Chengdu en Hangzhou - Reisverslag uit Hangzhou, China van Joost Veld - WaarBenJij.nu Chengdu en Hangzhou - Reisverslag uit Hangzhou, China van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Chengdu en Hangzhou

Blijf op de hoogte en volg Joost

08 Augustus 2012 | China, Hangzhou

05-08-2012
Chengdu: Peoples Park, Wenshu Klooster, Son Xian Qiao Art Market en Yangxi Line


Vanochtend konden we iets relaxter opstarten, even een uurtje smokkelen en daarna uitgebreid ontbijten. We hadden wel wat dingen op het program staan, maar alles lekker in eigen hand en op eigen tempo.

Eerst zijn we naar het “Peoples Park” gegaan. Deze keer een bus gepakt. Ideaal. Kost 3 x niks en je bent er binnen een scheet en drie knikkers. Recht voor de hoofdingang stap je uit.
Peoples Park ligt midden in het centrum en is een prachtig park waar van alles gebeurt en waar van alles te beleven is. Het is echt briljant. Overal zie je groepjes mensen die samen zingen, dansen, muziek maken of Tai Chi beoefenen. Vooral dat laatste is een lust voor het oog. Ouwe taaie 70-plussers staan onverstoorbaar hun oefeningen langs de wandelpaden. De meesten doen synchroon gezamenlijke uitvoeringen, maar hier en daar zie je er ook een ervaren Kung Fu-veteraan tussen zitten met een lenigheid waar je alleen maar van kunt dromen.
Dames staan er met waaiers hun Tai Chi oefeningen te doen en dan ziet het er ineens wat geloofwaardiger en sierlijker uit dan toen ik het die gespierde Boris van 100+ kilo zag doen op de Kung Fu-school in Beijing.
Iets verderop komen we een klasje tegen met jeugdige Wushu-vechters tegen die les krijgen op het plein. Daar moeten we natuurlijk wel even blijven kijken, zeker nu zij met oefenstokjes bezig zijn van het type die Gijs hier heeft gekocht.

Weer wat verderop, aan de voet van een monument, staan een paar mannen te kalligraferen. Met lange kwasten van ruim een meter die se steeds in een emmertje water dopen, schilderen ze hele series van tekens op de grond onder elkaar. Gedichten, spreuken of verhalen die na verloop van tijd verdampen in de zon. Kunstenaars zijn het, want moeiteloos maken ze met die dikke lange kwasten prachtige tekeningen en letters met streken die van dik naar dun gaan.
Eén oude Chinees die net een spreuk klaar had, ziet Maasje en geeft de kwast aan haar. Geconcentreerd probeert ze een van de tekens van de man na te tekenen, dit tot grote hilariteit van toegestroomd publiek. Gijs mag ook een poging doen en dan schrijft de man weer een paar tekens en woorden en geeft de kwast weer aan Maas, die niet lang nadenkt, maar meteen groot haar naam eronder schrijft, tot groot genoegen van de oude snurkhaas.

Gijs maakt ondertussen vrienden met een leeftijdsgenootje die rondloopt met een ienie mienie schildpadje van nog geen drie centimeter. Da’s natuurlijk kaasje voor Gijs die er geen genoeg van krijgt.
Later zien we dat er kraampjes zijn waar je die kleintjes kunt kopen, in fleurige kleurrijke, maar natuurlijk veel te kleine wekpotjes. Je snapt dat het enige moeite heeft gekost om Gijs uit te leggen dat zoiets niet mee te nemen is naar Nederland...

Weer wat verderop lopen we “kids paradise” in, een klein mini-kermisje. Er waren een aantal heuse attracties, maar die hebben we geskipt. Wel zag Maasje een stand waar je mocht pottenbakken en dat leek Maasje wel heel leuk. Dus niet veel later zat ze, met een schort voor, achter het draaiplateau en werd er een klont klei voor haar neergelegd. Na wat beginnersfoutjes (zo vloog de homp met een reuzevaart door de lucht toen Maasje het per ongeluk uit het midden drukte en het door de centrifugale kracht weg werd geslingerd, rakelings langs de bazin van de tent die even haar ware grimas liet zien voordat ze gauw een beleefde glimlach tevoorschijn toverde. De toon was gezet...) kreeg ze langzaam de schwung te pakken en toen kon Gijs zich ook niet langer inhouden en werd er voor hem ook een tafel ingericht. Ze hebben zich een tijd vermaakt achter de draaischijf, maar waren wel teleurgesteld dat ze hun creaties niet mee naar huis konden nemen. Dat was droog-technisch niet haalbaar.

Je bleef je ogen uitkijken in het park. Er gebeurde zoveel en alles zo gemoedelijk. Het was ook gewoon echt een heel mooi park, met vijvers vol koi-karpers, met prachtige bossen, met rotspartijen waar je tegen op kon klauteren en een groot meer waar je met een bootje rond kon varen.
Op verschillende plaatsen waren theehuizen met grote terrassen die allemaal vol zaten met lokalen die van hun zondag genoten. Op een daarvan zijn we neergeploft en hebben we lemon thee gedronken. Heerlijk.
Wat we hebben afgeslagen, is een schoonmaakbeurt van de oren. Een oude chinees liep rond met lange metalen pinnen waarmee hij, tegen uiteraard een geringe vergoeding, je oren vakkundig schoonmaakt. Daar wordt veel gebruik van gemaakt, maar toch durfden wij het niet aan. Als je die lange pinnen zag......

Dit was in elk geval een heel ander stukje Chengdu dan we tot nu toe gezien hadden en is een absolute aanrader. Echt heel erg leuk.
Toen we het park rond waren, hebben we een taxi gepakt en zijn we naar het noorden van het centrum gereden, naar “het Wenshu Klooster”.
Dit mooiste en best bewaarde klooster van Chengdu is nog altijd zeer actief. Gelovigen steken kaarsen en wierook aan die de tempel voortdurend in een dikke geparfumeerde rook hullen. Offergeld wordt verbrand in de hoop dat het overleden voorouders zal bereiken en ijzeren beeldjes van dieren worden aangeraakt, omdat het geluk zou brengen.
Er wordt zoveel wierook verbrand dat de monniken geregeld brandslangen uitrollen om de vlammen te doven.

Het klooster werd al tijdens de Tang-dynastie gesticht, maar de gebouwen die er nu staan, dateren uit 1691. Het is de hoofdtempel voor de Chan-boeddhistische sekte in de provincie. De grootste bezienswaardigheden in het klooster zijn de witte jaden Boeddha en de Pagode van duizend Boeddha’s. Mooie reliëfs worden afgewisseld door vredige stukjes groen, waar mensen liggen te rusten of hun dagelijkse oefeningen doen in de schaduw van een boom.

Het is zeer de moeite waard. Heel anders dan de tempels die we tot nu toe hebben bezocht in China. Vooral de grote gekleurde beelden zijn indrukwekkend. Maasje had het maar druk om, met een bosje wierookstokjes in haar hand, alle beelden af te gaan en overal met gevouwen handen drie keer te buigen. Bij één tempel reageerden ze ineens fel op Maasje toen die naar binnen wilde en later ook bij de uitgang. Het was ons eerst onduidelijk waarom ze zo deden, maar toen viel het kwartje. Voor de ingang zijn steeds hele hoge drempels, zo’n 30 cm hoog, hetgeen voor Maasje een hele stap is. Dus die gebruikte de drempel steeds als tussenstap. En laat dat nou ontzettend interdit zijn... Afijn, toen we dat eenmaal wisten, konden we er rekening mee houden en gingen de mondhoeken van de kloostermedewerkers weer omhoog.
Bij de laatste tempel was duidelijk een ceremonie op hande. Rijen keurig gerangschikte kaarsjes en offerschaaltjes stonden opgesteld op lange tafels voor een vrolijke Boeddha. Grote bossen bloemen werden geschikt en wierook brandde. We hebben de ceremonie niet meer gezien, maar het zag er allemaal mooi en kleurrijk uit.

Om de muren van het klooster heen zijn allemaal straatjes en steegjes die gevuld zijn met winkeltjes en kraampjes, theehuizen en restaurants. We hebben eerst een eettentje opgezocht, maar dat viel nog niet mee allemaal. Daar werd werkelijk geen woord over de grens gesproken en alle kaarten waren enkel in het chinees. De paar plaatjes van gerechten die ze op de muur hadden hangen, waren niet meer verkrijgbaar, dus restte er niets dan even ongegeneerd om je heen te kijken, op een willekeurig kommetje bij iemand anders aan tafel te wijzen en vervolgens vier vingers op te steken. Geen idee wat we besteld hadden..... Typisch gevalletje van misgegokt; het was een soort noodle-soep, maar het was niet echt heel briljant. Sowieso te scherp voor de kids en de smaak was ook niet je van het. We hebben er niet veel van gegeten en zijn weer verder gelopen.
Nadat we het gros van de winkelstraatjes bekeken hadden, zijn we weer in een taxi geklommen en hebben we ons naar de Song Xian Qiao Market laten rijden, een mooi contrast met de moderne winkelstraten. Kraampjes en winkels staan vol met Boeddhabeelden, porseleinen vazen, “antiek”, jaden sieraden en veel prullaria. We hadden namelijk nog wel een missie. Voor Sas zijn we nog op zoek naar een mooi aandenken aan deze vakantie en tot dusverre hebben we dat nog niet gevonden. Helaas, hoe leuk het ook weer was om even rond te struinen over het marktje, ook hier zijn we niet helemaal geslaagd, al heeft Sas wel nog een hanger voor een ketting kunnen scoren.

Even terug naar het hotel. Terwijl Gijs even een kwartiertje pakte op zijn Ipod, zijn wij met ons drieën nog even door de straat van het hotel gelopen, even wat theewinkels afgestruind. Die zitten in deze buurt zo’n beetje op het zelfde niveau als de talloze juweliers in de straat en een theepotje scoren voor de lol zit er dus hier niet in. Dat begint bij een paar honderd euro en gaat al gauw in de duizend. Was niet helemaal het idee...

We zaten even te mutsen waar we zouden eten. Ons China-boek was niet heel duidelijk met tips en de paar tenten die we gisteren en vandaag gezien hadden, zouden we niet meer terug weten te vinden. Ik had net even mijn mail gechecked en toetste zomaar wat trefwoorden in de zoekmachine. En zo kwam ik op een lokale webpage die ons adviseerde om naar Yangxi Line te gaan, een straat met talloze eettentjes kont aan kont.

Niet gehinderd door enige kennis hebben we weer een taxi genomen. (de eerste taxichauffeur zette ons er overigens binnen no-time weer uit toen hij het adres zag en we weten nog steeds niet waarom. Hij las het adres, begon een hele klaagzang in het chinees, schudde met zijn hand en bonjourde ons eruit, Wat was dat? Lag het in de Bronx van Chengdu? Was het Sodom en Gomorra? Was het misschien heel dichtbij, het nemen van een taxi niet waard? Of was het juist heel ver weg en zou hij dan in zijn overuren komen?... Geen idee, maar eigenwijs dat we zijn, pakten we de eerstvolgende taxi en gingen alsnog die kant op.

En man, wat ben ik blij dat we dat gedaan hebben! Het was een flink eind met de taxi en lag duidelijk buiten het centrum in een wijk waar geen toeristen komen. Een lang lint van restaurants met terrassen voor de deur slingert over een autovrije zone, net van de doorgaande weg af, zodat je daar geen last van hebt.
Unaniem kozen we ervoor om nog een keer te “hotpotten”, dus met die heerlijke kokende soep op een vuur midden in de tafel. We vonden een leuk terras met tafels die daar op ingericht waren en gingen zitten.
Voor degenen die nog naar Chengdu gaan: Liu Xiang Lao Zao heet het. Laat het maar over je heen komen.

Een briljante avond volgde. Ook hier was alles in het chinees, maar de 18 man bediening kwam er allemaal bij toen wij weer met handen en voeten uitlegden dat er twee vegetarisch waren en dat er twee wel in waren voor vlees, mits het niet te scherp was (pu-la). Voor de rest mochten zij het invullen en ons brengen wat zij dachten dat wij lekker zouden vinden.

Het ging even mis, want zij hadden niet begrepen dat wij niks van vis wilden. Immers, we hadden het enkel over vlees en groenten gehad. Dus niet alleen kwamen ze met schalen vol vis, inktvis en Joost mag weten wat nog meer van zwemmend spul aan gezet, maar erger nog, toen de soep begon te koken, kwamen er ineens complete vissen boven drijven, met kop en al.
Ja, dat kwam niet door de keuring bij de van ‘t Veldjes, maar het werd gelukkig goed opgepikt door de aardige en behulpzame staf van het restaurant. Toen het kwartje over de vis was gevallen werd zonder mokken de hot pot weggehaald en verwisseld voor een nieuwe bak soep, ditmaal geschikt voor vlees, zonder teveel pepers. Vanaf toen was het één zalig eetgebeuren. Schalen vol vlees en heerlijke groenten werden weer aangerukt. We wisten nu, door de kooklessen van gisteren, iets beter hoe je bepaalde sauzen en ingrediënten kon mixen, dus de knoflook, wilde ui en koriander vonden gauw hun weg naar de bakjes met sojasaus. Dankzij een mobiel telefoontje van een Chinees meisje lukte het Sas nog om rijst bij te bestellen middels een vertaal-site en toen was het helemaal af. We hebben met ons viertjes echt zitten bunkeren, het een was nog lekkerder dan het andere.

Gijs was ondertussen dik bevriend geraakt met een kok die buiten crepes stond te maken. Hartige crêpes voor bij de maaltijd, of zoete crêpes als toetje. Met veel gevoel voor show draaide hij het deeg van een homp naar een dunne plak, waarbij het meermalen hoog door de lucht vloog en steeds op tijd weer werd opgevangen. “Yo papa, deze man is echt Master”, sprak Gijs vol ontzag. “Jij kan goed pannenkoeken bakken, papa, en jij gooit ze ook hoog in de lucht, maar deze man laat ze ook nog echt draaien”... Ach ja, er is altijd baas boven baas...
Gijs was niet meer weg te slaan bij deze man, die het wel leuk vond met Gijsje en hem er steeds meer bij betrok. Maasje was ondertussen druk in de weer met een kleine Boris van een tafel verderop, die lekker rond zat te struinen tussen de tafeltjes door en bij een kleine visvijver in zijn open rompertje. Hij had, en dat zie je hier heel veel, een bolletje waar men iets in heeft geschoren. Kale koppies bijvoorbeeld, met hartjes van haar erop, kom je om de haverklap tegen. Echt een trend in de steden hier.

Uiteraard hebben wij ook van die crêpes besteld, dat zag er zo lekker uit. En ze waren ook zalig. We kregen er uiteindelijk vier, gevuld met banaan, met appel en naturel.
Terwijl we die aan het opknagen waren, kwam er een man voorbij met een rieten mand op zijn rug en die zijn komst luidruchtig aankondigde door met een hamer op een beitel te slaan. Wij zouden daar normaal geen extra aandacht aan hebben besteed, als de tafel naast ons hem niet staande hield. De mand ging open en hij haalde daae een hele klont bruine versteende suikerstroop uit, waar hij met de hamer en beitel een stuk afsloeg, op een geïmproviseerde houten balans legde en afwoog.
Ik ging er heen om te kijken en zo kreeg ik van hem ook een stuk noga te proeven. Megataai, maar wel heel lekker van smaak en ik heb dan ook een homp bij hem gekocht die hij eveneens met hamer en beitel in stukjes sloeg en in een zakje verpakte.
Echt leuke, originele handel, en nog lekker ook. Daar heb ik altijd wel een zwak voor.

Wat hebben wij heerlijk gegeten! Echt een toppertje en een prima afsluiter van de dagen in Chengdu.
Sowieso was dit een goeie dag in Chengdu. We waren namelijk nog niet helemaal overtuigd van de stad, hadden nog niet echt die delen van de stad gezien die ons in boekjes waren voorgespiegeld. We waren niet meteen laaiend enthousiast zoals we dat bij de andere steden wel hadden.
Ja, je kunt zien dat het de stad financieel voor de wind gaat, overal wordt gebouwd en gerestaureerd, nergens is leegstand, iedereen lijkt bezig of onderweg. Maar dat is niet het Chengdu wat je op komt zoeken.
En tuurlijk, de Panda’s waren geweldig, maar dat ligt 10 km naar het noorden. En de kookles was top, maar ook dat vind je nooit uit jezelf.
Sas bracht het mooi onder woorden vanmiddag. Ze zei:” Het is net Rotterdam. Als je het niet weet, zoek je je verloren. Maar als je de juiste plekken weet, is het een geweldige stad.”
En zo is het ook, denk ik. Vandaag hebben we echt een heel ander beeld van Chengdu gekregen dan de afgelopen dagen. Nu hebben we de echte theehuizen ontdekt, waarover altijd zo lyrisch wordt geschreven. De mensen in het People’s Park, allemaal lokalen, we hebben geen toerist gezien. Dat was echt Chengdu. En het eten vanavond, in een wijk weg van alle hotels en toeristische attracties, dat was ook het echte Chengdu.

Dit zijn de plekken en de momenten die wij altijd proberen te zoeken. Net even anders. Een manier om een plek echt te leren kennen. Wat voor mensen zijn het echt, waar wonen ze, wat doen ze, en natuurlijk.... wat eten ze?
Vandaag is dat met Chengdu ook gelukt en de stad is met vlag en wimpel geslaagd.
Morgen vliegen we naar Hanghzou, alweer de laatste stop voor we terug moeten, maar dit nemen ze ons alvast niet meer af.



06-08-2012
Reisdag Chengdu - Hangzhou plus onverwachts heerlijk eten


Vandaag stond een reisdag op het programma. We gingen Chengdu verruilen voor Hangzhou, oftewel West voor Oost, een vliegreis van zo’n slordige 1500 km.
Nog even stevig ontbeten in het hotel en toen om 08.30 uur ingestapt bij dezelfde chauffeur van de afgelopen dagen. Typisch gevalletje van maandagmorgen-spits, dus de rit duurde langer dan gepland, maar al met al waren we nog ruim op tijd voor de check-in.
Daar was het even schrikken, want op de luchthaven van Chengdu, waar het sowieso opviel hoe veel extra zware bewaking er rond liep (hondenbrigades en complete arrestatieteams marcheerden rond), maakte ik het voor het eerst mee dat de bagage die je incheckt voor het ruim van het vliegtuig, ook gescand wordt.
En dus gingen alle alarmbellen af toen mijn tas er door heen ging. “Sir, you have a big knife in your bag”, zei de security-man toen hij mijn Samoerai-zwaard op het scherm zag. Ik zei dat het een souvenir was en dat het toch in het bagageruim ging, maar bereidde me al voor op een hoop gezeur. Er werd nog een hogere in rang erbij gehaald, die de foto bestudeerde en toen ons opnam, en tot mijn grote verbazing liet zij de koffer verder gaan op de band en mochten wij doorlopen.
Pffff, gelukkig, dat was anders een domper geweest, zeg.

De vlucht zelf was prima, al hadden we een uurtje vertraging. Onderweg was het genieten van de vele cumuli nimbi die uit het wolkendek omhoog borrelden als enorme bloemkolen en zich tot de stratosfeer door ontwikkelden, met prachtige grote aambeelden als gevolg. Geen buitje om op je hoofd te krijgen, maar schitterend om op afstand te zien.
Deze keer hadden we geen transferbusje van het hotel op ons wachten. We zouden zelf een taxi pakken. Van het hotel hadden we ongeveer een richtprijs gekregen wat het zou moeten kosten voor de 40 minuten die de rit zou duren.
Je moest aanschuiven in een rij voor de taxi’s. Daarvoor stonden echter twee andere taxi’s die duidelijk niet bij de standaard-taxi’s hoorden. Ik liep op eentje af, liet het adres zien van ons hotel en hij knikte dat het geen probleem was. “Wat kost dat?”, wilde ik weten en de man noemde een bedrag dat 4 x hoger was dan de prijs die het hotel had aangegeven. “Nee, dank je”, zei ik en liep door. De man liep achter me aan en zei:” Maar dit is een Mercedes”....
Da’s toch wel weer grappig. Enkel omdat hij de ster er op heeft, vraagt hij 4 x zoveel geld voor dezelfde rit. Nou, wij zijn lekker doorgelopen en hebben een prima standaard-taxi gepakt. Dat was gauw verdiend. Van het verschil kunnen we weer een avond lekker uit eten... :-)

Hangzhou is meteen anders. Het oogt sowieso veel en veel groener. En schoner. En de huizen die overal uit de grond gestampt worden in de wijken tussen het vliegveld en de stad, zien er veel netter en leuker uit dan die in de andere steden die we nu gezien hebben. Moderne huizen, allemaal in dezelfde stijl, maar wel allemaal net even anders en ook steeds met andere kleuren. Het oogt heel fris en leuk.
Hoe dichter je bij het stadscentrum komt, hoe hoger de flats en hoe meer de stijl weer lijkt op de hoogbouw van Peking, Xi’an en Chengdu, al oogt het wel allemaal verzorgder en netter.

Het hotel van Hangzhou konden we allebei niet goed meer voor de geest halen. We hadden dat op het laatste moment geboekt, omdat we eigenlijk niets konden vinden wat ons echt aansprak of waar kamers voor 4 personen zaten. Uiteindelijk hadden we een hotel gevonden, waarvan we op voorhand wisten dat het niet helemaal onze stijl zou zijn, maar waar we in elk geval met ons viertjes bij elkaar konden tukken. En wat hartje centrum lag en bovendien dichtbij het beroemde meer (West Lake), waar we de komende dagen zeker veel tijd zullen doorbrengen.
Maar toen de taxi-chauffeur wees op een wolkenkrabber en riep: “Edinburgh Hotel, Edinburgh Hotel”, toen schrokken we ons echt verloren. Dat plaatje hadden we zeker niet op het internet gezien, dat zouden we nooit kiezen.
Met veel gevoel voor drama, sprak Maas, die de ontzetting van onze gezichten kon aflezen: “Dit is echt het afschuwelijkste hotel waar ik ooit heb gezeten.”...

Maar goed, wij naar binnen, in een veel te grote sjieke hal, waar drie meisjes achter de balie zichtbaar schrokken van de Tokkies die daar binnen kwamen rollen. “Do you have a reservation?”. vroeg de enige die nog kon praten.
Dat hadden we en dus restte de dames niets anders dan ons in te checken.
Ze kregen mij nog even flink op de kast door een belachelijk hoge borg te vragen die ik cash vooruit moest betalen, een bedrag hoger nog dan de totaalprijs voor de komende vier nachten. Toen ben ik even flink uit mijn slof geschoten en ben er met de botte bijl in gegaan, zoals ik de chinezen om me heen al een paar keer had zien doen. En dat werkte perfect. Na mijn tirade waren de dames ineens poeslief, hoefde ik geen borg meer te betalen en kreeg ik de sleutel van de kamer.

“Kamer” is een understatement. We hebben een Suite te pakken, met twee aparte slaapkamers, elk met een 2-persoonsbed, een hele nette badkamer met alles erop en eraan, een zithoek en zelfs een keukentje. Superdeluxe, keurig verzorgd.
Maasje wist niet hoe gauw ze haar woorden terug moest nemen, dit was ineens een “schitterend hotel”.
Totaal niet wat we voor ogen hadden en waar we eigenlijk naar op zoek waren in China, maar toch ook wel weer helemaal prima. We hebben al de nodige traditionele hotels gehad, dus eindigen in deze sjieke toko is zo gek nog niet.
Toen ik mijn vriendinnen van de receptie meldde dat internet niet werkte, stond er binnen 2 minuten een it-mannetje in de kamer die alles gefixt heeft. Ook verzorgden ze binnen no-time extra handdoeken. Ja, de uitbarsting is goed aangekomen...

We rammelden van de honger intussen. Het was alweer 18.00 uur, dus het mocht ook wel weer. We wilden niet in het hotel eten en besloten op goed geluk richting het meer te wandelen in de hoop daar een restaurantje te vinden. Dat ging niet helemaal soepel, omdat we een belabberd overzichtskaartje hadden en ieder die we aanspraken ons een andere kant op wees, maar uiteindelijk kwamen we in een leuk parkje terecht langs een kanaaltje, dat ons het idee gaf dat we op de goede weg waren. Het begon echter al donker te worden, dus we wilden ook niet meer te lang dralen in het onverlichte park. Vanaf de andere kant van het water klonk muziek en toen we eindelijk weer een bruggetje te pakken hadden, staken we over en liepen die kant op. In de schemering waren hele groepen weer bezig met Tai Chi en andere dansen op muziek, zo grappig om te zien.
We liepen op de verlichte gevels af, maar waar we ook keken, het waren allemaal winkels of kantoren, er zat geen restaurant bij.
Grrrr, het moest niet langer duren, we wilden NU aan tafel.

Nog één keer een Chinees aangesproken en met gebaren aangeduid dat we wilden eten. Hij wees op een zij-ingang van een flatgebouw iets verderop. Huh? Wat kan dat dan zijn?Is dat wel een restaurant dan? Het leek wel een gewone hal.
Maar inderdaad, er kwam een meisje aangelopen en toen we aangaven dat we wilden eten, gebaarden ze ons haar te volgen. We kwamen in een gigantische eetzaal, dat heel chique oogde. Grote, ronde tafels waren keurig opgemaakt en alles zag er spik en span uit. Twee tafels waren bezet, de rest was leeg. Uiteraard liep er wel weer 100 man personeel.
Eerst even voorzichtig op de kaart kijken. Was dit niet iets te hoog gegrepen? Sas had echter al gelezen dat restaurants in Hangzhou er vaak heel sjiek en duur uitzagen, maar dat ze in de praktijk heel goed betaalbaar waren, heel redelijk geprijsd.
En dat was hier ook zo. De kaart zag er fantastisch uit en de prijzen waren prima.

We hadden zo’n trek en hadden bovendien geen flauw idee waar we anders heen moesten dat we maar zijn gaan zitten. De manager werd er bij gehaald, want die had een tijdje in Atlanta gewoond en sprak engels. Hij hielp ons met de bestelling en dat heeft hij goed gedaan. Want hoewel we eigenlijk de hoop op een lekker hapje al hadden opgegeven, hebben we wederom waanzinnig goed gegeten. Black pepper ribs onder andere en een zalige eend, bereid volgens Hangzhou-recept. Krisperige visballen voor Sas en Gijs kwamen voorbij en verse groenten zoals pittige Chinese koolrepen en knolgroenten. En nog meer groenten en lekkere rijst. En uiteindelijk geraffineerde zoetige hapjes die als dessert konden dienen.
Deze hap hadden we niet meer zien aankomen. Heerlijk wederom.

De manager, met wie we nog even hadden zitten babbelen, kwam nog een kaartje brengen. Als we problemen mochten krijgen in Hangzhou, dan hoefden we maar te bellen en dan zorgde hij voor hulp. Nou, nou.
En hij had nog een paar goede tips voor ons om te bezoeken de komende dagen en heeft de adressen in het chinees voor ons opgeschreven.

We wisten niet precies waar we waren en besloten op gevoel terug te lopen naar het hotel en als het te ver bleek, dan konden we altijd nog een taxi pakken.
Op straat kozen we ervoor om rechtsaf te gaan, liepen 50 meter en................. stonden bij het hotel !!! Hè?! Hoe kan dat nou? Maar als dit het hotel is, dan zal het toch niet...... Gauw binnen kijken en jawel, hoor... we hadden in het restaurant van het hotel gegeten!!! Zonder dat we het wisten. Eerst drie kwartier gewandeld, naar ons gevoel steeds verder van het hotel af, maar achteraf dus gewoon in een kringetje. En dan terecht komen in het eigen hotel, iets wat we nooit doen. Sterker nog, gisteravond zaten Sas en ik ons er nog over te verbazen dat de nederlanders in het vorige hotel iedere keer daar ‘s avonds aten. Dat doe je toch niet, vonden wij. Je gaat toch lekker de stad in, nieuwe dingen ontdekken?
En nou hadden we zelf, onbewust, in ons hotel gegeten en goed ook! Het was heerlijk!

Afijn, het kan gek lopen.
Kids liggen er weer in en wij bereiden ons voor op de dag van morgen. Hebben er zin in. Moet zoveel moois te zien en te beleven zijn hier. Als het weer ook nog mee wil werken, dan staan ons nog een paar hele mooie laatste dagen te wachten.

  • 08 Augustus 2012 - 09:30

    Menno En Thomas:

    De laatste stop alweer, geniet er nog eens extra van.
    Wij zijn geïnteresseerd in alle tips van deze reis, inclusief de restaurants als het kan. Ergens later in dit jaar willen we ook die kant uit met een paar van de koude kant.
    Groet.

  • 08 Augustus 2012 - 09:52

    Wiebje:

    Zo'n schoonmaakbeurt voor je oren is best te doen hoor, heb ik ook een keer laten doen in Vietnam,
    gr wieb

  • 08 Augustus 2012 - 18:33

    Rune:

    Ik hoop dat je snel thuis komt, Gijs. De vechtstokjes lijken me cool. tot snel, groetjes Rune

  • 08 Augustus 2012 - 20:53

    Conny:

    hahaha Joost chinees bekvechten das heerlijk OSUUUUUUUUUU onee das japans ;-)

  • 09 Augustus 2012 - 00:00

    Hanneke:

    Daar ben je al lang niet meer jarig, maar hier nog 2 minuten :) van harte met je verjaardag Joost, hoop dat de feestcie in China ook werkt! Geniet van de laatste dagen! Hoop dat jullie volgende uitstapje Italie is :) heel veel liefs!!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 290
Totaal aantal bezoekers 90190

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: