad sloot en hebben ons daar uitgebreid gedoucht, de wetsuits uitgespoeld en ons omgekleed. Toen we er uit liepen, was het hele bad leeg, de rolluiken gesloten en keek het meisje bij de kassa ons stomverbaasd aan…haha.
Ze belde nog wel heel tof een taxi voor ons en twee minuten later werden we opgepikt. Sas, Annie en Ronnie waren al vooruit gegaan, omdat we toch met twee ritjes naar de boot moesten varen, en nadat ik ze weer even gebeld had, kwam Ronnie ons halen met de dinghy. De wind was wat aangetrokken en dat, samen met hoog water, zorgde voor een stuiterende vaart terug naar de Siri. We waren allemaal opnieuw kletsnat toen we aankwamen. Maar het was wel lachen.

Annie had zich ondertussen weer prima gehad in de keuken. Blijf me daar over verbazen. Op het moment dat ik mijn hoofd in de kajuit stak, was ze net bezig om met een brander de toplaag van de verse lemon-taart te caramelliseren. Hoofdgerecht was een heerlijke ratatouille van zoete aardappelen, groenten en grote stukken gebakken kamgaroe-vlees, bereid op de barbecue op het achterdek. Het was weer smullen geblazen. Ook de kids aten hun buiken weer rond.

Gijs had het weer prima naar zijn zin met Ronnie, die hem de verhalen vertelde over de Maori’s, de manier waarop zij oorlog voeren en de wapens die ze gebruikten. En over de longbow-men uit het engelse leger. Laat dat maar aan Ronnie over. Gijs hing aan zijn lippen.
Maasje vermaakte zich ondertussen uitstekend met Annie en alle uitgestalde knuffels in het vooronder. Ze zijn zo ontzettend thuis hier, echt heel leuk.

Het liep tegen elven toen we gingen slapen. Een laatste check van het weer gaf goede hoop. De wind zou verder gaan liggen, dus we zullen zeer waarschijnlijk morgen uitvaren. Fitzroy Islands wordt dan de bestemming, als het goed is op zo’n drie uur varen vanaf hier.
Er zal morgenochtend wel eerst nog het een en ander aan voorbereiding op de boot moeten gebeuren, maar met zes man moet dat snel kunnen gaan.

Hijs de zeilen, licht het anker, de dutchies komen er aan!…



Zondag 31 juli

Haha, we hebben weliswaar een heel eind gevaren vandaag, maar we liggen weer op precies dezelfde plek als gisteravond rond deze tijd, namelijk in de havens buiten Cairns. Het liep weer eens ietsje anders. Hetere had andere plannen met ons.

Vanochtend zat “the rooster” (zoals ik hier genoemd word omdat ik altijd voor dag en dauw buiten ben en bovendien een haan van Chinees sterrenbeeld blijk te zijn) alweer buiten te genieten voordat het licht werd. De wind was gaan liggen, al hadden we wel wat tropische buitjes gehad ’s nachts en waaide de laatste net over. Alles wees er op dat we prima condities hadden om de trip naar Fitzroy te maken.

Annie en Ronnie waren er ook vroeg uit, net als Sas. Alleen de kids lieten we nog even liggen. We hadden eerst nog wel de nodige voorbereidingen te doen om de boot vertrekklaar te maken. Binnen moest alles opgeruimd worden en veilig weg gestouwd, zodat het buitengaats niet door de kajuit zou gaan vliegen. En ook buiten was er het nodige af te vinken. Losse spullen opbergen, touwen gereed maken, motor checken, watertank afvullen, zeilen gereed maken, etc etc.
Toen alles klaar was en we gereed waren voor vertrek, kwam het pittigste klusje; het schoonmaken van de ankerketting. Je wilt niet weten wat er allemaal aan de ketting vast komt te zitten als je iets langer voor anker ligt. Modder, schelpen en planten, alles groeit en kleeft er aan vast. Dus als je het anker licht, dan is het verstandig om het meteen af te spuiten met een slang (gebruik je zeewater voor om geen zoet water aan te verspillen) en met een borstel schoon te boenen. En ook al was er nu slechts 6 meter ankerketting uitgerold, daar ben je toch wel even mee bezig.

Maar toen konden we dan toch echt gaan. Eerst de rivier uit, richting Cairns, langs alle boten die daar voor anker liggen. En als Je Cairns dan gepasseerd bent, zwaai je rechts af een waterbaan op, een lange vaart aangegeven door “leads”, hoge houten palen aan weerszijden om de paar honderd meter. Dit kanaal is geen overbodige luxe, daar het zeer ondiep is in de wateren rond Cairns. Meteen buiten de vaargeul zie je het water al verkleuren en tijdens laag water komt er zelfs een heel deel droog te liggen. Daar wil je met een kiel, zoals de Siri heeft, niet doorheen hoeven te ploegen.

We voeren op het motortje uit, lekker relaxed. Een paar boten stoven ons voorbij, waaronder een grote bewapende patrouilleboot van de grensbewaking, maar hoe verder we van Cairns verwijderd waren, hoe rustiger het werd. Althans, wat het verkeer betreft… De wind daarentegen leek juist steeds meer toe te nemen. Met de oost-zuidoostelijke wind wat het was, waren we nog enigszins beschut door de heuvels naast ons, maar die zouden we al gauw deels kwijt raken.
Toen we de laatste heuvels op het rechte stuk gepasseerd waren, bogen we af naar rechts en verlieten de vaargeul. De koers werd nu pal oost en we kwamen in water met minder beschutting. Dat was overigens tegen de weersvoorspellingen in, die hele andere wind hadden voorspeld.

Terwijl we de Aboriginal-gebieden passeerden, werd het steeds onstuimiger en onstuimiger. Om vaart te houden, hadden we het voorzeil open getrokken. Dat gaf ons wat snelheid, maar we moesten nog altijd de laatste bocht maken en de vraag was wat ons daar te wachten stond.
Het was flink stuiteren. De golven werden hoger en hoger en het water spatte ons geregeld om de oren. De kids waren in de kajuit gedoken en waren in slaap gevallen. Wij zaten met ons viertjes in de cockpit.
De grote dinghy bungelde achter ons aan, aan een touw. Die hadden we op sleep mee genomen. Hij hield zich goed in de hoge golven, maar ook hier was de vraag wat er om de laatste hoek zou gebeuren.

Vlak voordat we daar waren, was echter de beslissing al genomen. Voor de eerste keer in alle keren dat ze dit stuk al hadden gevaren richting Fitzroy, besloot Ronnie om om te keren. Het leek hem geen wijs idee om de bocht te nemen en de laatste mijlen recht tegen de wind in te boksen. Met de dinghy achter de boot was laveren niet echt een optie en puur op motor zou het een urenlange onprettige tocht worden, beukend op de golven.
Dat was natuurlijk even balen, zeker omdat we in de verte het eiland al zagen liggen, maar toen we het voorzeil streken, was het meteen volop duidelijk dat doorgaan geen optie was. Zodra de vaart er uit ging, werden we een speelbal en werden we overal heen geslingerd. Maasje was al even ziek geweest, al herpakte ze zich vrij snel.

Dus het roer ging om. Met de wind mee ging de snelheid alweer rap omhoog en met de golven mee, werd de deining niet zo zeer minder, maar wel aangenamer. En vanaf daar was het dan ook een prachtige zeiltocht terug naar Cairns. Het water was van een prachtige groene kleur, glinsterend in de zon. De heuvels op de achtergrond en het prachtige weer maakten het helemaal af. Ik kreeg zelfs mijn eerste zeeslang van deze vakantie te zien, een grote vale oranje-gele jongen die vlak naast de boot omhoog kwam en even bleef dobberen. Toen liet hij zich weer naar de bodem zakken.
Maasje heeft het laatste uur het stuur over genomen en Siri naar de ankerplaats geloodst. Na krap zes uur zeilen waren we weer terug op dezelfde plaats.

Beetje jammer natuurlijk, maar wel de enige juiste keuze. Morgen is er weer een dag en dan zijn de verwachtingen weer wat gunstiger. We gaan dan gewoon weer een poging doen. En ik heb het gevoel dat het ons dan wel gaat lukken. Morgenmiddag hoop ik mijn eerste duik te kunnen nemen en het strand daar te kunnen verkennen.

Annie is zichzelf weer te buiten gegaan in de keuken en heeft er weer een feestmaal van gemaakt. Ik zal toch echt vanaf morgen weer moeten gaan trainen op het strand daar, anders kom ik echt tonnetje rond terug. Gijs had ook een hoofdrol in de keuken vandaag, want hij had het recept van kruukplaetjes mee genomen vanaf thuis en is die hier gaan maken. Dat was een groot succes. Ze waren erg goed gelukt.

Nu zitten we nog even na te babbelen op het achterdek. Ik ga zo proberen nog even gebruik te maken van de wifi van Cairns, want voor hetzelfde geld zit ik de komende 10 dagen zonder en kan ik niets posten.
En dan vroeg naar bed, want morgen willen we extra vroeg vertrekken, omdat de wind ’s ochtends kalmer lijkt dan in de loop van de dag.

Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Morgen proberen we het opnieuw.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 188
Totaal aantal bezoekers 90016

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: