De Verboden Stad, het Zomerpaleis en Kung Fu - Reisverslag uit Beijing, China van Joost Veld - WaarBenJij.nu De Verboden Stad, het Zomerpaleis en Kung Fu - Reisverslag uit Beijing, China van Joost Veld - WaarBenJij.nu

De Verboden Stad, het Zomerpaleis en Kung Fu

Blijf op de hoogte en volg Joost

28 Juli 2012 | China, Beijing

25-07-2012
Peking, De Verboden Stad


Het was vandaag de officiële jetlag-uitslaapdag, alle vermoeidheid en tijdsverschil werden eruit geslapen vanochtend. Maasje spande de kroon, die heeft er origineel 13 uur non-stop op zitten. Ze ging rond 22.00 uur slapen gisteravond en werd pas om 11.00 uur wakker. Gijs had langer liggen spoken gisteravond en viel rond 01.00 uur bij ons in bed in slaap. Hij heeft last van bultjes op armen en benen die hem ‘s nachts gek maken van de jeuk. Ook in zijn slaap bleef hij maar krabben en Sas en ik waren dan weer druk om hem daar van af te houden. Met als gevolg dat onze slaapsessie wat minder briljant was, maar in de ochtend hebben we nog wat in kunnen halen.

We besloten dan ook om het vandaag bij één activiteit te houden, maar wat voor een belevenis is dat weer geworden, zeg! Waanzinnig!
Iets na enen zijn we op pad gegaan. Eerst lopend op zoek naar goeie koffie. Die vonden we vlakbij, in een heuse Chinese uitvoering van de McDonalds, met een aparte McCafe-bar. Prima. Lekkere walnoten-bananen-muffins erbij, niets meer aan doen.

Toen een taxi getackled en ons naar De Verboden Stad laten rijden. Beetje jammer was dat deze grapjas ons aan de noordkant van de Verboden Stad bracht en die geldt alleen als uitgang. (waarschijnlijk wist die dat heel goed en heeft ie zo tijd en geld bespaard en dan vind ik het stiekem wel weer een mooie verkooptruc. Had ie ons goed te pakken. Kan ik wel weer waarderen)
We hebben ons door een haag van opdringerige Riksja-mannen geworsteld en zijn een stadsbus op gesprongen. Dat kost hier echt geen drol. Een kaartje kost hier 1 Yuan, en dat is iets van 14 cent.
Bus leek eerst goed te gaan en toen hopeloos verkeerd, maar met een flinke slinger door het centrum (leuk sightseeing) kwamen we perfect uit aan de zuid-ingang van de Stad, aan de rand van het beroemde plein van de Hemelse Vrede.
Daar ligt dan ook de poort van de Hemelse Vrede, met het grote portret van Mao erop.
Via die poort loop je naar het absurd grote complex dat zo lang voor iedereen verborgen is geweest.

De Verboden Stad was het verblijf van 24 keizers van de Ming- en Qing-dynastie. Ingesloten door een slotgracht en 10 meter hoge muren liggen 980 gebouwen, uitgestrekte binnenplaatsen en lange gangen, met een totale oppervlakte van 720.000 m2.
Het is gebouwd van 1406 tot 1420 en men beweert dat er een miljoen arbeiders en zo’n 100.000 ambachtslieden bij betrokken zijn geweest.
De laatste keizer Puyi (bekend van de film The Last Emperor) verliet de Verboden Stad in 1924. Na zijn vertrek werd het voor het publiek opengesteld, hetgeen bijzonder was, want al die tijd was het echt verboden terrein geweest, op straffe van onthoofding.
Niet alleen de grootte van het complex is bizar, vooral ook het ontwerp zelf is indrukwekkend. Het geheel is gebouwd langs de noord-zuid as en elk element is neergezet met een bepaalde betekenis of bedoeling. Je kunt geen stap zetten of je ziet weer iets boordevol symboliek.

Op weg naar de ingang van het complex, werden we aangesproken door Jim, een keurig uitziende Chinees die zichzelf opwierp als gids en aanbood ons rond te leiden. In eerste instantie gingen we nergens op in en toonden geen interesse (we hadden immers al heel wat pseudo-Jimmy’s gezien en afgewimpeld), maar hij wist zichzelf op een dusdanige nette en overtuigende wijze te verkopen dat we toch in onderhandeling gingen. Hij deed al drie jaar rondleidingen, vertelde hij en wilde ons graag in een paar uur tijd de belangrijkste dingen laten zien. Zijn prijs was netjes en afrekenen was achteraf als het naar het zin was geweest.
Prima Jim, laat maar eens zien wat je in huis hebt.

Nou, dat heeft ie gedaan. We hebben flink geboft met hem, kan ik wel zeggen. Een aardige vent, die redelijk goed engels sprak en die inderdaad alles leek te weten over de Verboden Stad. Op een hele prettige manier heeft hij ons van begin tot eind rondgeleid, straatjes getoond waar we anders nooit terecht waren gekomen en details verteld die je niet gauw in de boekjes terug zal vinden.
Ook Gijs hing al gauw aan zijn lippen voor alle verhalen over draken en diens negen zonen.

Het heeft geen zin om hier te proberen te beschrijven wat we allemaal gezien hebben. Je valt van de ene verbazing in de andere. Het was heel indrukwekkend en heel overweldigend. Ongelooflijk hoe ze dat in die tijd op deze wijze voor elkaar kregen. Een mooi voorbeeld hiervan is het uit steen gehouwde kunstwerk tussen de trappen richting het centrale plein. Dit is één stuk rots geweest, met een gewicht van zo’n slordige 200 ton, die ze van een district ruim duizend kilometer verderop, naar Peking hebben gesleept, puur op mankracht. De truc die ze daarvoor hadden, was door ‘s winters water op de wegen te sproeien, zodat er een ijslaag ontstond. Daaroverheen konden ze het gevaarte makkelijker voorttrekken.
Eenmaal op de plek hebben ze er met de hand een prachtig beeldhouwwerk van gemaakt, tussen de marmeren trappen, waarin het steeds weer terugkerende negental van draken te bewonderen is.
Bizar!

En zo ging het maar door, van de ene ohhh in de andere wow!
Het was druk, zoals het er elke dag druk schijnt te zijn, maar toch niet echt heel hinderlijk. Ik denk dat dat komt doordat de Chinezen in dat soort situaties heel hoffelijk zijn, of misschien wel heel gedrild. De mensenmassa kon natuurlijk lekker uitwaaieren op het complex, maar er waren plekken waar het weer convergeerde, om bijvoorbeeld door een deuropening in een bijzondere ruimte te kijken. Op dat soort momenten ging het heel geordend. Mensen gaven elkaar de ruimte en niemand claimde extra lang zijn of haar plekje. Dus ook daar schoof het lekker door.

Gijs en Maasje deden het hier ook weer leuk. Vooral Gijs werd weer een paar keer geclaimd door de nodige meisjes die allemaal om de beurt met hem op de foto wilden en haast niet van hem af konden blijven. Voelen aan zijn haartjes, aan zijn kleren, armpjes om hem heen. Echt zo bizar.
Maar ook Maasje werd weer om de haverklap geclaimd, hetgeen de gids deed verzuchten: “Your daughter is more beautiful than the Forbidden City, because people take pictures of her instead of the emperor’s chambers...”

Precies om 17.00 uur, met sluitingstijd, kwamen we weer door de noordpoort naar buiten stappen, dezelfde poort waar we eerder die middag door de taxi-chauffeur waren afgezet.
Daar het ons zo goed bevallen was met Jim, hebben we meteen met hem een deal gemaakt voor komende vrijdag, als we naar de Chinese Muur willen. Hij heeft een auto, kan ons oppikken bij het hotel en brengt ons naar een deel van de Muur waar het niet zo toeristisch is. En dat alles voor een hele scherpe prijs.
Op zijn mobieltje kreeg hij een waarschuwing door dat het vanavond slecht weer zou worden in Peking, met weer de nodige regen (we hadden voor de derde dag op rij een zonnige warme dag gehad) en met de ellende van vorige week nog vers in het geheugen, was dat voor veel inwoners een signaal om vroeg naar huis te gaan en voorzorgsmaatregelen te nemen.
Daar de kleintjes flink wat indrukken te verwerken hadden en er bij het hotel een heel goed restaurant moest zitten, besloten we het lot niet te tarten en naar het hotel terug te gaan.
Jim begeleidde ons naar een stadsbus, waar hij zelf ook in stapte en die bracht ons tot een paar blokken van onze hutong. Daar spraken we de tijd voor vrijdag af en wisselden we telefoonnummers uit, waarna de wegen scheidden.
Langs de weg vonden we een stalletje van een bakkertje die de heerlijkste dingen vers uit zijn oven toverde en daar hebben we onszelf verwend met een paar heerlijke gebakjes en roomsoesjes. Zo fijn van smaak, dat ging nergens over.
Bij een supermarktje weer wat basics ingekocht en toen op het gemak naar het hotel gewandeld, langs een andere route dan de afgelopen dagen. Het was weer een feestje om door die hutongs te lopen en te zien hoe de barbecuetjes in de muren weer werden opgestart en te ruiken welke heerlijke specerijen er vanavond weer op het menu stonden. De eerste druppels begonnen te vallen, maar toch speelde het leven zich nog grotendeels op straat af.
Het leukst zijn misschien nog wel die kleine dikke Chinese babietjes. Want hoe tenger, en vaak zelfs echt mager, de oudere kinderen ook zijn, de babies zijn stuk voor stuk heerlijke vetlellen om op te vreten. Stuk voor stuk ook in rompertjes zonder luier. De onderkant van de romper is dan losgeknoopt, zodat de kleine boevenkoppen hun behoefte gewoon rechtstreeks op straat kunnen doen. Net zo makkelijk. Je krijgt het idee dat ze al zindelijk zijn voordat ze 9 maanden moeten worden. En een huilende baby kom je ook niet tegen. Allemaal tevreden spelend en luidkeels lachend. Heerlijk!

Terug in het hotel even ieder voor zich. Efkes relaxen en vooral even lekker douchen.
Tegen achten zijn we naar het restaurant gegaan en die loste haar belofte in; wederom zalig gegeten. Zo had Gijs een vegetarische schotel uitgekozen met champignons en bamboe. Dat verzin je toch niet? Maar lekker dat het was!
Als drinken werd er jasmijnthee geserveerd, de hele maaltijd door. Dat was een nieuwe ervaring, en was even wennen, zeker met een wijnkaart in mijn linkerooghoek in het vizier, maar het beviel best, moet ik zeggen.
Een grote schaal met gecaramelliseerde appels sloot het geheel af. Het was even droog tussen de buien door, dus een klein stukkie door de bamboe-tuinen gewandeld en toen was het weer mooi geweest.

Kids liggen nu hun best te doen om in slaap te komen en wij gaan zo eens bedenken wat we morgen willen doen.
Het avond-programma weten we al; dan mogen Gijs en ik mee doen met een traditionele Kung Fu-les in een van de oudste Kung Fu-scholen van de stad, maar voor het dagprogramma zijn er nog wat opties. Maar ach, we hebben al het gevoel dat je eigenlijk niet mis kunt kiezen, het is allemaal even gaaf!









26-07-2012
Peking, het Zomerpaleis en Kung Fu


We mogen het afkloppen, maar vooralsnog boffen we met het weer. Vannacht heeft het inderdaad wat geregend (hoeveelheid viel mee), maar vanochtend was het alweer droog en we hebben de hele dag eigenlijk geen druppel meer gevoeld.
De kids hebben we wat eerder wakker gemaakt vandaag, zodat we iets beter in het ritme komen en na een ontbijtje met goede koffie en walnoten/bananen-muffins zijn we richting de metro gelopen. Die ligt op ongeveer 200 meter van het hotel af, dus da’s ideaal.
Metro-tickets geven ze ook praktisch gratis weg (0,25 euro p.p.) en het is perfect geregeld. Goeie verbindingen en de metro’s rijden af en aan.

Al tijdens de Yuam-dynastie legden functionarissen in het schilderachtige noordwestelijke gedeelte van Peking hun privétuinen aan, maar het Zomerpaleis kreeg zijn huidige gedaante pas onder de regering van keizer Qianlong van de Qing-dynastie. Hij liet het kunstmatige meer van het park uitgraven en voegde gebouwen toe om als buitenhuis voor zijn moeder te dienen.
Nadat het in 1860 gedeeltelijk door franse en britse troepen geplunderd en vernietigd was, was het keizerin-weduwe Cixi die het geld dat bestemd was voor de wederopbouw van de Chinese vloot, gebruikte voor de bouw van een marmeren paviljoen in de vorm van een boot, in het meer en voor andere extravagante details. Zij gaf het geheel ook een andere naam, namelijk de Tuin van de verfijnde Harmonie.
Niet veel later, in 1895, werd de verwaarloosde vloot van China dan ook naar de kelder gejaagd door de Japanners.
Opnieuw liet Cixi alles weer opbouwen en zo heeft deze dame, die lang van achter de schermen over China heerste (ze stierf in 1908) een flinke stempel op het Zomerpaleis weten te drukken.

En dat gingen we vandaag bekijken, het Zomerpaleis.
Na een half uurtje in de metro, stapten we op zo’n 300 meter afstand weer boven de grond. Langs een lint van straatventers kwamen we bij de ingang van het park aan. We kochten tickets die ons enkel toegang tot het park gaven. Andere bezienswaardigheden konden we altijd nog apart bij bestellen ter plekke.

Het park is schitterend onderhouden en is nog geheel in de oude staat gehandhaafd.
Je loopt eerst over een brug die over een brede gracht gaat. Aan weerszijden van die gracht ligt “Shuzou Street”, een smalle laan langs de oude traditionele huisjes die nu allemaal in gebruik zijn als galerietjes, eettentjes en souvenir-winkeltjes.
Aan de andere kant van de gracht begint het enorme park. Je komt langs oude beeldhouwwerken en langs een paar tempels. Een waar de keizer geëerd werd, met grote koperen beelden erin van de keizer en de monniken. Toen de kids zagen dat de Chinezen alle beelden aangroetten door met gevouwen handen drie keer te buigen, liepen zij braaf terug en gingen zij ook het rijtje af.
Verderop was nog een andere tempel, ter ere van een Boeddha, heel indrukwekkend.

Tussendoor konden de kids zich lekker uitleven op de rots-partijen waar de trappen waren uitgehakt. Vooral Gijs ging als een berggeit alle kanten op en was niet meer te houden. Heel af en toe waren ze iets te enthousiast: “Maasje, ik keek net en zag je toen aan een dak hangen.” “Ja, weet ik.” .....

Tijdens de klim naar boven, hebben we bij een stalletje twee Chinese waaiers gekocht. Die wilden ze al vanaf dag één heel graag hebben en het was zo bloedverziekend heet vandaag dat de timing prima was. En inderdaad, ze zijn wel effectief.
Vanaf de laatste tempel zijn we via een prachtig ingelegd stenen pad de afdaling richting het meer begonnen, dwars door een prachtig bos heen.
Eenmaal beneden weet je niet wat je ziet. Dit is niet even een vijvertje wat je voor de grap laat uitgraven, dit was een enorm uitgestrekt meer. Je kunt je haast niet voorstellen hoe ze dat destijds voor elkaar hebben gekregen, hoeveel manuren daar niet in hebben gezeten.
Het meer was bezaaid nu met kleine bootjes die je kon huren en een paar grote drakenboten waar je met hele groepen een rondleiding op kon krijgen.
Maar daar kwamen wij niet voor. Wij volgden de rechteroever en kwamen na een 5 minuutjes lopen bij de beroemde boot. In tegenstelling tot alle tempels en gangen die we gezien hadden (perfect onderhouden), mocht die op sommige plekken wel een likje verf hebben en vooral het dak sloeg een beetje zwart uit, maar het geheel bleef heel indrukwekkend. Onvoorstelbaar dat ze dat met die grote brokken marmer hebben kunnen bouwen, heel erg gaaf.

We zagen veel Chinezen die heerlijk noodles zaten te eten uit kleine potjes en dat rook zo lekker en dat zag er zo goed uit, dat wij de verleiding niet konden weerstaan. In de buurt vonden we het stalletje waar we twee porties noodles hebben gekocht, een vegetarische variant voor Sas en Gijs, en een kipvariant voor Maas en mij. We lieten er gekookt water op gooien en 5 minuten later hadden we een superlekkere lunch. Die hebben we op de rand van een oud theehuisje op zitten slurpen, om de beurt wat noodles opslurpend. Erg grappig.
Gijs en Maasje zijn weer zo’n 35 keer voor een foto-shoot uitgenodigd. Op een gegeven moment was er een complete schoolklas in vrolijke uniformpjes die met ze op de foto wilde, stuk voor stuk, en toen groepsfoto’s. Het moet niet gekker worden.
Sas beleefde haar gloriemoment toen er een Chinees kwam vragen of hij met “her little sister” op de foto mocht !

Daarna zijn we op het gemak weer richting uitgang gewandeld. Dat was nog een stief kwartierke, met een aardige klim om mee te beginnen.
Ter afkoeling hebben we, bij een klein stalletje, komkommers gekocht die dan ter plekke geschild worden en die je dan in zijn geheel uit het vuistje opknaagt. Heerlijk, lekker van smaak en meteen lekker fris en goed tegen de dorst.
Bij de uitgang werden we aangesproken door een nederlandse familie met een redelijk hoog bla-bla-gehalte. Vooral de moeder van het stel was nogal, ehhh, nouja, die kwam duidelijk uit het Gooi, zal ik maar zeggen.
Zij plaatste op een gegeven moment de in mijn ogen domme opmerking dat ze het wel leuk vond in China, maar dat ze er af en toe wel moe van werd dat ze alleen maar Chinezen zag... (!!!) Nou ja, zeg!
Afijn, ik kletste er wat over heen en later, toen we naar de metro liepen, vertelde ik van die suffe opmerking. Maasje vroeg toen wat ik had gezegd en ik vertelde dat ik netjes was gebleven en er overheen was gekletst. Zegt Maasje tegen mij: “Papa, netjes hoort helemaal niet bij jou” !!!
Kon ik het weer mee doen.

We waren tegen half vijf terug in onze wijk. We zijn bij een fruitstalletje een flinke lading fruit gaan halen en Gijs en Maas hebben vervolgens in het hotel bij het restaurant borden en messen geritseld. Heel knap geregeld.
Toen even een uurtje relaxen en rond de klok van 18.00 uur was het alweer tijd voor het avondprogram.

Reeds in Nederland had ik een paar Kung Fu-scholen aangeschreven, in de hoop dat we ergens een keer mee mochten trainen. Het leek Gijs en mij erg gaaf om, in het hol van de leeuw, wat mee te krijgen van het echte Shaolin-Kung Fu.
We waren welkom bij de Milun School, een oude dojo gevestigd in een eeuwenoude courtyard nog uit de Ming-dynastie. Stijlen waarin ze lesgeven zijn onder meer Taiji, Bagua Zhang, Sanda (Chinese kickboxing) en Shaolin Kung Fu. Naar het laatste ging onze interesse uit.

Klokslag 19.00 uur meldden we ons op de courtyard, waar we heel hartelijk werden ontvangen. De meester met wie ik mail-contact had gehad was er, plus nog twee andere meesters om ons welkom te heten.
We waren met een kleine club, dus dat was stiekem wel prettig. Dat betekende immers maximale aandacht.

Eerst werd er een gezamenlijke traditionele Shaolin opwarming gedaan, die zich voornamelijk op de binnenplaats afspeelde. Alleen voor wat rekken en strekken gingen we even naar binnen. Met de hoge temperatuur en de extreem hoge luchtvochtigheid liep het zweet binnen 5 minuten met stralen van je af. Lekker!
Opwarming duurde een klein half uur. Het was hier vooral opwarming en stretchen. Geen krachttraining zoals we met kyokushin gewend zijn.

Daarna werd de groep opgedeeld. Gijs en ik werden gescheiden. Gijs kreeg les in moderne Shaolin, wat beter geschikt is voor kinderen. Vooral wat moves zoals je ook in films ziet. “Ah, Kung Fu Panda”, riep Gijs direct, hetgeen door de louter chinees sprekende meesters toch werd verstaan en waar smakelijk om werd gelachen.
Ik werd toegewezen aan meester Jin Chengsheng, en daar was ik zo blij mee. Dat hoopte ik namelijk stiekem al. Hij is namelijk een van de weinige traditionele meesters in de Chujiao Fanzi, een van de oudste Shaolin martial arts die er nog bestaat. Deze man ademt Kung Fu, echt heel briljant.
Van hem kreeg ik dus les in het traditionele Kung Fu. Omdat deze stijl harder is en er ook wel wat rake klappen aan te pas kwamen, was deze dus voor Gijs nog niet zo geschikt.

Man, wat was dit gaaf. Uiteindelijk leer je slechts een paar simpele basis-technieken in de anderhalf uur die we vanavond hadden, maar het was echt zo briljant. Het was een genot om deze man, al aardig op leeftijd, aan het werk te zien. Een vriendelijk ogende opa, tot ie vanuit het niets in een aanval komt en je voor je het weet, twee klappen op je neus en drie in je nek hebt gehad.
Het mooie was dat hij gewoon consequent in het Chinees tegen je aan stond te kletsen, ook al snapte je er geen moer van. Maar door hem te volgen en doordat een hulptrainer af en toe gauw wat vertalingen doorfluisterde, kreeg je toch voldoende mee. Hij liet je een oefening 1000x doen, en de ene keer klapte hij als een kleine kind als je het goed deed en de keer erop corrigeerde hij weer zoveel dat het leek alsof je er niets van bakte, maar het maakte allemaal niet uit. Het was zo gaaf.
Vooral ook toen de oefeningen die je rustig had gedaan, ineens snel in de praktijk gedaan moesten worden. Dan was hij opeens het blok waar je doorheen moest en wie je neer moest slaan. En hij toonde dat ook even “fijntjes” op jou. Dan zag je het effect ervan en vooral ook de kracht, de logica en het voordeel.
Mijn polsen zijn paars en blauw van de weringen die geblokt werden, mijn shirt kon je echt uitwringen, ik had geen droge draad meer en ik zal morgen wat strammer wakker worden, maar het was me het dubbel en dwars waard. Als we nog een kans hebben deze reis, ga ik zeker nog een keer.
Gijs had het ook helemaal naar zijn zin en vond het supergaaf. Hij stuiterde door de tent heen en als het maar even stil viel, liet hij vol trots de technieken zien die hij in Nederland op karate geleerd had. Op een gegeven moment zag je een van de dames ineens razendsnel door de knieën gaan. Bleek dat Gijs even de polsklem demonstreerde...
Hij had een paar gave technieken geleerd en heeft die na de les nog uitgebreid aan ons gedemonstreerd.

Voor Maasje duurde het kijken natuurlijk wel een beetje lang, maar Maasje zou Maasje niet zijn als ze daar niet wat op bedacht had. Toen de lessen binnen in volle gang waren, heeft zij buiten op de binnenplaats een prachtige winkel geopend, waar ze allerlei gevonden spulletjes tentoon stelde. Zo liet ze na afloop vol trots haar vitrine zien, met o.a. prinsesse-appels, takke-pastei, gescheurde bladerenpastei en gemarineerde slakkenhuisjes zonder slakken op een blad van grind en aarde. Heel indrukwekkend.

Op het laatst kwam de baas van de dojo er ook weer bij. Hij vertelde dat hij de hele dag de jongens van Arsenal een seminar had gegeven in het sportpaleis van Peking.
Volgende week vliegt hij naar Koeweit waar hij gevraagd is om een week lang seminars te verzorgen op een groot internationaal karate-toernooi.
Ik heb hem uitgenodigd om, als hij ooit in de buurt van Nederland is, bij ons langs te komen en dat zag hij wel zitten. Hij moest nog naar Duitsland later dit jaar, dus wie weet.

Na afloop eerst als een haas een winkeltje met koude drankjes opgezocht en toen weer de metro naar het hotel genomen. We hadden slecht gegeten vandaag en dat hebben we in stijl afgesloten met een snelle hap bij de McDonalds. Na alle copieuze maaltijden van de afgelopen dagen kon dat wel even. En bovendien werd het al laat ondertussen en morgen moeten we weer vroeg op, want dan staat onze nieuwe beste vriend Jim om 08.00 uur op de stoep om naar de Chinese Muur te gaan.
Druk, druk, druk.

“Zeg Maasje, dat zijn toch geen teksten voor een zevenjarige”, moesten we op de terugweg ergens ingrijpen.
“Zeven, ik ben bijna acht, hoor.”
“Ja, dus hoe oud ben je nu dan?”
“Ehhh, half acht.”


Hop, tjop, kleintjes erin gebonjourd. Gauw even verslagje typen en fotootjes van de dag loeren en dan lekker tukken.
Maar eerst nog even een biertje drinken en terug kijken op wederom een Superdag, met hoofdletter S.

(Au, voel ik daar een spiertje in mijn rug?...)

  • 28 Juli 2012 - 09:35

    Conny:

    Hallo alle4
    In 1 woord geweldig .. je schrijft wel het is niet met woorden te beschrijven wat je ziet maar je komt toch aardig in de buurt ;-) een genoegen om te lezen.
    Groetjes Conny

  • 28 Juli 2012 - 11:29

    Menno En Thomas:

    En? Zie jij er vandaag uit als een vriendelijk ogende opa, na je les?
    Groet.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 430
Totaal aantal bezoekers 90190

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: