Tapin National Park - Reisverslag uit Sydney, Australië van Joost Veld - WaarBenJij.nu Tapin National Park - Reisverslag uit Sydney, Australië van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Tapin National Park

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost

18 Juni 2008 | Australië, Sydney

13-06
Gisteravond nog lekker zitten borrelen en nagenoten van Sydney. Vooral veel pret gehad met de kleintjes daar. Zo leuk om te zien hoe ze genoten van alles. "Alles" is ook het standaardantwoord van ze als je vraagt wat ze het leukste van de dag vonden. Ze kunnen dan gewoon geen keuze maken. Ook zo leuk om terug te denken aan het eerste oceanium; iedereen vergaapt zich daar aan de capriolen van de zeehonden en zeeleeuwen boven, onder en naast je, terwijl Gijs heel geconcentreerd door het glas naar de rotsen zit te turen en dan ineens roept:"Hé, kom eens kijken, ik heb een heel klein slakje gevonden." Hij is echt helemaal into de kriebelkruipers, de slakken, de schelpdieren. Die winnen het van de grote dieren.
En zoals Maasje met haar act met "de gouden prinses" de show stal voor het ineens toestromende publiek, dat was ook zo grappig.
Terwijl we de dag de revu lieten passeren, braken buiten de possums echt de tent af. Er zaten er op zich minder dan in de bush bij Jervis Bay, maar ze waren zo onwijs agressief. Niet naar de mensen toe, maar vooral onderling. Om de haverklap gingen ze ongegeneerd met elkaar op de vuist en dan produceerden ze een herrie alsof de hele camping bestormd werd.

Vanochtend had Maasje haar speelafspraakje staan met haar nieuwste beste vriendin. (Maddy) Samen met Sas en Gijs naar de speeltuin en daarna nog bij de campers. En daar werd het helemaal leuk, want bontgekleurde papegaaien meldden zich aan voor het feest. Ze landden boven op het hoofd van Maddy en aten uit de hand van Gijs. Ze waren nergens bang voor.

Onze nieuwe engelse happy camper-vrienden vertrokken vandaag naar Singapore en daarom kwamen ze wat ballast bij ons dumpen. Een dikke Lonely Planet "the rough guide" van heel Australie, zeer gedetailleerde wegenkaarten, een highway guide plus een gids met alle natuurparken van Australië erin, incl. de bush-campings. Helemaal top. Ohja, en een nieuwe koekenpan, dus morgen worden het extra strakke pannenkoeken...

We hadden een aardige rit voor de boeg vandaag, die heel internationaal aandeed vanwege de plaatsen die we passeerden. Zo kwamen we bijv. langs Toronto, Brooklyn en Newcastle, voordat we onze bestemming bereikt hadden.
Een 50 km boven Newcastle ligt de wijde baai van Port Stephens, die ongeveer 25 km landinwaarts gaat. Helemaal op het puntje van de zuidelijke arm van die baai, liggen Nelson Bay en Shoal Bay. Vandaar heb je prachtig uitzicht op de baai, de haven en d'Albora Marina. Langgerekte witte stranden aan de voet van redelijke heuvels, rotsachtig onder en volledig bebost van boven.
Shoal Bay loopt over in het Tomaree National Park en het idee was om daar een bush-campsite op te snorren. Echter, toen we bij de ingang van het park stonden en op een soort van intercom drukten om ons aan te melden voor de nacht, vertelde een enigszins geirriteerde stem ons dat we aan de hekken van een instelling voor geestelijk gehandicapten stonden en dat een paar toeristen in een campervan dus echt niet gewenst waren.
Hhhmm, inderdaad, na nog eens goed in de boekjes te hebben gekeken, zagen we inderdaad dat dit park puur voor wandelingen open was en dat er geen campsites waren...
De caravanparks die we gepasseerd hadden op de heenweg, hadden er zo dramatisch uitgezien dat we daar in elk geval niet heen wilden en dus staan we vanavond voor het eerst officieel wild te camperen. We hebben een prachtig plekje gevonden onder de bomen, pal aan het strand waar we zojuist een schitterende zonsondergang hebben mogen zien.
Geen idee of we hier mogen staan, maar mochten ze straks nog op de deur kloppen, dan gooien we wel wat "ich habe es nicht gewusst" in de strijd. Komen we ook wel weer uit.

Er stond voor het eerst onze reis een harde wind vandaag en op het strandje waar we eerst gestopt waren vanmiddag, woei je dan ook bijna uit je onderbroek, terwijl het sop je om de oren vloog. Gelukkig is dit een hele smalle landstrook en had Sas scherp opgelet, want ze had een pad gezien dat naar de andere kant leidde, naar Zenith Beach. Daar zat je volledig in de luwte, dankzij de heuvels, onder een strakblauwe hemel, aan een idylische lagune met ongerept wit zand en prachtig helder water met redelijke rustige golfslag. Ideaal !

En hier is ie dan geproduceerd; het eerste zandkasteel van deze vakantie! De Deltawerken waren er niets bij en pa en ma waren waarschijnlijk nog wel het meest fanatiek en wilden koste wat het kost het zeewater via de 6m lange watergeul (met de hand gegraven!) in de indrukwekkende slotgracht hebben. Gijs toonde zich ook een harde en enthousiaste werker en groef zich wezenloos in zijn blote billen. Bij Maasje daarentegen openbaarde zich de eerste echte manager-symptomen. Lekker languit liggend in het zand, keek ze af en toe even op en riep dan: "Jullie moeten echt wat harder werken, jongens."...

Ook nog een hoop pret gehad in het water, dat heel even koud aanvoelde, maar al gauw echt lekker was. Nog niet echt gezwommen, maar uiteraard eindigde het waterfeest wel weer met natte kleren tot heuphoogte.
Toen de zon achter de duinen wegzakte en de eerste konijnen zich meldden op het strand, zijn deze enige vier bezoekers van het stukje paradijs op aarde weer richting de camper gegaan. Nog even wat gedronken bij Mermaids, een cafe bistro aan het water en toen definitief deze plek voor de nacht opgezocht.
Als bootwerkers gegeten en de kleintjes om 19.30 uur op de eerste verdieping gemikt, waar ze nog even tegen elkaar aan hebben zitten preken en toen als een blok in slaap zijn gevallen.

Wij gaan vanavond voor het eerst iets verder plannen dan de gewoonlijke ene dag, omdat we op 20 of uiterlijk 21 juni in Brisbane moeten zijn, omdat Sas dan waarschijnlijk een bezoek brengt aan de BP-raffinaderij daar. Aangezien er nog een paar hot spots onderweg zijn die we niet willen missen en het al met al nog een flink stuk rijden is naar Brisbane, willen we alles even goed op een rijtje zetten. Wordt vervolgd...

14-06
Zo, dat is goed gegaan. We hadden gisteravond laat nog wel een bord gevonden met "park rules", waarop uitdrukkelijk vermeld stond dat er niet gecampeerd mocht worden, maar onder het motto "het zal mijn tijd wel duren", zijn we op dit mooie plekje blijven staan. Er hebben geen ijverige rangers of dienders op ons deurtje geklopt en we hebben weer een prima nacht gehad.

We hebben ons gisteravond laat alsnog bedacht. Sas zou de 20e of 21e van deze maand in Brisbane moeten zijn voor een meeting op de BP-raffinaderij. De week daarna is de bewuste man nl. voor een week op reis.
Maar er liggen nog zoveel must-sees op de route tussen hier en Brisbane die we eigenlijk mee willen pikken en we vinden het zonde om daar een deel van te skippen of om het af te raffelen. Dus nu hebben we bedacht dat we een week langer voor de route uittrekken en dat Sas probeert de afspraak te verzetten naar als de man weer terug is, de eerste week van juli.

En dat geeft ons tijd genoeg om de hot spots op het gemakkie te bekijken. Voor de eerste daarvan moesten we de baai ronden en een dikke 150 km rijden. Halverwege leek het of we ergens een afslag hadden gemist, want ineens stonden we aan de voet van de beroemdste berg van Australië: Uluru, ofwel Ayers Rock...
Da's toch vreemd, want die ligt een slordige 3000 km verderop, midden in de outback.
Het bleek hier te gaan om een enorme replica die ze gebouwd hadden over een tankstation heen, the Rock Roadhouse. Eigenlijk een heel triest gebeuren waar je ietwat jeuk van krijgt, maar toch staan er touringcars en wordt het zelfs in de Lonely Planet vermeld. Ik heb sterk het vermoeden (of beter, ik hoop voor de schrijver) dat hij dat als geintje heeft gedaan.

Einddoel van vandaag was Seal Rocks, gelegen op het uiterste puntje van het Myall Lake Nat. Park. Het ligt aan een zwaar beboste inham en is een gehuchtje te noemen. De weg ernaartoe is deels unsealed en was erg glad door de recente hoeveelheid neerslag in dit gebied. Een slingerende weg door een dicht regenwoud waar je nog geen 2 m in kon kijken (heel wat anders dan het begin van de route vandaag, tussen de meer open Eucalyptusbossen, waar we zelfs nog een paar koala's in het wild hebben gespot). Ineens rij je het regenwoud uit en zie je beneden je de schitterende baai met de gouden stranden en het zeewater als uit de folders. Prachtig!

Het eerste caravan-park was weer in de categorie "nee, dank je" en dus gingen we het proberen bij nr.2, aan de andere kant van de peninsula. Die heet Treachery Camp en zou over bush-campsites beschikken, aldus onze literatuur.
Wat er alleen niet bij stond, was dat de weg erheen enkel geschikt was voor 4x4-wagens. Een uiterst narrige rit volgde, waarbij werkelijk alles, maar dan ook alles in de wagen van plek is veranderd, m.u.v. de kids dan die in de riempjes zaten. Grote kuilen, diepe plassen en een flink glibberige weg. Toen we eindelijk het kamp bereikte, werd ons duidelijk dat een campervan hier een unicum is.
Maar goed, we waren er en de terugweg is weer van later zorg. Want o,o,o, hebben wij weer even midden in de roos geschoten!

Treachery Camp is een prachtige bushcamp, omringd door het Myall Lakes NP, pal aan een bizar gaaf strand. Het is heel basic. Drinkwater wordt geput uit regenwater-opvang en je kunt koken boven kampvuren. Dat laatste ging voor ons helaas niet op, want we hadden onze bak nog maar net geparkeerd op een mooi plekje, pal tegen een zandduin aan, of er brak een storm uit. Het kwam met bakken uit de hemel, terwijl windkracht 8 op de kust (en onze camper) beukte, met uitschieters tot windkracht 9.
Heel even brak het open en zijn we gauw naar het strand gelopen, schuin voorover om tegen de wind in te boksen. Wat een plaatje weer. Gigantische groene golven beukten op het strand en als ze omrolden in de branding, was de achterkant licht turquoise. Een ongekend kleurenspel. Dit is de baai waar veelvuldig dolfijnen met de golven meezwemmen, maar die lieten zich met die storm helaas niet zien.
Links in de verte zag je de Seal Rocks Lighthouse op het puntje van de heuvel liggen. Als het weer morgen beter is, hopen we daarheen te kunnen, want niet alleen heb je dan een schitterend uitzicht van 360 graden over de omgeving, maar je moet vanaf daar ook de zeehonden kunnen zien die hier in de buurt een flinke kolonie hebben. En met veel geluk pak je ook nog een walvis mee.

Helaas kwam al gauw een nieuwe lijn met buien aanstormen en ook al hadden we wind mee en was het nog geen 100m lopen, de wind was zo hard dat we halverwege al ingehaald waren en tot op de draad toe kletsnat de camper bereikten. Maar wel lekker uitgewaaid.

En plotseling liep hij daar, in het wild: de dingo!!! Over het kamp, als of het de hond van de ranger was...
Wel gehoopt natuurlijk dat we die in het echt zouden zien, maar eigenlijk niet verwacht. Toen we de info nog eens goed bestudeerden die we bij het aanmelden meegekregen hadden, stond het er inderdaad. Het Treachery Park wordt bewoond door Goannas, possums (heb je ze weer), slangen en dingo's. Met Meryl Streep in het achterhoofd ("the dingo took my baby!"), hebben we de huisregels maar wat aangepast.

De rest van de dag heeft het aanhoudend gestormd en vooral geregend. Nee, het heeft gehoost. Omdat de voorwielen wat wegzakten, hebben we de auto nog wat moeten verplaatsen en voor de rest denken we maar niet teveel aan de weg terug.
Het was eigenlijk de eerste dag tot nu toe dat we zo werden geconfronteerd met regen. In een dorp of stad kun je dan nog wel ergens heen, maar hier in de bush ben je gebonden aan de camper. De buren verderop zagen hun tent door de storm meegenomen worden en zijn halsoverkop vertrokken. We zitten momenteel hier dus helemaal alleen. Heerlijk!

De kids hebben heerlijk zitten spelen hierbinnen. Het speelgoed dat we bij ons hadden en wat eigenlijk nog onaangeroerd is gebleven, is op de tafel uitgestald en ze hebben lekker kunnen keutelen. Maasje kleurend en "schrijvend" in haar vriendenboek en Gijs druk in de weer met Playmobil. Wij hebben lekker gelezen en aan het eind van de middag het fenomeen "borrelen" geïntroduceerd bij de kleintjes. Die vonden dat helemaal gezellig, dus dat zal wel vaker moeten gebeuren, voorzie ik. Binnen gekookt en (heerlijk) gegeten. Kleintjes waren moe en lagen er vroeg in en terwijl de wind voortraast en de regen doorklettert, gaan wij gezellig door met borrelen.

15-06
Ehh, pardon, zei ik 1 dingo?... Herstel, er zit hier een hele roedel dingo's. Vanochtend zagen we er eentje dwars door het kamp lopen, dus ik gauw naar buiten om 'm te fotograferen. Plotseling roept Gijsje, die vanaf de chauffeursstoel mee zat te kijken: "Papa, pas op, het zijn er drie!"
En jawel hoor, daar liepen ineens drie flinke dingo's tussen de tenten door (later hoorde ik van de eigenaar dat er veel meer zaten in een roedel daar). Het waren drie reutjes. Ze zagen eruit als Mechelse herders, maar dan formaatje uit de klauwen gewassen Rhodesian Ridgeback. Twee van hun, duidelijk wat jongere reutjes, waren agressief naar elkaar, vlogen elkaar nogal eens in de haren en moesten klaarblijkelijk hun positie in de rangorde nog vaststellen. Ze scharrelden verder over het kamp, snuffelden aan de tenten en joegen af en toe achter de push-turkeys aan (melige beesten, zwart met een rode kop) die dan luid kakelend de boom in vluchtten.
Ons leken ze te negeren, maar toen ik iets te dichtbij kwam om foto's te nemen, draaide de chef zich naar me om en kwam toch wat dreigend op me af. Of was het puur nieuwsgierigheid?
Ik besloot het verder maar niet uit te testen, drukte nog gauw een paar keer af (superfoto geworden van dat dreigende beest op 3m) en ben toen maar gauw weer de camper ingegaan. Mooie ervaring.

De regen heeft de hele nacht huisgehouden en ook 's ochtends viel nog steeds de ene bui na de andere. Aangezien er hier alleen maar buiten dingen te doen zijn (bush en strand) en het er niet naar uitzag dat er gauw verbetering op zou treden, zijn we maar vertrokken. Met pijn in het hart, want het is een paradijs daar en we hadden maar wat graag de dolfijnen in de baai gezien. Maar ja, voor hetzelfde geld zit je de hele dag weer noodgedwongen in de camper te schuilen en dat wilden we de kleintjes niet aandoen.
De weg terug was weer narrig, glibberig en vooral heel hobbelig, maar eigenlijk, gezien de enorme hoeveelheid regen die was gevallen, viel het ons mee en leek het iets gecontroleerder te gaan dan op de heenweg. Sommige dingen bleven deze keer waarachtig op hun plek staan...

De camper die we hebben, is een Ford Winnebago, een 4-berth zoals ze dat noemen, oftewel goed voor 4 slaapplekken. Voor onze combinatie, 2 volw. + 2 kids, is het echt helemaal prima, maar met 4 volwassenen zo'n lange tijd, zou zelfs met héééééél goede vrienden een zware bevalling worden.
Voor heb je de stuurcabine met twee stoelen. Daarachter, met een open verbinding, zit de leefruimte. Die kun je ook via een deur aan de zijkant binnenkomen. Er staat een tafel tussen twee bankjes die 's avonds omgebouwd worden tot de echtelijke sponde. Die kunnen we dan gelukkig nog iets verbreden, zodat ik mijn voeten buitenboord kan gooien. Daarachter zit een kast en daarnaast "de badkamer", bestaande uit een chemisch toilet, een uitklapbare wastafel en een douche. De laatste twee zijn door ons tot op heden niet gebruikt. Veel te veel gedoe.
Achteraan over de breedte begint dan het aanrecht met spoelbak. We kunnen een deel van het water verwarmen (25 ltr) dus dat is prima.
Het aanrecht gaat rechts de hoek om en heeft daar een fornuis met daaronder oven en koelkast/vriezer en de rest van het werkblad met kastjes eronder. Helemaal rechts staan dan nog de magnetron en televisie, maar die zijn allebei ook nog niet gebruikt. Sterker nog, de magnetron fungeert momenteel als sokkenkast wegens gebrek aan opbergruimte. Arme volgende huurders...
Last but not least heb je boven de bestuurderscabine nog een slaapruimte waar de kids liggen. Dat is eigenlijk een echt goed bed, goede afmetingen en een goed matras.
Als je stroom van buiten hebt, kun je nog een verwarming aanzetten en wat meer verlichting gebruiken.
Al met al echt helemaal prima voor ons vier, al lijkt het doorlopend of er een bom is ontploft, maar het helpt wel als je veel buiten bent.

We zijn vandaag naar Booti Booti Nat. Park gereden, dat op een hele smalle landstrook ligt tussen Lake Wallis en de Tasmaanse zee. En dan bedoel ik ook heel smal. Vijftig meter rechts van de weg ligt de oceaan, vijftig meter naar links het meer. Op een stukje waar het net even een fractie breder wordt, liggen twee camp-areas.
Op de eerste hebben Gijs en Maasje, toen we daar even rondreden om te kijken hoe het daar was, hun eerste rijlessen in de camper gehad en allebei een rondje door het park gestuurd. Rode wangen van inspanning.

Omdat we een gigantische bult wasgoed hadden en het drinkwater ver op was, besloten we toch eerst even bij het andere kamp te kijken, een kilometer verderop. Daar zouden alle faciliteiten moeten zitten, Dat park heet Sundowner Tiona Park en ligt aan beide zijden van de doorgaande weg. De kant van het meer zag er dramatisch uit (vol en smakeloos) maar aan de zeezijde, helemaal in het uiterste puntje van het park, hebben we een superplaatsje gevonden. We staan nu met de camper helemaal only-the-lonely in een palmbosje, op nog geen 50m van de zee. Echt top!
Hoewel het nog steeds heel buiïg was, brak het blauw steeds meer door en toen we interieur en exterieur van de camper weer hadden opgeleukt, zijn we naar het strand gegaan. Ik val maar weer eens in herhaling; een prachtig ongerept strand (7 mile beach) met weer dat schitterende, heldere groenblauwe water. De zee was nog onstuimig van de voorbijgeraasde storm en golven van 2m beukten onophoudelijk op de kust, hetgeen het spelletje "wegrennen voor het water" extra leuk maakte, want af en toe werd je door kleine vloedgolven tot aan de bosrand teruggejaagd. "Rennen voor je leven", hoorden je G+M dan roepen. Behoeft uiteraard geen nadere uitleg dat die twee aan het eind van de rit weer uit de sloot gevist konden worden...

Al met al een heerlijk lummeldagje. Alles weer schoon en fris, zowel de vuile was als de happy campers zelf. Verder met de planning zometeen. We denken erover om een stukje binnenland mee te pakken, dus we gaan ons maar weer eens over de kaarten buigen.

16/06
O,o, we zijn gestrand in het regenwoud.... Maar daarover straks meer. Laat me bij het begin beginnen.
Ons plekje onder de palmbomen hebben we vanochtend verlaten. Plan was om boodschappen te gaan doen in Forster, het laatste stadje op onze peninsula, voordat je met een brugverbinding weer op het vasteland komt, en om daar een update op het internet te doen. Vervolgens zouden we vliegende vossen in het wild gaan zoeken om daarna weer een stuk noordelijker een kamp te zoeken.

Eerste deel van de planning verliep voorspoedig. We vonden een groot winkelcentrum waar we de nodige proviand hebben ingeslagen. De club waar ze internetverbinding hadden, was ook vlot gevonden en bleek een combi te zijn van bowlingcentrum en casino. Terwijl de kleintjes zich vermaakten op de bowlingbaan, ben ik het casino ingegaan voor internet. Eerst een compleet verslag overgetypt in een word-document en na ruim een uur de codes voor internet ingevuld die ik bij de balie had gekocht. En toen gebeurde het; de pc crashte! Alles wat ik van het dagboek over had getypt was weg en de pc was dermate vastgelopen dat er niets meer mee aan te vangen was.
Ik kreeg een uitsmijter in mijn nek van het casino, die beweerde dat ik de compu kapot had gemaakt. Ik heb me flink boos moeten maken, voordat ik deze wandelende kleerkast, waarvan alles buiten de hersenpan bovennatuurlijk ontwikkeld was, duidelijk heb kunnen maken dat het niets met mijn typ-acties te maken had. Maar goed, ergste was, al die tijd voor niets getypt. Zonde van de tijd. Daar werd ik niet vrolijk van.

Internet maar even gelaten voor wat het was en koers gezet naar Wingham, een lief klein stadje in de Manning Vallei. Dit is dus een stuk landinwaarts en dat willen we de komende dagen even blijven doen.
Wingham is een stadje met een flinke geschiedenis en is groot geworden door houthandel en veeteelt, mede dankzij de gunstige ligging aan de Manning River. Pas halverwege vorige eeuw is het bij Taree getrokken, een grote plaats oostelijk en is de centrale rol komen te vervallen.
Wat ons hierheen bracht, is de Wingham Brush, een subtropisch regenwoud van slechts 10ha tussen het stadje en de rivier, waar gigantische, haast onwerkelijk Moreton Bay vijgebomen staan, sommigen honderden jaren oud. Zo groot, daar kun je praktisch in wonen. Ze doen niet onder qua grootte voor de Sequoia-bomen.

En in deze bomen vind je de "grey-headed flying foxes", ofwel de vliegende vossen. En dan niet 1,2 of 10. Nee, je vindt er hier duizenden! Vliegende vossen zijn een soort vleermuizen, alleen groter dan de bekende soort. Deze worden wel 40 cm lang en hebben echt de kop van een vos. In tegenstelling tot zijn kleine soortgelijken voedt de vliegende vos zich enkel met fruit uit het regenwoud en dan het liefst met vijgen. Vandaar dat ze hier in grote getalen te vinden zijn.
Een pad leidt je door het bijzondere woud, waar je uit moet kijken voor the "Giant stinging tree". De grote, lichtgroene, hartvormige bladeren hiervan en de takken hebben kleine haartjes die je net zo verwonden als een wespensteek.

Het duurde even voor we ze vonden, maar daar waren ze. Met tientallen tegelijk hingen ze ondersteboven aan takken. Een paar in slaap, lekker ingewikkeld in de vleugels. Maar de meesten waren klaarwakker en maakten een hoop kabaal toen ze ons in de smiezen kregen. Sommigen maakten onderling amok, maar de meesten hingen je ondersteboven brutaal aan te kijken en blerden je in hun taaltje allerlei verwensingen toe. Een enkeling strekte de grote vleugels en zocht een andere vijgenboom op.
We hebben er minstens duizend gezien, als het er niet meer waren. Het pad liep recht onder ze door en dat leverde nog een klodder poep op mijn mouw op.
Het was echt heel indrukwekkend, imponerend en grappig tegelijk.

Vervolgens hadden we het plan opgevat om naar "Dingo Tops" te rijden, een bushcamp oostelijk van een heel groot regenwoud, op een uur rijden, waar er nog veel meer zouden zitten. De weg ernaartoe was onverhard, maar heette "easy access for 2WD" te zijn. Appeltje, eitje...

Nog helemaal onder de indruk van deze maffe beestjes gingen we op pad. Eerst nog normale weg en toen op een gravel road. Her en der wat kuilen, maar verder prima te doen.
Na ongeveer 25 km zaten we in het regenwoud en werd de weg steeds iets onvriendelijker. We kwamen bij het eerste bruggetje waar het water niet alleen onderdoor, maar ook bovenlangs stroomde en spraken af dat het niet gekker moest worden.

Weer een paar km verder stonden we voor een splitsing. Links omhoog was het kortst naar het kamp, maar daarvan zou de helft van de weg over een bos-track gaan. De rechtse was iets om, maar zou op papier vriendelijker moeten zijn en slechts 2 km bostrack bevatten.
We besloten de laatste te nemen. Na meteen weer een spannend begin over eenzelfde soort brug, leek het even soepel te gaan, maar toen werd de weg steiler en steiler en steiler. Na een paar km kwamen we bij een bord van het park dat aangaf dat alleen 4WD het verder zouden redden. Gloeiende, gloeiende, hadden ze dat bord niet eerder kunnen plaatsen?!
Op een verbreding gekeerd, terug naar de splitsing en de andere geprobeerd. Ook die begon veelbelovend, maar werd na een paar kilometer zo steil dat onze Winnebago het niet eens meer redde! Ook hier alleen maar 4WD. Ja, hallo!
Keren was hier iets kritischer, maar is uiteindelijk gelukt en met de nodige capriolen zijn we weer naar de splitsing gereden. Het was nog een uur tot de duisternis zou invallen en dus besloten we hier vannacht te blijven. Het is een prachtig mooi plekje, aan de voet van een heuvel waar we al de nodige kangeroes hebben zien grazen die rond de schemering uit het kreupelhout kwamen. En iets naar beneden ligt een riviertje, waar Gijs druk in de weer is geweest met kikkers vangen die we wel steeds hoorden, maar die we niet te zien kregen. Een stap in hun richting en ze hielden zich muisstil. Koalaberen zitten hier ook, maar hebben we nog niet gespot.

Toch wel wijs, hoor, dat je zo midden in de jungle je camper parkeert en kunt overnachten. Geen mens te bekennen hier, enkel het geluid van het woud. Schitterend.
We waren überhaupt onder de indruk van de schoonheid van het binnenland en gaan zo verder plannen in dit gebied. Wel zullen we eerst terugrijden naar verharde wegen, denk ik, want we hoeven het lot ook weer niet teveel te tarten.
Of hoewel...


  • 18 Juni 2008 - 08:07

    Menno En Thomas:

    Jullie zullen nu echt het gevoel hebben dat er niks anders hoeft dan park, beach en barbie... Heerlijk!!

  • 18 Juni 2008 - 08:31

    Miranda:

    De foto van Gijs met slang wordt op verzoek van Rune uitgeprint voor op zijn kamer! Vanmiddag gaat de hele klas naar het feestje van Anne in de speeltuin van Dirksland.
    Gister klonk er een klein stemmetje van achter op de fiets: mama, ik mis Gijs toch wel een beetje....
    liefs, de Ballen

  • 18 Juni 2008 - 12:33

    Wiebje:

    jullie gaan toch niet stiekum emigreren, wat ga je bespreken met die BP man in Brizzie, Sas?

  • 18 Juni 2008 - 13:01

    Wieteke:

    God kinderen wat hebben we 't goed! 't Doet me deugd te zien dat de camper jullie prima staat. Praktische vraag: met wat voor een camera schieten jullie die prachtige plaatjes?

  • 18 Juni 2008 - 16:01

    Menno:

    Zucht.Wat vreselijk gaaf zeg.

    Wij gaan een heel weekend in een trekkershutje afzien. In de wildwild bush bij Arnhem.
    Ik doe wel een stoere broek aan.

  • 18 Juni 2008 - 18:18

    Henk En Max:

    Aan de overkant van het
    Brielsemeer gaan wij ook maar even een bushje pakken, leuke verhalen en spannend doei.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Sydney

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

31 Augustus 2008

Nawoord

31 Augustus 2008

Back in Melbourne

14 Augustus 2008

Cairns again

13 Augustus 2008

Lizard Island

31 Juli 2008

Cooktown II
Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 276
Totaal aantal bezoekers 89985

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: