Peking, de Muur, Beihai en Kung Fu, part II - Reisverslag uit Beijing, China van Joost Veld - WaarBenJij.nu Peking, de Muur, Beihai en Kung Fu, part II - Reisverslag uit Beijing, China van Joost Veld - WaarBenJij.nu

Peking, de Muur, Beihai en Kung Fu, part II

Blijf op de hoogte en volg Joost

29 Juli 2012 | China, Beijing

27-07-2012
Peking, The Great wall, thee-les, natte Harry’s

Vanochtend hadden we voor het eerst deze reis serieus de wekker gezet en zekerheidshalve een wake-up call geregeld. Met een heldere “Ni hao” door de antieke telefoon naast het bed kwamen we om 07.00 uur bij onze positieven.
Terwijl Sas probeerde de kids wakker en in de kleren te krijgen, ben ik om de hoek van de straat een ontbijtje gaan halen dat we lekker op de hotelkamer hebben opgegeten.
Om 08.00 uur ging de telefoon weer; Jimmy meldde zich dat hij buiten klaar stond.

Buiten bleek dat Jimmy “zijn broer” had meegenomen, Peter. Die zou het vandaag overnemen en ons naar de Muur begeleiden. Jimmy zelf was verhinderd.
Ach ja, Jimmy, Peter, what’s in a name?
En dus reden we om 08.15 uur de hutong uit, tegen de forensen in, de stad uit, richting een van de wereldwonderen, de 6000 km lange Chinese Muur.

Peter was niet echt een briljante chauffeur. De chaos om ons heen hielp natuurlijk niet mee, maar man o man, wat kon die man zwalken. Niet heel relaxed om naast en achter te zitten. Met 30 km/uur al in z’n 5e versnelling en dan verbaasd zijn dat de bussen je links en rechts inhalen terwijl je probeert op te trekken...

Op zo’n 20 km van het reisdoel af maakte Peter een pit-stop bij een fabriek waar ze nog helemaal met de hand de traditionele Chinese vazen maken. Dat soort werkplaatsen wordt met uitsterven bedreigd, omdat ze tegenwoordig bijna allemaal machinaal worden gemaakt.
Maar hier konden we nog het hele proces aanschouwen van hoe ze te werk gingen. De mallen waar men het koper om heen sloeg in de gewenste vormen, om vervolgens de vormen aan elkaar te smelten. Dan hoe ze met dun koperdraad heel precies figuren op de vaas maken. Volgende in het proces is een schilder die steeds heel secuur met een kleine spatel de gewenste kleur verf in de ontstane vakjes tussen het koperdraad vult. Elke keer als ze een kleur af hadden, werd de vaas in een oven onder de grond gedaan om gedurende een minuut of 5 uit te harden. Dan ging men weer verder met een volgende kleur. Een monnikenwerk.
De een na laatste stap in de cyclus was voor de polijster, die met twee verschillende slijpstenen en tot slot met houtskool de vazen sleep tot ze spekglad waren en glommen als nieuw.
De allerlaatste stap mochten we niet zien. Die wordt geheim gehouden. Om te voorkomen dat de koperdraden gaan roesten, worden die met een goudlaag behandeld. Dat proces is echter een familiegeheim van de betreffende fabriek en dus niet zichtbaar voor publiek.
Wat wel zichtbaar was, was natuurlijk de enorme toonzaal waar je vervolgens vakkundig doorheen werd geleid en waar de prachtigste exemplaren te koop stonden. En daar waren inderdaad hele mooie stukken bij. Pittige prijzen ook, er waren stukken bij van 70.000 euro, dus wij hebben het maar even bij ohhh en ahhh gelaten en zijn de auto weer zwaaiend ingestapt.

Tegen 10.00 uur waren we op de plaats van bestemming, maar niet nadat we onderweg die Gooische dame van gisteren nog zagen staan langs de weg. Die van die suffe opmerking. Dat verzin je toch niet. In een stad van bijna 20 miljoen inwoners kom je binnen 24 uur twee keer uitgerekend die persoon tegen waar je niet op zit te wachten...

Er zijn verschillende plaatsen om vanuit Peking naar de Muur te gaan, op afstanden variërend van 70 tot 150 km van de stad. Wij hebben gekozen voor de Mutianyu Muur, op 90 km ten noorden van Beijing. Het is een stuk van de muur dat een stuk minder toeristisch is dan de meeste andere plekken, al moet je natuurlijk niet verwachten dat je die dag de enige bent die op het idee kwam daar heen te gaan.
Wat wel goed geregeld is, is dat ze een kabelbaan hebben gemaakt, waarmee je het eerste steile stuk vanuit het dal naar de Muur toe kunt afleggen. Zodoende kun je fris en fruitig aan het bedwingen van de Muur zelf beginnen.

Maar niet nadat je eerst ademloos hebt staan kijken en het besef tot je doorgedrongen is dat je daar werkelijk staat. Wat een mega-indrukwekkend schouwspel. Het was vrij heiïg vanochtend, dus het zicht was in het begin nog wat beperkt, maar gek genoeg gaf dat ook wat mysterieus aan het geheel. Aan beide zijden zag je de wachttorens langzaam aan de mist in verdwijnen. Pas nu je er tegen aan stond, zag je pas hoe enorm het bouwwerk is en wat men allemaal heeft moeten doorstaan om dat gebouwd te krijgen. En dan te bedenken dat je slechts een fractie ziet van de totale muur.

De Muur was zoveel mogelijk over de hoogste route gebouwd, over de bergtoppen heen, om het de aanvallers zo moeilijk mogelijk te maken. Wat ik niet wist, was dat de Muur niet zozeer voor aanvallen van buiten China af gebouwd was, maar eigenlijk vooral diende als verdedigingswal tegen de vele nomadische stammen die de randen van China bewoonden. In die tijd leefden er meer dan 50 verschillende volken in China, waarvan één deel 92% van de totale bevolking besloeg. Zij hadden de Muur gebouwd, van noordoost tot noordwest. De overige 8% waren 55 verschillende stammen, elk met hun eigen koningen en territoria dat ze steeds maar weer probeerden uit te breiden. De Muur moest voorkomen dat ze voorbij die grens kwamen.
En zolang er nog met mesjes, zwaarden en pijl en boog gevochten werd, was dat ook zeer effectief. Maar na de uitvinding van het buskruit was de Muur niet meer dan een hinderlijke obstakel die goed te doen was voor de vijand.

We hebben Peter achtergelaten bij een van de eerste wachttorens en zijn met ons viertjes in westelijke richting over de muur gelopen. Bizar wat een uitzicht je dan hebt. In het woeste groene landschap zie je de Muur kronkelend langs beboste ravijnen omlaag en langs ruige bergrichels omhoog gaan, afgewisseld door de robuuste vierkante wachttorens . In vroeger tijden communiceerde men met elkaar door vanaf die torens naar elkaar te seinen. Overdag door rooksignalen, ‘s nachts door vuursignalen. Op die manier kon men elkaar waarschuwen als onraad dreigde.

Het was weliswaar droog vanochtend, maar de luchtvochtigheid loog er weer niet om en het duurde dan ook niet lang of het zweet gutste alweer van het voorhoofd af. Het lopen op die Muur valt ook niet mee. Je gaat mee met de glooiing van de omgeving, dus dat betekent dat je continu dan wel aan het klimmen, dan wel aan het afdalen bent op de enigszins gladde stenen.
Na dik een uur kwamen we bij het punt waar de meeste klimmers afhaakten; de laatste steile klim naar de laatste bereikbare wachttoren die open is voor het publiek, wachttoren 23. Dat mag je niet onderschatten. Een hellingspercentage van rond de 85% over enkele honderden meters op steile trappen. Het laatste stuk moet je zelfs voorover kruipend opklimmen, omdat de kans anders te groot is dat je achterover kiepert.
De kleintjes waren echter onstuitbaar en wilden ook deze laatste hindernis heel graag nemen. Vooral Maasje, want die wilde heel graag eens met haar hoofd in de wolken lopen en op het moment dat we aan de klim begonnen, was het laatste stuk niet zichtbaar. De trappen verdwenen in de wolken.
En ze hebben het gered, de bikkels! Na 2 uur stonden we hijgend en puffend op het hoogste punt, naast de Chinese vlag. Terwijl we daar waren, trokken de wolken steeds verder naar boven en konden we genieten van een adembenemend uitzicht. Bizar!
Na een tijdje zijn we weer aan de afdaling begonnen en ook die was niet geheel zonder risico, zeker die eerste supersteile meters niet.
Maar ook daar kwamen we zonder kleerscheuren doorheen, dus Gijs en Maasje hadden volgens ons wel een heuse medaille verdiend. Die kon je iets verderop bij een stalletje kopen, heuse gouden plakken met beeltenissen van Mao en van de Muur erop. Ze zijn er helemaal wijs mee. En terecht!

Op het gemak weer terug gewandeld naar het beginpunt. Het zicht werd steeds helderder, dus we konden nu de Muur met het oog volgen zover als het landschap dat toeliet.
Peter wachtte geduldig op ons en met hem hebben we het laatste stuk van de afdaling naar het basisstation gemaakt. Daar was het even worstelen langs alle souvenirkraampjes en hebben we ons beperkt tot wat fruit.

Peter stelde voor om op de terugweg te stoppen bij een echt theehuis, voor een theeceremonie en een of andere show. We hadden meteen al onze bedenkingen, maar hadden zoiets van jaja, rij eerst maar weer eens die kant op. Onze hoofden waren nog te druk bezig met het verwerken van alle indrukken.
Pas toen we in Peking stopten voor een veel te grote tent met touringcars op de parkeerplaats, zeiden we hem dat dat toch echt niet ons ding was. We wilden heel graag naar een leuk en goed theehuis, maar dan wel een kleine, traditionele tent waar lokalen zelf ook naar toe gingen.

En zodoende stapten we niet veel later een onwijs leuk theehuis binnen, een van de hoogst aangeschreven thee-tenten van Beijing, met een lange geschiedenis.
Daar kregen we van een aardige gastvrouw 5 verschillende soorten thee geserveerd, vergezeld van de nodige uitleg.
Hilarisch was “the pipi-boy”, een klein beeldje van een mannetje in zijn blootje dat gebruikt wordt om te kijken of water heet genoeg is voor thee. Als je namelijk koud water over het ventje schenkt, gebeurt er niets. Maar schenk je er heet water over heen, dan piest het mannetje drie slagen in de rondte.
Als je het niet helemaal kunt volgen, dan kom het maar eens bij ons bekijken, want je begrijpt dat wij uiteraard met een paar van die pipi-jongens naar huis zijn gegaan.

Maar niet voordat we heerlijke thee hebben gedronken;
Ginseng Olong thee (zwarte draak), goed voor het geheugen en voor de nieren.
Beijing local tea, de jasmijn thee. Heerlijk! Goed voor de ogen en de lever, speciaal voor mensen die veel achter de pc zitten.
Pure tea, cafeïne vrij en theïne vrij. Voor deze thee geldt, hoe ouder hoe beter. Goed tegen hoge bloeddruk, voor je bloedsuikerspiegel en je cholesterol. Wordt ook wel de “lang leven thee” genoemd.
Lichi-thee, een mix van zwarte thee, roosjes en lichi-sap. Goed tegen bloedarmoede.
Fruit thee, een frisse, maar wel heel zoete smaak.

Allemaal even lekker en leuk, maar de lichi-thee sprong er wel uit, dus daar hebben we nog twee verpakkingen van gekocht.
Een uur later zaten we weer in de auto, nu op zoek naar een bank om geld te wisselen. Dat is echt nog een drama hier. Kopieën van je paspoort, formulieren invullen, vragen beantwoorden, bah bah, waar hebben we het over. En ondertussen lopen de wachttijden in de banken op tot meer dan een uur. Waanzin.

Peter moest zelf ook nog even een boodschap doen, dus hebben we wel nog wat lang bij de auto op hem gewacht, maar al met al hadden we een prima deal en een prima dag met hem. Hij heeft ons keurig weer bij het hotel afgezet en toen konden we eindelijk even de vermoeide hoeven strekken, een douche pakken en schone kleren aan doen.

Tegen 19.00 uur zijn we weer op pad gegaan, op zoek naar een restaurant. Die vonden we uiteindelijk weer in de buurt van het Houtai meer, vlak bij ons vorige restaurant daar. We konden kiezen tussen Chinees en Vietnamees, kozen voor het eerste en hebben zo mogelijk nog beter gegeten dan alle keren tot nu toe bij elkaar. Het was echt briljant. Zo verfijnd van smaak, en zo origineel qua samenstelling. Meloenballetjes met champignons bijvoorbeeld, daar at je de vingers bij op. Zalige vleesballetjes in de traditionele Dah Nong stijl. Spare-ribs met een marinade waar je een moord voor zou doen. Etc etc.
Tijdens het eveneens net zo originele als superlekkere toetje dat de kids hadden besteld, maar waar wij natuurlijk vrolijk aan mee hebben zitten prikken, zag Gijs de eerste bliksemflitsen. Gauw afgerekend en op weg naar huis. Helaas helaas, we werden te grazen genomen door een gigantische tropische regenbui en voor we het wisten, waren onze schone kleren tot op de laatste vezel doorweekt. Maar met een temperatuur van nog steeds tegen de 30 graden, is dat niet heel vervelend en daar we toch niet meer te redden waren, zijn we huppelend door de plassen en de heuse stroompjes richting onze Hutong gegaan. De oude baas van mijn ondertussen vaste supermarktje vertrok geen spier toen ik daar druipend op zijn deurmat stond, soppend in mijn slippers. Da’s dan wel weer mooi. Die kunnen stoïcijns blijven kijken, terwijl je weet dat ze je eigenlijk op dat moment voor enorme pannenkoek uitmaken...

Terug in het hotel gauw uit de natte todden en de kids opnieuw onder de douche geslingerd. En nu liggen ze sinds een uurtje weer languit te snurken in hun bedjes.
Wat een topdag was dit weer! En wat onwijs dat we dit met die kleintjes kunnen beleven en dat ze er ook zo oprecht van genieten. Ze vinden het echt helemaal top allemaal, lopen steeds voorop en kijken hun ogen uit. En ondertussen leggen ze heel wat afstanden af per dag, vaak klimmend en klauterend, in best zware, want hete en vochtige, omstandigheden. En om dan ‘s avonds zo met ze te eten, in een lekker restaurantje, en te zien dat ze allebei echt kunnen genieten van al dat lekkers en ook alles proberen, ook al kennen ze het natuurlijk niet en ziet het er soms heel vreemd uit, dat is zo leuk. Allebei in opperbeste stemming, grappen makend tot en met, nagenietend van de afgelopen dag en alweer enthousiast voor de plannen van de volgende dag.

Dat alleen al maakt deze vakantie weer helemaal top, dat alleen al is echt genieten.
Wat een heerlijk spul!



28-07-2012
Peking, poco-poco-dag, Beihai-park en Kung Fu, part II


We hebben echt geluk gehad met hotel. Dat was natuurlijk een gok, geboekt via het net, in een stad waar je werkelijk niets kent, uit een rijtje namen en foto’s die je nooit de juiste info geven.
Maar het heeft echt super uitgepakt. Het is een prachtig hotel, met mooie kamers, prima sanitaire voorzieningen en vooral ook een uitstekende ligging in de stad. Midden in een levendige Hutong, hartje Centrum en een prima uitvalsbasis voor de meeste high-lights die Peking rijk is. Bovendien heb je taxi’s, bussen en de metro op kruipafstand.

Bamboo Garden Hotel is een zogenaamd “Courtyard-hotel”, gebouwd rond een eeuwenoude binnenplaats die nog geheel in oude stijl is bewaard gebleven.
Van oorsprong was dit de privé woning van Sheng Xuanhuai, een hoge officier tijdens de Qing dynastie. Bovendien zou het de tuin geweest zijn van An Dehai, de hoofd-eunuch.
Nadien hebben er nog vele andere nationale beroemdheden gewoond die allen de schitterende tuin hebben bewaard en onderhouden. In die tuin vind je paviljoens, galerijen, schaduwrijke bamboebosjes, rotspartijen en fonteinen. Rode lantaarns maken ‘s avonds de zaak helemaal af.
Al met al zijn we blij dat we hier terecht zijn gekomen. Een aanrader voor Peking-gangers!

We waren het al van plan, maar de omstandigheden maakten dat we het ook niet anders konden doen, al zouden we het gewild hebben; Vandaag werd een rustdag, even een dag om bij te komen van alle voorgaande dagen.
Maasje was niet lekker vanochtend en heeft even flink moeten spugen. We vermoeden dat ze gisteravond in haar kletsnatte kleren ergens teveel onder de airco heeft gestaan, waardoor haar buikje een klap heeft gehad. Dat, in combinatie met alle drukte en volgepropte dagen, heeft er waarschijnlijk toe geleid dat het lijfje even ging protesteren. Ze was er echt even flink beroerd van.
Zoals ik al zei, wilden we vandaag sowieso al een dagje rust in plannen, even geen grootse dingen meer doen, maar gewoon ergens lekker slenteren en een parkje zoeken om te relaxen.
Dus dat hebben we gedaan, maar dan in opgesplitste vorm.

Sas en Gijs zijn van half twaalf tot vier uur lekker samen op stap geweest, terwijl Maasje en ik al die uurtjes lekker hebben zitten meelballen op de kamer, verhalen lezend, hoorspellen spelend met knuffel beer en knuffel hert, en moppen tappend. Ze knapte langzaam weer op, al heeft ze uiteindelijk de hele dag weinig tot niets gegeten en alleen wat gedronken. Hopelijk gaat het morgen weer beter met de kleine pop.

Sas en Gijs hebben een hele leuke middag gehad. Ze zijn lekker aan de wandel gegaan, op zoek naar het Beihai-park. Eerst bracht de wandeling hun (ongepland) door een nieuwe Hutong heen en toen vonden ze gelukkig de juiste weg weer en kwamen ze bij Beihai.
Het Beihai-park (noordmeer-park) wordt omschreven als Peking’s elegantste park en was voorheen het exclusieve domein van de keizer en zijn hofhouding. Paviljoens, tuinen en stoepa’s in Tibetaanse stijl behoren tot de attracties. Er zijn in paviljoens en burchten aan met name de zuidoost-zijde nog vele oudheden te bewonderen, nog vanuit de tijd van Marco Polo, maar Gijs was helemaal in zijn element in de prachtige tuinen vol bonsai-boompjes en de vijvers met de grote koi-karpers. Daar hebben ze zich lang vermaakt.
Gijs was bovendien chief-in-charge van de camera in het park en dat betekende dat iedere vis en elk schildpadje vanuit elke hoek en vanaf elke afstand tig keer op de foto moest. Iedere keer als Sas de camera weer veilig had weggeborgen in de cameratas, zag Gijs weer een nieuwe vis, turtle of zelfs een voorbij wandelende straatkat, waarvoor de tas weer op zijn kop moest en de camera weer tevoorschijn moest worden getoverd. Hij is daar aardig druk mee geweest, dat begrijp je. En Sas ook...
Op de terugweg hebben ze wat gedronken in een klein stalletje. Gijsje had uitstekende moraal en kwekte de hele weg door. Het was erg heet vandaag, dus de wandeling ging op z’n elf-en-dertigst door de vele ingelaste uitpufmomenten.
Voor de patiënt in het hotel werd een kleinigheidje gekocht, kleine konijnenoren die je in je haar kunt spelden en wat hier echt helemaal hip, hot and happening is. Van jong tot oud lopen er hier meisjes en dames, met katten-oren, konijnen-oren en god-weet-wat-nog-meer-oren.
En vanaf vandaag loopt Maasje daar dus ook mee....
Toen nog een supermarkt bezocht voor het avondeten en samen nog yoghurtjes zitten knagen op een stoepje ergens, alvorens weer richting het hotel te wandelen. In opperbeste stemming klopte meneer hier vlak voor vieren op de deur.


Toen ze weer terug kwamen op de kamer, ben ik niet veel later er van door gegaan. Nu we toch even zonder plannen zaten voor de rest van de dag en we ook even relaxed aan zouden doen met eten, zag ik mijn kans schoon om nog een Kung Fu-les mee te pikken.
Nu ik de route en de te nemen metro-lijnen wist, was ik binnen een dik half uur op de Courtyard, waar dit keer wat meer leerlingen hun opwachting maakten.
De zware regenbuien van vannacht hadden plaats gemaakt voor een bleek zonnetje de hele dag al, en het was warm en vooral heel erg vochtig. Dat maakte dat de wandeling van de metro naar de school al garant stond voor een nat shirt. En dan moest de warming-up nog beginnen...

Ik heb nog wel even schik gehad in mijn eentje. Vlak voor het begin, kwam er een enorme Boris de binnenplaats opgewandeld, 2 meter lang, aardig breed, zwaar getatoeëerd, redelijk arrogant om zich heen kijkend. Ik vermoed Amerikaans. “Ah”, dacht ik, “die zal wel bij mij in het groepje komen, bij de wat hardere vorm van Kung Fu.”
Wat schetst mijn verbazing als ik hem later op een verhoging in de zaal bezig zie, in zijn eentje, en dat hij daar een soort ballet-achtige Taiji stijl loopt, waarbij zijn hand heel gracieus van voren, met een sierlijke boog over zijn hoofd naar achteren gaat, terwijl hij balanceert in een soort koorddansers-stand en dat daar ineens vanuit het niets met een snelle handbeweging een Chinese waaier wordt geopend.....
Tuurlijk, ook een variant van een hele oude stijl en waarschijnlijk heel moeilijk en knap, maar ehhh, ik heb daar toch wel mijn bedenkingen bij. Zo’n boom van een kerel in een halve split met zijn waaiertje. Dan zou je zo’n vent toch een tutu willen geven...

Wat ik wel opvallend vind, is dat er bij Kung Fu, dat toch een gigantische geschiedenis heeft en zulke diepe wortels in de Chinese geschiedenis, zo weinig ceremonie wordt gebruikt. Een officiële opening en afsluiting van de les, zoals we die bij kyokushin kennen, kennen ze hier niet. Sterker nog, men zwaait een beetje naar de meesters als men binnen komt. Aangroeten van hogere graden is iets wat echt niet bij ze opkomt. Zelfs de meesters waren verbaasd dat ik wel meteen bij binnenkomst de drie hogere meesters persoonlijk kwam aan groeten, al werd het wel duidelijk gewaardeerd.
Het viel me vorige keer ook al op dat er een jongen veel te laat op de les kwam, en zonder iets te zeggen gewoon halverwege de warming-up in stapte en dat er verder niets van gezegd werd. Toen dacht ik nog dat het misschien toeval kon wezen, dat hij wellicht van tevoren had gebeld dat hij later kwam.
Maar vandaag gebeurde het weer. Weer kwam een jongen te laat de binnenplaats op stappen, kleedde zich op het gemakkie om en pakte de laatste 10 minuutjes van de warming-up mee, terwijl hij tegen klasgenoot zat te vertellen dat het verkeer wat tegen zat.
Dan gaat dat bij ons in de dojo toch wel anders. Daar staan (terecht !) sancties op het te laat binnen komen bij een les en die zijn van die aard dat je het de volgende keer wel uit je hoofd laat... :-) En bovendien dien je je gewoon aan de etiquette te houden en een daarvan is het aangroeten van de hogere banden direct bij binnenkomst. Dat heeft alles te maken met respect en dat is toch een van de hoekstenen van kyokushin. Jammer dat dat hier mist bij de Kung Fu.

Neemt niet weg dat het weer een supergave les was. Een pittige warming-up met de heersende weerscondities en daarna weer traditionele Shaolin Kung Fu van Meester Chengsheng zelf. De hele training ben je dan bezig met één bepaalde techniek. Onophoudelijk moet je die blijven herhalen, herhalen en herhalen. Zoals de tolk vertaalde uit de mond van de Meester: Pas als je het 1000 keer geoefend hebt, begin je het een heel klein beetje te snappen. Daarna moet je nog heel lang oefenen voor je het een heel klein beetje kunt.... (een wijsheid overigens die we ook uit het kyokushin kennen)
Heel geduldig bleef hij steeds maar hameren op details, slechts zelden was een beweging goed. “Tui” riep hij die sporadische keren enthousiast, waarna je even het gevoel had dat je dat stukje onder de knie had en dat je verder kon met het volgende. Maar als je dan dezelfde beweging nog eens deed, bleek dat er toch weer dit fout was en dat net verkeerd, etc etc, en kon je weer van voren af aan... En zo kwam het dat ik deze les die bepaalde techniek waarschijnlijk al zo’n 1000x geoefend heb.... :-)

Maar dan nog, het blijft gaaf. Omdat je, als hij het even in praktijk brengt, ziet wat het kan doen en dat motiveert je om het toch te leren. En de wijze waarop die sympathieke brok ervaring het blijft voordoen en uitleggen, werkt zo inspirerend dat stoppen al helemaal geen issue meer is.
Trillend op mijn benen en doorweekt van top tot teen, heb ik dit keer definitief afscheid genomen. Morgen vertrekken we immers uit Peking, dus ik zal er niet meer komen. Het was wederom een mooie ervaring.

Op de terugweg kwam ik door een straatje met de ene traditionele massage-salon na de andere. Daar ben ik nu nog in een streep langs gelopen, maar het is zeker iets wat Sas en ik allebei nog willen doen hier in China, zo’n echte uitgebreide Chinese massage.
Vanavond op de kamer gegeten, d.w.z. Sas, Gijs en ik. Lekkere noodles met soep en brood. Maasje had nog niet heel veel te missen en hield het bij droge koekjes en wat kippenbouillon.
De tassen zijn al voor een groot deel gepakt, want morgen zullen we alweer Peking moeten verlaten. Dan pakken we ‘s avonds de nachttrein richting Pingyao. Overdag zullen we nog een laatste verkenningstocht doen, vermoed ik, maar rond 17.00 uur vertrekken we richting station.
Gek idee. Het voelt of we hier al veel langer zijn, maar aan de andere kant komt dit vertrek ook weer wat te vroeg. We zouden nog wel wat meer van de stad hebben willen zien. Maar ja, de volgende stops beloven ook heel wat, dus waar hebben we het over...

De kleintjes liggen er in. Wij gaan voor de laatste keer een borrel drinken, foto’s kijken en plannen maken in het briljante Chinese hemelbed.

  • 29 Juli 2012 - 11:14

    Menno En Thomas:

    Ik neem mijn KungFu lessen wel in China...

  • 29 Juli 2012 - 12:23

    Menno En Thomas:

    Als ik je boeiende verslag lees hoop ik dat we niet vreselijk door jou in de maling worden genomen. Een meisje van half acht een trap op laten klimmen met een hellingsgraad van 85% en daarna bij haar konijnenoren opzetten omdat het allemaal zo hip is?
    Weet je zeker dat je niet thuis aan het zappen bent tussen National Geographic en Nickelodeon met een fust bier tussen je benen?

    Ga zo door...

  • 29 Juli 2012 - 21:39

    Conny:

    respect osu

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Actief sinds 25 Maart 2008
Verslag gelezen: 306
Totaal aantal bezoekers 89964

Voorgaande reizen:

19 Oktober 2018 - 28 Oktober 2018

Tanzania/Zanzibar 2018

10 Juli 2017 - 11 Augustus 2017

Sulawesi en Yogjakarta

11 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

Java - Bali - Cairns

04 April 2016 - 14 April 2016

Japan; in de voetsporen van Sosai Mas Oyama

24 Juli 2014 - 06 Augustus 2014

Thailand 2014

22 Juli 2012 - 10 Augustus 2012

Rondreis door China

03 Juli 2011 - 28 Juli 2011

Darwin - Nhulunbuy - the Wessels

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: