22-10-2018 - Reisverslag uit Arusha, Tanzania van Joost Veld - WaarBenJij.nu 22-10-2018 - Reisverslag uit Arusha, Tanzania van Joost Veld - WaarBenJij.nu

22-10-2018

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

23 Oktober 2018 | Tanzania, Arusha

22-10-2018

Ik schrijf dit vanuit een tent midden in de bush. Niet ergens net buiten het reservaat, nee, midden vanuit de Serengeti. Bij aankomst zagen we nog een enorme hyena op kruipafstand van de tenten en ook vannacht mogen we het nodige wild aan de andere kant van het tentdoek verwachten. Wat is dit kikken, zeg. Wat een omgeving, wat een uitzicht, wat een bijzondere plek weer…

De dag begon vanochtend overigens al heel vroeg. Ik werd net voor de wekker wakker van de junglegeluiden in Tarangire. Net buiten onze tent maakten een paar hornbies amok en dat ging met het nodige lawaai gepaard. Niet veel later, om 05.45 uur, ging onze wekker af en een kwartier later stonden Sas, Maas en ik buiten om op jacht te gaan naar de zonsopgang. Gijs hadden we lekker laten slapen en dat was achteraf maar goed ook, want deze klim had hij op zijn krukken niet willen maken.
Na 10 minuten klimmen over een smal zanderig paadje kwamen we op een klif die over Tarangire National Park uitkeek. Naarmate je ogen wenden aan de ochtendschemering, ontwaarde je steeds meer dieren ver beneden je op de savanne. Zebra’s, gnoes, verschillende antilopen trokken langzaam van de ene kant van het panorama naar de andere. Niet veel later kwam de zon boven de horizon uit en dat was inderdaad het vroegere opstaan waard; wat een prachtig schouwspel! Zo vlak bij de evenaar gaat het allemaal heel snel en binnen no-time stond ie al helemaal vrij in de lucht, maar de betovering bleef nog wel even hangen.

Terug in het kamp bleven Maasje en ik meteen al in het restaurant gedeelte, zodat ik wat op de mail kon werken en mijn vorige verslag kon uploaden. Het wordt alleen maar tekst voorlopig, vrees ik, want de wifi is overal te zwak. Balen, want we hebben zulke mooie foto’s gemaakt…
Onder ons, in het dal, gingen twee Impala mannetjes met elkaar het gevecht aan om het leiderschap. Indrukwekkend om te zien hoe ze met de geweien tegen elkaar aan kletterden en tot het gaatje gingen.
En op nog geen twee meter afstand kwamen enkele monitor varanen tevoorschijn met hun felle oranje koppen en fluorescerende blauwe lijfjes. Zonder angst gingen ze onder onze neus lekker zonnebaden.

Na het ontbijt namen we afscheid van Tarangire en klommen we aan boord voor onze volgende stretch, met als einddoel de Serengeti. Maar voordat we daar aan zouden komen, hadden we wat stops onderweg ingepland.
De eerste daarvan was een bezoek aan een traditioneel Masai dorp. Een beetje toeristisch, dat wel, maar we hebben ons even over dat principe heen gezet, omdat we de kids toch wel graag even het een en ander wilden laten zien.
We werden eerst getrakteerd op hun welkomstdans, waarbij de mannen en vrouwen apart staan opgeilend en er om de beurt een deel van de dans wordt gedaan. De dames hadden al gauw Maas in hun midden genomen, een ketting omgedaan, en haar zo gek gekregen om mee te springen in het ritme. Springen is sowieso een Masai-dingetje. Geen volk of stam ter wereld springt zo hoog vanuit stilstand.

Een lid van de stam nam ons vervolgens mee het dorpje in. Zo’n dorpje bestond in dit geval uit 61 bewoners, allemaal familie van elkaar. Een Masai-man mag meerdere vrouwen hebben en elke vrouw krijgt haar eigen hut. De vader van deze jongen had bijvoorbeeld tien vrouwen en ja, dan schiet het natuurlijk wel op met de bebouwing.
Zo’n hut wordt trouwens enkel door de dames gebouwd. Daar zijn ze ongeveer 20 dagen mee bezig, en het wordt gemaakt van een houten frame, die vervolgens wordt dicht gesmeerd met koeienpoep. Het dak is van riet.
De indeling van die huisjes is standaard. Er staat één bed waar alle kinderen op slapen, en er is één bed voor de ouders. Verder alleen nog een vuurplaatsje om te koken en het warm te krijgen. Een paar jerrycans met water en that’s it. Meer is er niet.

Het dieët van de Masai is heel overzichtelijk. Dat bestaat uit vlees, melk en bloed en alledrie halen ze uit hun kuddes. Als voedsel schaars wordt, maken ze een snee in de hals van een koe, tappen daar bloed af en mengen dat met melk. Voor de rest eten ze het vlees van hun kudde. Groente en fruit eten ze nooit. Dat is slecht voor het rennen, is hun filosofie. Alleen de allerkleinsten krijgen soms een pap van mais.
Wat ook nog wel leuk was om te zien, was hun schooltje. Nou ja, schooltje… Een klein houten gebouwtje, net naast de kring met hutten, met alleen drie bankjes en een schoolbord. Hier krijgen de allerkleinsten les in de eerste basics van engels en swahili, en leren ze tellen tot 100.
Als ze zes zijn, gaan ze naar de basisschool 5 km verderop.
Nu zaten er een achttal kleuters op de bankjes toen wij binnen kwamen en die fleurden helemaal op toen ze Maasje zagen. Het duurde dan ook niet lang of Maasje zat op het bankje met alle kleuters op en rond haar. Heel cute.

Een volgende pitstop op de route was een tankstation, waar de auto niet alleen van nieuwe peut werd voorzien, maar waar we ook even alle baden hebben laten checken. Met een paar dagen in de bush voor de boeg wil je liever geen risico nemen. Ook konden we in het bijbehorende winkeltje een paar snacks kopen voor onderweg.

Om vanuit deze kant bij Serengeti te geraken, moet je eerst het land van Ngoronggoro doorkruisen, hetzelfde gebied waar we woensdag op expeditie willen gaan. Bij de main gate hebben we dus eerst toestemming moeten kopen om over hun land te mogen. Een formaliteit overigens.
Mike vertelde me dat de naam Ngorongoro van oorsprong een Masai naam is. Het betekent koeienbel. Het gebied is namelijk dicht begroeid en de Masai was bang dat ze hun vee makkelijk kwijt zouden raken door al die begroeiing. Daarom kregen alle koeien zo’n bel om. Als er eentje kwijt was, konden ze op het geluid af gaan. Volgens hun maakten de bellen een geluid dat klonk als “nogorongoro”, en hence, daar was een naam geboren voor het gebied. Hoe grappig is dat?

Voor mij komt een lang gekoesterde wens in vervulling als we de klim omhoog hebben volbracht. Want ineens sta je op de rand van de Ngorongoro krater, een plek die ik al van kinds af aan wilde zien. Toen zag ik al de filmpjes over deze krater en de bijzondere plek die het is voor zoveel soorten dieren. Ik kon er geen genoeg van krijgen en heb me altijd voorgenomen dat nog eens in het echt te gaan bekijken.
En vandaag stond ik er…
Wat een uitzicht! Ja kon het hele gebied overzien, zo’n 360 km2, met alle bergranden er om heen. Je zag heel duidelijk het grote meer liggen aan de ene kant en het moeras aan de andere kant. Op de oppervlaktes zag je de vele kuddes grazen. Roofvogels cirkelden door de lucht. De zon gaf het geheel een magische kleur.
Ademloos heb ik het staan bewonderen. Soms vallen dingen in het echt tegen als je er lang naar uit hebt gezien. Dat was hier zeer zeker niet het geval. Sterker nog, het was nog mooier dan ik had durven dromen.
Woensdag komen we hier terug en zullen we afzakken naar de bodem, kijken wat we daar aan wild kunnen spotten…

Nu moesten we weer verder. Een half uur verderop, nog steeds ergens op de rand van de krater, besloten we eerst even te lunchen. We hadden weer lunchboxen mee gekregen van ons laatste slaap-adres en die waren weer rijkelijk gevuld. Dat vonden niet alleen wij, maar ook de vijf grote black kites die boven ons grasveld cirkelden. Deze grote arendsoort, met een spanwijdte van meer dan een meter, waren duidelijk op roverspad.
Ik liep net even weg om naar het toilet te gaan, toen ik een harde gil hoorde, waarna ik Maasje hard hoorde lachen. Bleek dat één zo’n arend een snoekduik had gemaakt en de kippenpoot die Maasje net in haar mond wilde stoppen, op nog geen tien centimeter van haar gezicht wist weg te grissen. Een complete verrassingsaanval, met een 10 voor timing en precisie…
Maasje had verder niets en kon er gelukkig wel hard om lachen. Maar het was wel duidelijk dat we de rest van onze lunch beter niet op ons idyllische kleedje op het gras konden nuttigen. Dat hebben we maar even bij de auto gedaan, terwijl we bleven kijken naar de capriolen van de vogels.

Het gebied tussen de Ngorongoro en de Serengeti is heel ruig. Een harde rotsachtige bodem en dor geel gras domineerden de omgeving. De Masai is hier ruim vertegenwoordigd. Overal duiken traditionele dorpjes op en zover het oog reikt, grazen kuddes koeien en geiten, gehoed door de Masai.
Prachtig om te zien hoe in deze wildernis, de zebra’s en de giraffen zich aansluiten bij die kuddes van de Masai en doodgemoedereerd mee staan te grazen.
Ook kwamen we voor het eerst een Masai tegen die met vijf kamelen op pad was… Dat had ik nog niet eerder live gezien. Ze gebruiken de kamelen om water te dragen of haardhout.
Ze noemen deze kamelen dan ook wel: de Masai-landrover of Masai-pick up… :-)

De weg werd slechter en slechter, en de laatste kilometers tot aan de eerste gate van Serengeti waren ronduit dramatisch. Je werd enorm door elkaar geschud en we hielden ons hart vast voor de knievan Gijs. Het ging allemaal goed, maar comfortabel was dit stuk van de trip niet.

En toen waren we eindelijk aan de hoofdpoort van de Serengeti. De naam Serengeti komt ook van de Masai en betekent letterlijk “eindeloze vlakten”. Ze hadden geen betere naam kunnen bedenken, de Serengeti is één eindeloze vlakte zover je oog reikt.
Wat een verschil weer met Tarangire. Hier was geen Baobab meer te bekennen. Hier zag je vooral de “umbrella tree”, de o zo kenmerkende boom voor de savanne van de Masai Mara en de Serengeti, her en der verspreid over de vlakte.

Van hier begon ook meteen onze game drive van de dag, omdat ons einddoel midden in het reservaat ligt. De rit er naar toe was dus meteen al een safari-trip.
Het eerste uur kwamen we nog weinig tegen. Sowieso zijn er in deze periode beduidend minder grazers op de Serengeti dan ten tijde van de grote trek. Nu zijn de meeste grazers in het noordelijk deel te vinden.
Maar hoe verder we het gebied binnen trokken, hoe meer leven er zichtbaar werd. En ook vandaag konden we weer wat pracht exemplaren van ons lijstje af strepen.
Het begon al goed toen we op drie leeuwen stuitten, die zwaar ongemotiveerd lagen te snurken onder een boom. Ze vertrokken geen spier toen wij ze naderden en bleven heerlijk doorsturen. Het was een bachelorgroep, drie jonge mannetjes die waarschijnlijk uit een groep verstoten waren en nu samen hun territorium onveilig maakten.
Niet veel later passeerden we een kleine kudde van zes olifanten die bij een riviertje aan het drinken waren. Gevolgd door twee parende struisvogels, compleet met paringsdans en al. Het hartenbeest, prachtig in al haar eenvoud. We kwamen langs een poel vol met nijlpaarden, weliswaar iets verder weg, maar nog steeds goed zichtbaar. van tijd tot tijd zag je de reusachtige bekken open gaan en ik heb vandaag pas geleerd dat dat dan de mannetjes zijn. Alleen zij openen hun bek in een geeuw, vrouwtjes doen dat nooit.
Zaten we iets later gefascineerd naar een geelgebekte ooievaar te kijken, die met een doodnormale hollandse visreiger in het water stond, blijkt er een enorme krokodil achter te liggen op de oever. Gijs had dat direct gezien, maar wij hadden het volledig over het hoofd gezien, zo goed gecamoufleerd lag die daar.

De kers op de taart van vandaag lag een paar honderd meter verderop; een enorme troep leeuwen van minstens 12 stuks, lag ongegeneerd uit te buiken vlak langs ons pad. Waarschijnlijk waren het er nog meer, want er lagen er nog een paar verscholen in het hoge gras en er moest ook nog ergens een alpha mannetje zijn, maar die konden we niet zien. Maar wat hebben we genoten van deze meelballen. Op elkaar, onder elkaar, naast elkaar, tegen elkaar, in allerlei absurde houdingen lagen ze in kleine groepjes te luileballen, waarbij de dik gevulde bolle buiken een hoofdrol speelden. Wat zou je daar toch graag even mee willen kroelen.
Hier hebben we lang staan kijken, wat een prachtdieren zijn het toch. Je ziet de power van ze, maar tegelijkertijd zie je gewoon uit de kluiten gewassen poezen en herken je er veel in van je eigen twee katten thuis. Heerlijk.

Op weg naar ons kamp, werden we nog een paar keer verrast. Eerst de prachtige topi, de grote antilope met de blauw paarse vlek op de flank achter, stond tussen de struiken met een jonkie. Een paar oude buffels liepen op het gemakje voorbij.

En vlak voor we het kamp binnen reden, kwam er ineens vanuit het niets, een enorme hyena recht op de auto afgesneld. Meestal leven die in groepen, maar deze was alleen en had duidelijk al een kadaver in de verte geroken, want hij was opgewonden, maakte allemaal geluiden en had duidelijk haast. Het ging zo snel dat we die nauwelijks op de camera konden vastleggen. Zo zie je maar, het is hier nooit over tot je het gebied hebt verlaten.

“Thorn Tree Camp” is een tentenkamp dat midden in de bush van de Serengeti ligt. Zonder omheining, zonder grenzen, gewoon midden in de rimboe. En dat blijkt ook wel, want terwijl ik dit schrijf, lopen er aan de andere kant van het tentdoek de zebra’s voorbij in de nacht. Je hoort ze, je ziet ze, je ruikt ze, het is echt bizar.

We hebben een hele ruime tent gekregen, absurd groot eigenlijk. Met een aparte ruimte voor de kids met elk een eigen bed, een aparte badkamer, een apart zitgedeelte met prachtig uitzicht (daar zit ik nu) en dan nog een aparte ruimte met een groot twee persoonsbed en ook weer een badkamer. Het is dus eigenlijk gewoon een compleet huis, maar dan van tentdoek. Bizar!

In the main area hebben we wederom heerlijk gegeten, samen weer met Mike. Beetje vergelijkbaar als gisteren, alleen was het nu pompoensoep, en hadden we bietjes en bonen als groenten.
Ik zit echt tjokkievol en vrees echt minstens vijf kilo zwaarder thuis te komen volgende week.

Na het eten hebben we wat drankjes mee naar de tent genomen. Je mag niet meer alleen lopen in het donker. Je kunt immers van alles tegenkomen. Twee weken geleden hadden ze hier nog de leeuwen tussen de tenten lopen. Dus je krijgt escorte van twee Masai jongens die je tot de tent begeleiden. Mocht je er nog uit willen ’s nachts, dan dien je met je zaklamp te flashen en dan komen ze weer naar je tent.

En nu zitten we dus in de “zitkamer” en drinken een laatste biertje. Morgen gaat de wekker alweer om 6 uur, al denk ik dat ik voor die tijd alweer hier zit en ga speuren naar wild.
Ook nu ga ik gauw de monitor dicht klappen, want hoe donkerder het hier binnen is, hoe beter we naar buiten kunnen kijken. En daar beweegt genoeg. Sterker nog….. ik hoor weer wat aan komen snuiven……

(nog steeds geen foto’s. Uploaden is geen optie. Hoe spijtig ook, want we hebben zulke prachtige plaatjes geschoten. Ik hoop ze op Zanzibar te kunnen plaatsen)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Tanzania, Arusha

Tanzania/Zanzibar 2018

Een compacte trip met safari en karate in Tanzania, en relaxen in Zanzibar.

Recente Reisverslagen:

01 November 2018

Nawoord

28 Oktober 2018

27/28-10-2018

28 Oktober 2018

26-10-2018

26 Oktober 2018

25-10-2018

25 Oktober 2018

24-10-2018
Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 221
Totaal aantal bezoekers 89961

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: